Diëten voor Voedingslessen thema 6.1

Gezond eten
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Gezond eten

Slide 1 - Tekstslide

Lesopzet 
  • Soorten diëten 
  • Voedingsgewoonte
  • Vragen
  • Wist je datjes
  • Werken aan opdracht

Slide 2 - Tekstslide

Dieet
Het woord dieet is afgeleid van het 
Griekse woord diaita:

Het betekent zoiets als: 
"leefregel"

Slide 3 - Tekstslide

Welke diëten ken jij?

Slide 4 - Woordweb

Soorten diëten
Cholesterol beperkt
Energie beperkt
Energie verrijkt
Eiwit verrijkt
Eiwit beperkt
Voedingsvezel verrijkt
Diabetes mellitus
Natrium beperkt
Gluten vrij 

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht: 

Zoek per dieet, wat je wel mag eten &  wat je niet mag eten...van de 2 diëten hieronder.



1. Energiebeperkt dieet
2. Natriumbeperkt dieet

timer
5:00

Slide 6 - Tekstslide

Voedingsgewoonte vs. Dieet
Voedingsgewoonte: 
Een bepaalde manier van eten óf het klaarmaken van eten. Vanwege cultuur, geloofsovertuiging of omdat het gezond is.

Dieet:
Aangepaste voeding in specifieke situaties, zoals bijvoorbeeld
   voeding bij zwangerschap, kinderen of vegetarisch.


 

Slide 7 - Tekstslide

Wat is de basis van een gezonde voeding ?
A
Veel koolhydraten
B
Variatie
C
Geen vlees eten
D
Veel groente eten

Slide 8 - Quizvraag

Waar zit de meeste suiker in?
A
Een glas sinaasappelsap
B
Een appel
C
Een stukje melkchocolade

Slide 9 - Quizvraag

Hoe zorg je voor een gezond dieet volgens de schijf van vijf?
A
Eet elke dag uit elk vak evenveel
B
Eet elke dag uit alle vakken iets, in de juiste verhouding
C
Eet vooral groente en fruit
D
Eet weinig ongezonde dingen

Slide 10 - Quizvraag

Vet bevat geen vitamines
A
Waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Wist je dat...

Vitamines heel gevoelig zijn voor licht, water, temperatuur en lucht?

Er veel meer suiker zit in een rijpe banaan dan in een onrijpe banaan?

Paprika de meeste vitamine C bevat van alle groente- en fruitsoorten?

Eieren langer houdbaar zijn als je ze met de punt naar beneden bewaard?



Slide 12 - Tekstslide

Zelf aan de slag

Slide 13 - Tekstslide