Les 45 - Persoonlijk en bezittelijke voornaamwoord

Wat gaan we doen?
  • 10 min - Lezen in je boek
  • 10 min - Korte herhaling les 37
  • 20 min - Instructie 'persoonlijk en bezittelijke voornaamwoord'
------------------------------ 3 min.. even wat  voor je zelf
  • 15 min - Ruimte voor vragen stellen en start maken oefeningen
  • 07 min - Woordenschat - Blooket
  • 15 min - Maken in de les: overige oefeningen van les 45
Persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, bLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen?
  • 10 min - Lezen in je boek
  • 10 min - Korte herhaling les 37
  • 20 min - Instructie 'persoonlijk en bezittelijke voornaamwoord'
------------------------------ 3 min.. even wat  voor je zelf
  • 15 min - Ruimte voor vragen stellen en start maken oefeningen
  • 07 min - Woordenschat - Blooket
  • 15 min - Maken in de les: overige oefeningen van les 45
Persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord

Slide 1 - Tekstslide

Les 45 - Persoonlijk en bezittelijke voornaamwoord

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Soms is het lastig....
"hun".... hun hebben gelijk >> is fout
"als mij".... groter als mij >> is fout
"als jou"... ik ken niemand die zo vaak te laat komt als jou
>> is fout
"jouw" ... Wij zagen jouw in de  stad gisteren >> is fout

Slide 6 - Tekstslide

Dit 'moet' je weten....

Zij
hebben gelijk (dus niet 'hun' hebben gelijk)
Jij bent groter dan mij (..dus niet 'als  mij')
Ik ken niemand die vaker te laat komt als jij (dus niet 'als jou')
Wij zagen jou gisteren in de stad (dus niet 'jouw')


Slide 7 - Tekstslide

Verwijst naar....
Een persoonlijk voornaamwoord is een woord dat direct verwijst naar een mens:

Pieter heeft bitterballen besteld.” wordt: “Hij heeft bitterballen besteld.” of zelfs:Hij heeft ze besteld.

Slide 8 - Tekstslide

Verwijst naar....
Een persoonlijk voornaamwoord verwijst vaak naar mensen, maar het kan ook op andere dingen slaan, zoals dieren of voorwerpen.

De hond is gaan liggen. Hij is moe.” (of 'hij is gaan liggen')
“De buren hebben hun grote kast verkocht. Hij stond in de weg.”

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Verwijst naar....

Net zoals bij het woord 'persoonlijk voornaamwoord', vertelt de naam 'bezittelijk voornaamwoord' je al veel over wat het betekent >> Het laat zien van wie iets is.


Slide 11 - Tekstslide

Voorbeelden bezittelijk voornaamwoord

Mijn moeder staat altijd voor mij klaar.”
“Gaan we naar zijn huis of naar jouw huis?”
“Waar staan jullie tassen?”

Slide 12 - Tekstslide

Persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord

Mijn moeder staat altijd voor mij klaar.”
“Gaan we naar zijn huis of naar jouw huis?”

Slide 13 - Tekstslide

Bezittelijk voornaamwoord "mijn / m'n"
Mijn moeder staat altijd voor mij klaar.” >> schrijf- en spreektaal
Me ma staat klaar.” >> app taal

Als je spreekt en schrijft in appjes... gebruiken we vaak "me" in plaats van "m'n" als je over bezit praat, zoals "me moeder". Maar eigenlijk is dit "m'n" de verkorte versie van "mijn", niet "me".

>>> Dus er is niets fout met "m'n moeder". <<<<

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Blz 94
Oef 1
Klassikaal maken

Slide 16 - Tekstslide

Blz 94
Oef 2
Klassikaal maken

Slide 17 - Tekstslide

Blz 94
Oef 3
Klassikaal maken

Slide 18 - Tekstslide

OEFENING 8 - BLZ 95
Mijn is een ............................voornaamwoord
Jullie is een ..........................voornaamwoord
Hij is een ...............................voornaamwoord
Het is een ..............................voornaamwoord
Hen is een .............................voornaamwoord
Hun is een .............................voornaamwoord
Uw is een ...............................voornaamwoord
Zijn is een ..............................voornaamwoord

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide