AE-2 les 3

Investeringen 
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Investeringen 

Slide 1 - Tekstslide

Investering

Slide 2 - Woordweb

Wat is het onderscheid tussen consumeren en investeren?

Slide 3 - Open vraag

Autobedrijf koopt nieuw gereedschap voor de monteurs
A
Consumeren
B
Investeren

Slide 4 - Quizvraag

Je koopt een nieuwe ipad in de winkel.
A
Consumeren
B
Investeren

Slide 5 - Quizvraag

De bouwmarkt koopt een nieuw scherm om reclames te laten zien.
A
Consumeren
B
Investeren

Slide 6 - Quizvraag

Wat zijn investeringen?
Gebouwen verouderen, Machines slijten, en meubels worden slechter. Wat nu?
  • Vervangen door te investeren
  • Investering= een opoffering van tijd, geld en mankracht t.b.v. een doel dat pas op de lange termijn wordt behaald. 
  • Voorbeeld: Je koopt nu een machine waarvan je de baten later hebt. 

Slide 7 - Tekstslide

3 vormen van investeren
uitbreidingsinvestering:  hoeveelheid kapitaalgoederen neemt toe. bv. Aankoop van een extra bedrijfspand of machine. Doel: productiecapaciteit vergroten
Te onderscheiden in: 
  • Breedte-investeringen: Meer duurzame kapitaalgoederen worden aangeschaft dus meer machines of gebouwen of personeel. 
  • Diepte investeringen: Doorontwikkeling van bestaande duurzame kapitaalgoederen, leidt tot vermindering van de arbeidsplaatsen. Bijvoorbeeld robotisering.

Slide 8 - Tekstslide


Welke zijn diepte-investeringen?


A
Aanschaf van betere apparatuur
B
Bijscholing
C
Aannemen van meer werknemers
D
Aanschaf van dezelfde apparatuur

Slide 9 - Quizvraag

Welke uitspraak over een diepte-investering is altijd juist?
A
Door een diepte-investering stijgt de werkgelegenheid
B
Door een diepte-investering stijgt de arbeidsproductiviteit
C
Door een diepte-investering stijgt de productiecapaciteit
D
Door een diepte-investering stijgt de kapitaalgoederenvoorraad

Slide 10 - Quizvraag

Noem eens een voorbeeld van een diepte- investering?

Slide 11 - Open vraag

Bij deze investering blijft de verhouding tussen kapitaal en arbeid in het bedrijf gelijk.
A
Diepte-investering
B
Breedte-investering
C
Beide

Slide 12 - Quizvraag

Wat voor soort investering is de aanschaf van brommertjes voor een pizzeria?
A
diepte investering
B
breedte investering
C
voorraadinvestering
D
uitbreidingsinvestering

Slide 13 - Quizvraag

Hoe kom je aan dat geld?
Winst: Een deel van de winst reserveren om te kunnen investeren.
Lenen: Vreemd vermogen aantrekken om te investeren. Bank, investeerder etc. 
Crowdfunding: Een beroep doen op 'anderen' 
om geld in jouw bedrijf te investeren. 

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag....
Maken verwerkingsvragen 5 en 9 
Huiswerk: 
Verwerkingsvragen 23 t/m 29
Morgen oefentoets!  

Slide 15 - Tekstslide