5.6 Discriminatie

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Normen zijn:
A
alles wat mensen belangrijk vinden in het leven.
B
besluiten die de overheid neemt.
C
regels over hoe je je moet gedragen.

Slide 3 - Quizvraag

Wat staat in Artikel 1 van de grondwet?

Slide 4 - Open vraag

Nederland
Suriname
Antillen
Indonesië

Slide 5 - Sleepvraag

Iemand die niet meer in zijn eigen land kan wonen, vanwege oorlog.
A
Vluchteling
B
Asielzoeker
C
Illegaal

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Een stereotype is een overdreven beeld van een groep mensen.
Is deze uitspraak is

A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een vooroordeel?
A
Je weet dat een buurjongen wel eens iets gestolen heeft.
B
Je vindt het goed dat je buurjongen keiharde muziek draait.
C
Je zegt dat je ouders jou té strenge regels opleggen.
D
Je denkt dat je neef wel eens stiekem blowt.

Slide 13 - Quizvraag

Zijn de uitspraken een vooroordeel of stereotype?
1. “Esther kan goed leren, want haar vader is arts.”
2. “Limburgers kun je niet verstaan.”

A
1 is een vooroordeel, 2 is een stereotype.
B
1 en 2 zijn vooroordelen.
C
1 is een stereotype, 2 is een vooroordeel.
D
1 en 2 zijn stereotypen.

Slide 14 - Quizvraag


Jongens die op volksdansen zitten, zijn watjes.

Deze uitspraak is een VOOROORDEEL / STEREOTYPE, want

Slide 15 - Open vraag

Zijn de uitspraken een vooroordeel of stereotype?
1. “Jongeren zonder bijbaantje zullen wel lui en verwend zijn.”
2. “Benny zal wel arm zijn, want zijn ouders hebben geen auto.”

A
1 is een vooroordeel, 2 is een stereotype.
B
1 en 2 zijn vooroordelen.
C
1 is een stereotype, 2 is een vooroordeel.
D
1 en 2 zijn stereotypen.

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

“We laten in deze kroeg geen Marokkanen toe.” Deze uitspraak is een duidelijk voorbeeld van:
A
Stereotype
B
Discriminatie
C
Respect

Slide 23 - Quizvraag

Bij een sollicitatiegesprek krijgt een vrouw deze vraag:
"Ik mag het eigenlijk niet vragen, maar... ben je van plan om zwanger te worden?"
Waarom mag die persoon dat eigenlijk niet vragen?

A
Het is een vooroordeel.
B
Het is een stereotype.
C
Het is discriminatie.
D
Het is wettelijk.

Slide 24 - Quizvraag

De Marokkaan Hakim wil leraar worden op een basisschool. Hij heeft zijn diploma al gehaald. Toch kan hij geen werk vinden.

Welke reden is het meest waarschijnlijk?
A
Marokkanen weten niet goed hoe ze werk moeten vinden.
B
Hakim heeft een grote taalachterstand.
C
Hij integreert nauwelijks
D
Hij wordt gediscrimineerd.

Slide 25 - Quizvraag

Een jongen van 16 krijgt bij een supermarkt geen bier mee.
Zijn vriend van 19 wel.

Dit is WEL / GEEN discriminatie, omdat

Slide 26 - Open vraag

Slide 27 - Tekstslide

Mensen worden om verschillende redenen gediscrimineerd. Noem twee redenen

Slide 28 - Open vraag

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide