Exercise 11: schrijf de Nederlandse vertalingen achter de woorden die je nog niet kent.
Exercise 12: zet de letters in de juiste volgorde om woorden te maken.
Exercise 13: zet de Theme Words in de afbeelding.
Exercise 14: schrijf de Nederlandse vertalingen achter de woorden die je nog niet kent.
Exercise 16: vul de Theme Words in.
Exercise 17: zet de Theme Words bij de afbeeldingen.