H6.4 Havo

H6.4 Moleculaire stoffen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H6.4 Moleculaire stoffen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je leert de verschillende kenmerken van moleculaire stoffen
  • Je leert over de atoombinding
  • Je leert wat een structuurformule is
  • Je leert de covalentie van 8 verschillende atomen 
  • Je leert wat vanderwaalsbindingen zijn

Slide 2 - Tekstslide

Kenmerken van moleculaire stoffen
Moleculaire stoffen hebben maar één overeenkomende eigenschap:

Ze geleiden in geen enkele fase stroom!

Slide 3 - Tekstslide

Onderverdeling moleculaire stoffen
Moleculaire stoffen zijn in twee categorieën in te delen:

Hydrofoob:                                                                   Hydrofiel:
Lost niet op in water                                                Lost op in water
Olie                                                                                  Alcohol
Vet                                                                                   Suiker

Slide 4 - Tekstslide

Onderverdeling moleculaire stoffen
Hydrofiele en hydrofobe stoffen geven aan hoe goed stoffen in water oplossen.

Hydrofiele stoffen mengen onderling goed
Hydrofobe stoffen mengen onderling goed
Hydrofiele stoffen mengen niet goed met hydrofobe stoffen

Slide 5 - Tekstslide

Is alcohol hydrofoob of hydrofiel
A
Hydrofoob
B
Hydrofiel

Slide 6 - Quizvraag

Is olijfolie hydrofoob of hydrofiel
A
Hydrofoob
B
Hydrofiel

Slide 7 - Quizvraag

Is water hydrofoob of hydrofiel
A
Hydrofoob
B
Hydrofiel

Slide 8 - Quizvraag

Butaan (hydrofoob) en fosfaat mengen goed. Wat is fosfaat
A
Hydrofoob
B
Hydrofiel

Slide 9 - Quizvraag

Butaan (hydrofoob) en creatine mengen slecht. Wat is creatine
A
Hydrofoob
B
Hydrofiel

Slide 10 - Quizvraag

Atoombinding
Doordat niet metaal atomen geen vrije elektronen hebben, maar deze juist willen opnemen, delen ze een elektron.

Dit vormt een elektronenpaar

Slide 11 - Tekstslide

Atoombinding

Slide 12 - Tekstslide

Structuur- vs molecuulformule

Slide 13 - Tekstslide

Covalentie

Slide 14 - Tekstslide

Covalentie

Slide 15 - Tekstslide

Moleculaire stoffen hebben vrije elektronen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Covalentie geeft aan hoeveel bindingen een molecuul kan hebben
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Het atoom C heeft een covalentie van 4
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Vanderwaalsbindingen
Moleculaire stoffen hebben een groot verschil in kookpunt. Met kookpunten als laag als -200 graden Celcius en smeltpunten als hoog als 500 graden Celcius.

Dit betekent dat de atoombinding niet veel te maken heeft met smelten en koken.

Slide 19 - Tekstslide

Vanderwaalsbindingen
Het smeltpunt en kookpunt is namelijk afhankelijk van de bindingskracht tussen moleculen en niet atomen

Deze bindingskrachten vormen een binding genaamd Vanderwaaldbinding

Slide 20 - Tekstslide

Vanderwaalsbindingen
Hoe groter de massa hoe groter de krachten tussen de moleculen. 

Hoe sterker de vanderwaalsbindingen hoe hoger het smelt- en kookpunt

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Alle bindingen op een rij
De binden staan hier in een rij van sterkste naar zwakste:

  1. Ionbinding (zout)
  2. Metaalbinding (metaal)
  3. Vanderwaalsbinding (moleculaire stof)

Slide 23 - Tekstslide

Opdrachten
34, 35, 37, 38, 40 en 41
Blz 176 & 177

Klaar? 
Gemengde opdrachten 
blz 178 & 179

Slide 24 - Tekstslide