Voeding en diëten

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Dieet
Het woord dieet is afgeleid van het 
Griekse woord diaita:

Het betekent zoiets als: 
"leefregel"

Slide 2 - Tekstslide

Welke diëten ken jij?

Slide 3 - Woordweb

Soorten diëten
  • Voedings beperkend dieet

  • Voedings verrijkend dieet

Slide 4 - Tekstslide

Soorten diëten
Cholesterol beperkt
Energie beperkt
Energie verrijkt
Eiwit verrijkt
Eiwit beperkt
Voedingsvezel verrijkt
Diabetes mellitus
Natrium beperkt
Gluten vrij 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Voedingsgewoonte vs. Dieet
Een bepaalde manier van eten óf het klaarmaken van eten. Vanwege cultuur, geloofsovertuiging of omdat het gezond is.

Aangepaste voeding in specifieke situaties, zoals bijvoorbeeld
   voeding bij zwangerschap, kinderen of vegetarisch.


 

Slide 7 - Tekstslide

Hoeveel calorieën mag een man en een vrouw per dag hebben.
A
Man: 2000 cal Vrouw: 2000 cal
B
Man: 2000 cal Vrouw: 2500 cal
C
Man: 2500 cal Vrouw: 2000 cal
D
Man: 3000 cal Vrouw: 2500 cal

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de basis van een gezonde voeding ?
A
Veel koolhydraten
B
Variatie
C
Geen vlees eten
D
Veel groente eten

Slide 9 - Quizvraag

Welk dieet wordt vaak voorgeschreven aan iemand die net een zware operatie heeft gehad?
A
Energiebeperkt
B
Eiwitverrijkt
C
Eiwitbeperkt
D
Voedingsvezelverrijkt

Slide 10 - Quizvraag

EIWIT
Eiwit is een bestanddeel in voeding, dat nodig is voor de opbouw en in-
standhouding van de spieren en bloed en voor herstel bij wonden. Bij ziekte
is eiwit de belangrijkste voedingsstof voor herstel.

Eiwit komt vooral voor in:
• vlees, vis en kip 
• ei 
• kaas, melk en melkproducten 

Slide 11 - Tekstslide

Waar zit de meeste suiker in?
A
Een glas sinaasappelsap
B
Een appel
C
Een stukje melkchocolade

Slide 12 - Quizvraag

Hoe zorg je voor een gezond dieet volgens de schijf van vijf?
A
Eet elke dag uit elk vak evenveel
B
Eet elke dag uit alle vakken iets, in de juiste verhouding
C
Eet vooral groente en fruit
D
Eet weinig ongezonde dingen

Slide 13 - Quizvraag

Vet bevat geen vitamines
A
Waar
B
niet waar

Slide 14 - Quizvraag

VET
Via het vet in onze voeding krijgen we de belangrijke (in vet oplosbare) vitmines A, D, E en K binnen.

Vetten zijn nodig voor het transport van deze vitamines in ons lichaam.

Ons lichaam heeft tenminste 25 gram vet per dag nodig.

Slide 15 - Tekstslide

Wist je dat...

Vitamines heel gevoelig zijn voor licht, water, temperatuur en lucht?

Er veel meer suiker zit in een rijpe banaan dan in een onrijpe banaan?

Paprika de meeste vitamine C bevat van alle groente- en fruitsoorten?

Eieren langer houdbaar zijn als je ze met de punt naar beneden bewaard?



Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag
  • Je krijgt een dieet toegewezen en daar ga je een Infographic van maken.
  • Je beschrijft de indicaties (redenen om dit dieet te volgen/ bij welke aandoeningen?)
  • Noteer welke voedingsstoffen nodig zijn of juist vermeden moeten worden. 
  • Zoek op internet welke voedingsmiddelen je dan kunt gebruiken en welke je achterwege moet laten.
  • Daarna maak je een advieskaart voor iemand die dit dieet moet volgen, zorg dat de client ook kan kiezen uit verschillende voedingsmiddelen. Noteer ook belangrijke aanwijzingen of richtlijnen op de kaart

Slide 17 - Tekstslide