5.4.1 Wie is eigenlijk de baas in de Republiek?

Een koning te rijk
hoofdstuk 5 Gouden eeuw in NL
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Een koning te rijk
hoofdstuk 5 Gouden eeuw in NL

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Toets plannen
  • Check in
  • Uitleg: Wie is eigenlijk de baas in de Republiek?
  • Aan de slag!

Slide 2 - Tekstslide

Toets over H5
  • Wanneer: vrijdag 14 maart
  • Wat? hoofdstuk 5, paragraaf 2 t/m 5
  • Hoe? Leer de begrippen, de aantekeningen. Kijk je opgaven na.
  • De toets telt een keer mee. 

Slide 3 - Tekstslide

Leg uit dat de titel van de paragraaf 'Een gouden leven' niet representatief is voor een beschrijving van alle inwoners van de Republiek.

Slide 4 - Open vraag

Voorbeeldantwoord
  • De titel "Een gouden eeuw" gold niet voor alle inwoners van de Republiek. Slechts een deel van de inwoners was rijk en had een gouden eeuw. Voor arme mensen en tot slaaf gemaakten was er absoluut geen gouden tijd. 

Slide 5 - Tekstslide

Extra uitleg: representativiteit
  • Denk aan een smurf. Hoe ziet een smurf eruit?
  • Je hebt een plaatje in je hoofd van een blauw poppetje met een witte muts.
  • VRAAG: is grote smurf representatief voor de smurfen?
  • ANTWOORD: Nee, grote smurf heeft een rode hoed. Daarom laat hij niet zien hoe een smurf eruit ziet.
  • VRAAG: is Smurfin representatief? Waarom wel of niet?

Slide 6 - Tekstslide

Geef twee redenen waarom dit schilderij een voorbeeld is van de Gouden eeuw.

Slide 7 - Open vraag

Voorbeeldantwoord
  1. Ik zie een schilderij van rijke regenten. Zij lieten zich in de Gouden eeuw schilderen om hun welvaart te tonen.
  2. Ik zie in het schilderij nieuwe technieken zoals diepte en doorkijkjes. Dit ontwikkelden schilders in de gouden eeuw. 

Slide 8 - Tekstslide


5.4.1 Wie is eigenlijk de baas in de Republiek?

Slide 9 - Tekstslide

Na de Vrede van Münster
  • Republiek moet wennen aan vrede
  •  Wie moet er de baas zijn?
  1. Stadhouder Willem II = Oranjegezinden
  2. Raadpensionaris = staatsgezinden

Slide 10 - Tekstslide

Staatsgreep
  • Willem II pleegt een staatsgreep
  • = poging alle macht te grijpen
  • Conflict wordt groter
  • Willem II sterft = overwinning voor staatsgezinden 

Slide 11 - Tekstslide

En dan?
  • Staatsgezinden benoemen stadhouderloos tijdperk
  • = Er mag even geen stadhouder zijn 
  • Raadpensionaris Johan de Witt is de belangrijkste man

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Lees 5.4 Van goud naar zilver
  • Maak opgave 1C, 2, 4, 5
  • Klaar? Werk aan je samenvatting
timer
1:00

Slide 13 - Tekstslide