Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2
In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Normen zijn:
A
alles wat mensen belangrijk vinden in het leven.
B
besluiten die de overheid neemt.
C
regels over hoe je je moet gedragen.
Slide 3 - Quizvraag
Wat staat in Artikel 1 van de grondwet?
Slide 4 - Open vraag
Nederland
Suriname
Antillen
Indonesië
Slide 5 - Sleepvraag
Iemand die niet meer in zijn eigen land kan wonen, vanwege oorlog.
A
Vluchteling
B
Asielzoeker
C
Illegaal
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Een stereotype is een overdreven beeld van een groep mensen. Is deze uitspraak is
A
Juist
B
Onjuist
Slide 12 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een vooroordeel?
A
Je weet dat een buurjongen wel eens iets gestolen heeft.
B
Je vindt het goed dat je buurjongen keiharde muziek draait.
C
Je zegt dat je ouders jou té strenge regels opleggen.
D
Je denkt dat je neef wel eens stiekem blowt.
Slide 13 - Quizvraag
Zijn de uitspraken een vooroordeel of stereotype? 1. “Esther kan goed leren, want haar vader is arts.” 2. “Limburgers kun je niet verstaan.”
A
1 is een vooroordeel, 2 is een stereotype.
B
1 en 2 zijn vooroordelen.
C
1 is een stereotype, 2 is een vooroordeel.
D
1 en 2 zijn stereotypen.
Slide 14 - Quizvraag
Jongens die op volksdansen zitten, zijn watjes.
Deze uitspraak is een VOOROORDEEL / STEREOTYPE, want
Slide 15 - Open vraag
Zijn de uitspraken een vooroordeel of stereotype? 1. “Jongeren zonder bijbaantje zullen wel lui en verwend zijn.” 2. “Benny zal wel arm zijn, want zijn ouders hebben geen auto.”
A
1 is een vooroordeel, 2 is een stereotype.
B
1 en 2 zijn vooroordelen.
C
1 is een stereotype, 2 is een vooroordeel.
D
1 en 2 zijn stereotypen.
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
“We laten in deze kroeg geen Marokkanen toe.” Deze uitspraak is een duidelijk voorbeeld van:
A
Stereotype
B
Discriminatie
C
Respect
Slide 23 - Quizvraag
Bij een sollicitatiegesprek krijgt een vrouw deze vraag: "Ik mag het eigenlijk niet vragen, maar... ben je van plan om zwanger te worden?" Waarom mag die persoon dat eigenlijk niet vragen?
A
Het is een vooroordeel.
B
Het is een stereotype.
C
Het is discriminatie.
D
Het is wettelijk.
Slide 24 - Quizvraag
De Marokkaan Hakim wil leraar worden op een basisschool. Hij heeft zijn diploma al gehaald. Toch kan hij geen werk vinden.
Welke reden is het meest waarschijnlijk?
A
Marokkanen weten niet goed hoe ze werk moeten vinden.
B
Hakim heeft een grote taalachterstand.
C
Hij integreert nauwelijks
D
Hij wordt gediscrimineerd.
Slide 25 - Quizvraag
Een jongen van 16 krijgt bij een supermarkt geen bier mee. Zijn vriend van 19 wel.
Dit is WEL / GEEN discriminatie, omdat
Slide 26 - Open vraag
Slide 27 - Tekstslide
Mensen worden om verschillende redenen gediscrimineerd. Noem twee redenen