1. Anderen mogen niet ____________________________________.
Bijvoorbeeld:
“Anderen mogen niet in mijn spullen neuzen.”
“… mij ongegrond bekritiseren.”
“… mij voor gek zetten waar anderen bij zijn.”
3. Om mijn tijd en energie te beschermen is het geoorloofd om____________.
Bijvoorbeeld:
“Om mijn tijd en energie te beschermen is het geoorloofd om mijn telefoon in het weekend op stand-by te zetten.”
“… van gedachte te veranderen.”
“… een ruimte in huis alleen voor mezelf te houden.”