Dinsdag 22 februari

Wat gaan we doen vandaag?
*Terugblik vorige les
* Leerdoelen vandaag
* Zelfstandig werken
* Evaluatie les

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen vandaag?
*Terugblik vorige les
* Leerdoelen vandaag
* Zelfstandig werken
* Evaluatie les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je over een zakelijke brief?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe begin je een zakelijke brief?
A
Betreft
B
Eigen (adres)gegevens
C
Aanhef
D
Naam afzender

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een hoofdgedachte?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen vandaag
Aan het einde van de les kan je:

  • De hoofdgedachte van een tekst noemen

  • De betrouwbaarheid van informatiebronnen beoordelen


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een onderwerp?
Het onderwerp van een tekst geeft aan waar de tekst over gaat. Wat het onderwerp van een tekst is, kun je vaak met één of enkele woorden zeggen.

Tips om het onderwerp te vinden:
Het onderwerp staat bijna altijd in de titel. 
Het onderwerp staat bijna altijd in de eerste alinea. 
Een plaatje bij de tekst gaat meestal over het onderwerp. 
Let op tussenkopjes of andere opvallende zaken.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een hoofdgedachte?
De hoofdgedachte is een heel korte samenvatting in één zin. Het is het belangrijkste wat de schrijver wil vertellen.

Met andere woorden: de hoofdgedachte is het onderwerp + dat wat daarover verteld wordt.
De hoofdgedachte is nooit een vraag.



Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Tips om de hoofdgedachte te vinden: 
Wat vertelt de schrijver van de tekst over het onderwerp? 
Je vindt de hoofdgedachte meestal in de eerste alinea of in het slot van een tekst, dus lees die twee gedeelten aandachtig! 
De hoofdgedachte hoeft niet letterlijk in de tekst te staan.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is kritisch lezen?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen objectief en subjectief?
A
Objectief is feiten; subjectief meningen
B
Objectief zijn meningen; subjectief is feiten
C
Objectief is feiten én meningen; subjectief alleen meningen
D
Subjectief is feiten én meningen; objectief alleen feiten

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe bepaal je of een tekst betrouwbaar is?
Is het waar wat hier staat?

Deze vraag stel je jezelf als je je afvraagt of een tekst betrouwbaar is.
Als informatie objectief is, kun je ervan uitgaan dat hij waar en betrouwbaar is. 
Staan er meningen in? Dan is de informatie subjectief.
Subjectieve informatie is gekleurde informatie: je kunt het er wel of niet mee eens zijn.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken
Lees
Theorie in werkdoel Wat wordt er geschreven?
Maak
De 5 opdrachten van dit werkdoel
Tijd
Max 30 minuten
Eerder klaar?
Werk verder of werk aan je eigen leerdoelen
Wat mag verder
Muziek luisteren ( wel met oortjes in),
overleggen op fluisterniveau, vragen stellen

Slide 15 - Tekstslide

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen jouw instructie hebben begrepen d.m.v. een begeleide oefening.

Wat is kritisch lezen?
A
De tekst snel doorlezen en een beeld krijgen waar het over gaat.
B
De tekst niet lezen en alleen kijken naar de titel en tussenkopjes.
C
De tekst lezen, lettend of deze betrouwbaar is en objectief is geschreven.
D
De tekst zo lezen dat je het ook leert.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Feit
Mening
Objectief
Subjectief

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
Wat betekent het woord hoofdgedachte?
A
De belangrijkste zin van een alinea
B
Het onderwerp van de tekst.
C
Een uitspraak waar je het wel of niet mee eens bent.
D
Het belangrijkste wat over het onderwerp wordt gezegd in één zin.

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Informatie geven
Advies geven
Feit
Mening
Objectief
Subjectief

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik weet hoe ik de hoofdgedachte van een tekst kan bepalen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Ik kan de betrouwbaarheid van informatiebronnen beoordelen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Deze slide heeft geen instructies