5.4

Naam
Nummer
Naam
Nummer
Rhodé Bakker
1
Anouar Ouali
13
Jonah Balentina
2
Floris van der Reijd
14
Jasmijn Böhm
3
Yenthe Stalknegt
15
Eva Elzerman
4
Roan Vermeer
16
Shiloh Frijda
5
Anna van de Vijver
17
Ghina Gangadien
6
Mauro Westerbeek
18
Daan van Gelder
7
Kajan Wever
19
Luciano van Hal
8
Noor Yosef
20
Jane Huisman
9
21
Sama Kamali
10
22
Rodin Langejans
11
23
Klena Mohammed
12
24
25
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Naam
Nummer
Naam
Nummer
Rhodé Bakker
1
Anouar Ouali
13
Jonah Balentina
2
Floris van der Reijd
14
Jasmijn Böhm
3
Yenthe Stalknegt
15
Eva Elzerman
4
Roan Vermeer
16
Shiloh Frijda
5
Anna van de Vijver
17
Ghina Gangadien
6
Mauro Westerbeek
18
Daan van Gelder
7
Kajan Wever
19
Luciano van Hal
8
Noor Yosef
20
Jane Huisman
9
21
Sama Kamali
10
22
Rodin Langejans
11
23
Klena Mohammed
12
24
25

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Herhalen vorige les.
  • Huiswerk controleren.
  • Uitleg 5.4
  • Werken.
  • Uitleg 5.4

Slide 2 - Tekstslide

  • Welke kritiek had Luther op de kerk?
  • Wanneer gaat Luther andere ideeën krijgen?
  • Wat is een aflaat?

Slide 3 - Tekstslide

Functie van adel
door de komst van een geld economie en ambtenaren:
Vroege Middeleeuwen:
Adel hielp mee in het bestuur.
Adel levert militairen.
Late Middeleeuwen:
Ambtenaren helpen in het bestuur.
Huurlegers leveren militairen.

Slide 4 - Tekstslide

Nakijken.

  • Paragraaf 5.3 maak vraag 5 tm 13
  • Eén persoon leest de vraag voor.
  • Heb je iets anders? Steek je vinger op en zeg het, soms is meer dan één antwoord goed.
  •  Zorg ervoor dat je de juiste antwoorden overneemt.

Slide 5 - Tekstslide

Lesdoel
1) Ik kan uitleggen waarom er in de late middeleeuwen conflicten waren tussen de paus en de vorsten.
2) Ik kan beschrijven hoe vorsten probeerden een centraal bestuur in te voeren.

Slide 6 - Tekstslide

Wie heeft de meeste macht?
  • Koningen en kerk strijden om de macht.
  • Koningen benoemen bisschoppen als leenmannen.
  • Het voordeel is dat bisschoppen geen kinderen kunnen krijgen.

Slide 7 - Tekstslide

Wie heeft de meeste macht?
  • Bijna 2 eeuwen proberen pausen en koningen te testen wie de meeste macht heeft.
  • In 1122 worden er afspraken gemaakt.
  • De keizer bemoeit zich niet met bisschoppen en de paus houdt zich alleen nog bezig met godsdienst.

Slide 8 - Tekstslide

Aan het werk.

10 minuten. 
Werk in tweetallen of met z'n drieën.
5.4 Lees blz 81 en 82.
 5.4 Maak vraag 1 tm 12.
timer
10:00

Slide 9 - Tekstslide

Centraal bestuur
Een staat (gebied met eigen regels en bestuur) wordt vanuit één plek bestuurd.
Voordeel:
Overal dezelfde wetten, belasting en regels.
De koning hoeft niet meer rond te reizen.
Nadeel:
Adel en steden wilden hun macht niet kwijt.
Er komen opstanden tegen de vorst

Slide 10 - Tekstslide

1315
De Lage Landen

Slide 11 - Tekstslide

Huiswerk

10 minuten. 
Werk in tweetallen of met z'n drieën.
5.4 Lees blz 81 en 82.
 5.4 Maak vraag 1 tm 12.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide