De verplaatsing van een stof van een plaats met een hoge concentratie naar een plaats met een lage concentratie van die stof.
De diffusiesnelheid is afhankelijk van de temperatuur.
Slide 19 - Tekstslide
Osmose
Slide 20 - Tekstslide
Transport door membranen
Osmose
verplaasten van water moleculen door membraan via aqua-poriën.
altijd van lage osmotische waarde naar hoge osmotische waarde.
Kost geen extra energie (ATP)
Slide 21 - Tekstslide
Osmotische waarde
Hoeveel water zich verplaatst wordt bepaald door de osmotische waarde aan beide zijden van het membraan.
Osmotische waarde: hoeveelheid opgeloste stoffen in het water.
Hoge osmotische waarde: veel opgeloste stoffen.
Lage osmotische waarde: weinig opgeloste stoffen.
Water stroomt van een lage -> hoge osmotische waarde.
Slide 22 - Tekstslide
Transport door membranen
Osmotische waarde
gaat alleen om de concentratie opgeloste stoffen.
NaCl splitst in water in Na+ en Cl-
hierdoor wordt de osmotische waarde 2x zo hoog
Dus 2% glucose-oplossing heeft een lagere osmotische waarde dan 2% NaCl-oplossing.
Slide 23 - Tekstslide
Transport door membranen
Osmose dierlijke cel
Tip voor toets
Maak een tekeningetje met pijlen. Dat maakt de opgave vaak een stuk duidelijker.
Slide 24 - Tekstslide
Transport door membranen
Osmose plantaardige cel
de begrippen hyper- en hypotoon zijn altijd relatief; dus ten opzicht van....
Let daarom altijd goed op of de cel hypotoon of juist de omgeving hypotoon is.
Slide 25 - Tekstslide
Transport door membranen
Membraaneiwitten
Eiwitten in membraan zorgen voor transport van
grotere / geladen moleculen.
Transport kan alle kanten op:
- van hoge naar lage concentratie: passief (kost geen extra energie)
- van lage naar hoge concentratie: actief (kost wel extra energie)
Tip voor toets
Maak een tekeningetje met pijlen.
Dat maakt de opgave vaak een stuk duidelijker.
Slide 26 - Tekstslide
Osmose en context
Slide 27 - Tekstslide
Osmose en context
De omgeving heeft door het zout een veel hogere osmotische gekregen, waardoor er water uit de cellen van de slak verplaatst zal worden. Hierdoor sterven de cellen van de slak.
Osmose
Slide 28 - Tekstslide
Water moleculen (blauw) bewegen naar links door:
A
diffusie, actief transport
B
diffusie, passief transport
C
osmose, actief transport
D
osmose, passief transport
Slide 29 - Quizvraag
biologiepagina.nl
Slide 30 - Link
Passief transport
kost geen energie
verloopt altijd door een concentratieverschil
osmose en diffusie
Slide 31 - Tekstslide
Actief transport, tegen concentratiegradiënt in. Kost ATP.