A-Blauw: voegwoord, hoofdzin (bijzin) (wk 9, les 2)

NT2, A-blauw
8-3-2023


1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

NT2, A-blauw
8-3-2023


Slide 1 - Tekstslide

Telefoons in de tas, alsjeblieft.

Slide 2 - Tekstslide

Wat leer ik deze les?

  •                  Je leert hoe je langere zinnen kan maken door voegwoorden te gebruiken

  •                You will learn how to make longer sentences by using conjunctions.

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

  • Uitleg: conjuncties
  • Zelfstandig werken
  • Kahoot!
  • Spreken
  • DISK


Slide 4 - Tekstslide

Afspraken in de les 


  • Telefoon in de bak.
  • Niet eten.
  • Vraag? Steek je vinger op. Niet roepen!





Slide 5 - Tekstslide

             Warm-up                     Wie is de dader?
Lees alles goed.
De dader heeft geen blond of grijs haar. 
De dader heeft geen snor. 
De dader heeft geen oorbellen. 
De dader heeft geen bruine ogen.

Wie is het?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

EN, MAAR, WANT, DUS, OF

Dit noemen we nevenschikkende voegwoorden......ze plakken een hoofdzin aan een hoofdzin
Even oefenen......

Slide 13 - Tekstslide

Maak deze zin af:
Ik wil graag naar school maar.....

Slide 14 - Open vraag

Maak deze zin af:
Ik wil graag naar school en.....

Slide 15 - Open vraag

Maak deze zin af:
Ik wil graag naar school want.....

Slide 16 - Open vraag

Maak deze zin af:
Ik wil graag naar school dus.....

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Video

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Werkblad 1
Daarna bespreken.
timer
5:00

Slide 21 - Tekstslide

Een bijzin is vaak het tweede deel van de zin:
Ik ga niet naar school, omdat het vandaag zondag is.

Maar een bijzin kan ook aan het begin van de zin staan:
Omdat het vandaag zondag is, ga ik niet naar school.

Let dus goed op of er een voegwoord in de zin staat, en kijk naar de plaats van de werkwoorden.

Slide 22 - Tekstslide

'Ik werk in een winkel en ......'

Maak de zin af
A
... ik loop stage in een restaurant
B
...ik stageloop in een restaurant.

Slide 23 - Quizvraag

'Ik ben ziek, maar ik voel me goed.'

Wat is het voegwoord (conjunctie)?
A
ik
B
maar
C
ben
D
niet

Slide 24 - Quizvraag

Ik kan niet werken, .......... ik ben ziek.

Welk voegwoord past in de zin?
A
want
B
en
C
dus
D
maar

Slide 25 - Quizvraag

Ik ben ziek, ........ ik ga niet werken.
A
want
B
dus
C
en
D
maar

Slide 26 - Quizvraag

Zelfstandig werken
Van A tot Zin 4.10 & 4.11

Slide 27 - Tekstslide

Bespreken antwoorden.

Slide 28 - Tekstslide

Herkennen van bijzinnen en hoofdzinnen
Kahoot!

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Link

Zie andere les DISK

Slide 31 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?


1. Schrijf het op.
2. Vertel het aan je klasgenoot.
3. Klassikaal bespreken.

Slide 32 - Tekstslide

NOS nieuws van de week

Slide 33 - Tekstslide