2.1 Stoffen in huis

Stoffen in je huis
Welke stoffen kom je zoal tegen?
NOVA 
Hoofdstuk 2
paragraaf  1

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Stoffen in je huis
Welke stoffen kom je zoal tegen?
NOVA 
Hoofdstuk 2
paragraaf  1

Slide 1 - Tekstslide

NU DOEN
maken:
introductieopdrachten 
hoofdstuk 2

Eerder klaar? rustig wachten.
timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Stoffen Ordenen
Stofeigenschap(pen)

Eigenschappen waaraan je stoffen kunt herkennen: 
  • smaak (suiker)
  • geur (azijn)
  • Kleur (spiritus)
  • brandbaarheid (benzine)

Slide 3 - Tekstslide

Stofeigenschap
  • Een stofeigenschap is een eigenschap
      waar je een stof aan kunt herkennen.
  • De combinatie van stofeigenschappen
      geeft de "vingerafdruk" van een stof.

Voorbeeld
Stofeigenschappen van suiker: 
zoete smaak, oplosbaar in water, brandbaar, vaste stof bij kamertemperatuur

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeelden van stofeigenschappen
Geur                          Kleur                             Smaak

Slide 5 - Tekstslide


Brandbaarheid                              
                                      
Geleiding van 
warmte of elektriciteit
Kook/smeltpunt

Slide 6 - Tekstslide

Geen stofeigenschap zijn:
vorm                                           massa, volume

Slide 7 - Tekstslide

Toepassing
Als je stoffen opbergt zet je stoffen met dezelfde toepassing bij elkaar. 

--> Waar je een stof voor gebruikt. bijvoorbeeld schoonmaak, voeding of medicijnen. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Stoffen en veiligheid.
Soms kan een stof gevaarlijk zijn.

  • als je de stof inademt;
  • als je de stof inslikt;
  • als je de stof op je huid, in je ogen of op je kleren krijgt;
  • als je er met vuur bij komt;
  • als je de stof met een andere stof mengt
pictogrammen

Slide 10 - Tekstslide

Pictogrammen

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag!
Wat?      Maken paragraaf 2.1:                                    Opdrachten 1 t/m 6
Hoe?     Fluisterniveau, alleen je                              buur kan je horen.
Klaar?   Maak opdracht 8 t/m 10; 
                verder met een ander                                  vak van je planner.

Slide 12 - Tekstslide