Nieuwe medewerkers: Introductie- en inwerkprogramma's

Nieuwe medewerkers: Introductie- en inwerkprogramma's
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nieuwe medewerkers: Introductie- en inwerkprogramma's

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je uitleggen wat de programma's zijn die een nieuw lid van een team doorloopt, wat een introductieprogramma inhoudt, wat een inwerkprogramma inhoudt en kun je zelf een introductieprogramma schrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Begin de les met het bespreken van de leerdoelen, zodat de studenten weten wat ze kunnen verwachten.
Wat weet jij al over introductie- en inwerkprogramma's voor nieuwe medewerkers?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Nieuwe medewerkers
Een nieuwe medewerker doorloopt verschillende programma's om zich te kunnen aanpassen aan de nieuwe werkomgeving.

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit wat er wordt bedoeld met 'nieuwe medewerkers' en introduceer het onderwerp.
Introductieprogramma
Een introductieprogramma is bedoeld om nieuwe medewerkers kennis te laten maken met de organisatie en de werkomgeving.

Slide 5 - Tekstslide

Leg uit wat een introductieprogramma is en geef voorbeelden van activiteiten die hierbij horen.
Inwerkprogramma
Een inwerkprogramma is bedoeld om nieuwe medewerkers te leren kennen wat hun functie inhoudt en hoe ze hun werkzaamheden moeten uitvoeren.

Slide 6 - Tekstslide

Leg uit wat een inwerkprogramma is en geef voorbeelden van activiteiten die hierbij horen.
Verschillen tussen introductie- en inwerkprogramma's
Het verschil tussen een introductie- en inwerkprogramma is dat de eerste meer gericht is op de organisatie en de werkomgeving en de tweede meer gericht is op de functie en de werkzaamheden.

Slide 7 - Tekstslide

Leg uit wat de verschillen zijn tussen de programma's en waarom ze allebei belangrijk zijn.
Opdracht: Introductieprogramma
Schrijf een introductieprogramma voor nieuwe medewerkers van een fictieve organisatie.

Slide 8 - Tekstslide

Geef de studenten de opdracht om in groepjes een introductieprogramma te schrijven en bespreek de resultaten klassikaal.
Stap 1: Inleiding
Beschrijf kort wat de organisatie doet en wat het doel is van het introductieprogramma.

Slide 9 - Tekstslide

Geef instructies over hoe de studenten de inleiding kunnen schrijven.
Stap 2: Rondleiding
Plan een rondleiding door het gebouw en introduceer belangrijke medewerkers.

Slide 10 - Tekstslide

Geef instructies over hoe de studenten de rondleiding kunnen plannen en wie ze kunnen introduceren.
Stap 3: Kennismaking
Plan activiteiten om nieuwe medewerkers te laten kennismaken met elkaar en met de organisatiecultuur.

Slide 11 - Tekstslide

Geef instructies over welke activiteiten geschikt zijn voor de kennismaking.
Stap 4: Trainingen
Plan trainingen en workshops om nieuwe medewerkers te leren over de organisatie en de werkzaamheden.

Slide 12 - Tekstslide

Geef suggesties voor geschikte trainingen en workshops.
Stap 5: Evaluatie en feedback
Plan een evaluatie- en feedbacksessie om te horen hoe nieuwe medewerkers het introductieprogramma hebben ervaren.

Slide 13 - Tekstslide

Geef instructies over hoe de studenten de evaluatie- en feedbacksessie kunnen plannen.
Tips voor een succesvol introductieprogramma
Wees duidelijk over de verwachtingen, geef voldoende informatie, plan activiteiten en zorg voor een warm welkom.

Slide 14 - Tekstslide

Geef tips voor het schrijven van een succesvol introductieprogramma.
Vragen?
Heb je nog vragen over introductie- en inwerkprogramma's?

Slide 15 - Tekstslide

Geef de studenten de kans om vragen te stellen.
Terugblik
Je weet nu wat introductie- en inwerkprogramma's zijn, wat het verschil is tussen beide programma's en hoe je zelf een introductieprogramma kunt schrijven.

Slide 16 - Tekstslide

Vat de belangrijkste punten van de les samen.
Bronnen
Hier zijn enkele bronnen die je kunt raadplegen voor meer informatie over introductie- en inwerkprogramma's.

Slide 17 - Tekstslide

Geef enkele bronnen waar studenten meer informatie kunnen vinden.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 18 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 19 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 20 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.