- ik vertelsituatie, de hoofdpersoon wordt aangeduid met 'ik'.
'Ik liep in een donker bos en ik was bang
- Hij/zij vertelsituatie, de hoofdpersoon wordt aangeduid met 'hij of zij'.
'Hij was al langer bang voor die man die daar liep.'
- Alwetende vertelsituatie, de verteller staat als het ware boven het verhaal en vertelt over iedereen. Hij kent alle gedachtes en gevoelens.