De droge turf kon vervolgens gebruikt worden als brandstof. Omdat het vlakbij Amsterdam zomaar uit de grond kon worden gehaald, was het een goedkope brandstof. Maar de turfwinning had ook een nadeel: Door de moerasbodem op te graven, ontstonden er overal in Holland nieuwe meren. Langs de randen van die meren sloegen bij elke storm stukken land weg, zodat de meren steeds groter werden.