Werkwoordspelling oefenen wk. 1

Werkwoordspelling oefenen
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Werkwoordspelling oefenen

Slide 1 - Tekstslide

Waar is de werkwoordspelling goed?
A
Casper werd betrapd toen hij probeerde af te kijken?
B
Casper werd betrapt toen hij probeerde af te kijken?
C
Casper werd betrapt toen hij probeerdde af te kijken?
D
Casper werd betrapd toen hij probeerdde af te kijken?

Slide 2 - Quizvraag

Waar is de werkwoordspelling goed?
A
Lisa wordt door opa opgehaalt
B
Lisa word door opa opgehaalt
C
Lisa word door opa opgehaald
D
Lisa wordt door opa opgehaald

Slide 3 - Quizvraag

Waar is de werkwoordspelling goed?
A
Yvo verteld dat hij aan mama een leugen heeft verteld
B
Yvo verteld dat hij aan mama een leugen heeft vertelt
C
Yvo vertelt dat hij aan mama een leugen heeft verteld
D
Yvo vertelt dat hij aan mama een leugen heeft vertelt

Slide 4 - Quizvraag

Waar is de werkwoordspelling goed?
A
De jongen stribbeldde tegen en schreeuwdde hard
B
De jongen stribbelde tegen en schreeuwdde hard
C
De jongen stribbelde tegen en schreeuwde hard
D
De jongen stribbeldde tegen en schreeuwde hard

Slide 5 - Quizvraag

Waar is de werkwoordspelling goed?
A
De kok sneedt zich in de vinger en paktte een pleister
B
De kok sneed zich in de vinger en pakte een pleister
C
De kok sneed zich in de vinger en paktte een pleister
D
De kok sneedt zich in de vinger en pakte een pleister

Slide 6 - Quizvraag

(gebeuren vt)
Gisteren ... er een groot ongeluk in de straat.

Slide 7 - Open vraag

(bekookstoven)

Welk plannentje heeft hij nu weer .... ?

Slide 8 - Open vraag

(belanden vt)

Onze tante ... altijd in de problemen.

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide