Klinisch redeneren hersenen

Klinische redeneren hersenen
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Klinische redeneren hersenen

Slide 1 - Tekstslide

Casus dhr. de Graaf
Meneer de Graaf is 83 jaar. Hij woont in een aanleunwoning. Een jaar geleden is zijn vrouw gestorven. Hij heeft vier kinderen: drie zoons en een dochter. Meneer is nog grotendeels zelfstandig. De verpleging helpt hem alleen met het klaarzetten van de medicatie. Meneer slikt namelijk bètablokkers en statines. Deze medicatie is voorgeschreven, nadat meneer een bypassoperatie heeft gehad. Dit is inmiddels tien jaar geleden. 
Jij zorgt vandaag voor meneer de Graaf. Je komt langs om de medicatie klaar te zetten. je belt aan bij meneer. Het duurt even voor hij open doet, langer dan normaal. Je kijkt naar binnen en ziet hem langzaam richting de deur hinkt, zijn rechterbeen sleept hij mee. Als hij de deur opent zie je dat hij niet goed recht staat. Mompelt probeert hij iets te zeggen: "Ik voel me niet goed. Kun je kijken wat er met mij aan de hand is?"

Slide 2 - Tekstslide




Je treft meneer de Graaf zo aan als hij de deur opent.

Wat ga je doen?

Slide 3 - Tekstslide

Stap 1: Oriëntatie op de situatie

Wat is je opgevallen aan de casus?
Welke methodes kun je gebruiken om een beeld te vormen?
Wat zou je willen weten/uitsluiten?

Slide 4 - Tekstslide

Schrijf een SBAR voor deze casus.

Slide 5 - Open vraag

Stap 2: Klinische probleemstelling


Beredeneer de problematiek en de prioriteiten. 

Slide 6 - Tekstslide

ABCDE
A: luchtwegen zijn vrij
B: Ademhalingsfrequentie is 25/min.
C: 105 slagen/min, 170/100
D: Bij bewustzijn, praat onduidelijk, is ongerust.
E: temperatuur: 36,7 graden. Hinkt met zijn voet, sleept met rechterbeen.

Slide 7 - Tekstslide

Stap 3: Aanvullend klinisch onderzoek

Welk aanvullende onderzoek zou er nog mogelijk zijn in deze situatie?

Wat verwacht je van deze uitkomst?

Slide 8 - Tekstslide

FAST-test

Slide 9 - Tekstslide

Stap 4: klinisch beleid

Welke interventies of protocollen zijn er nodig?
Wie consulteer je?
Hoe begeleid je de zorgvrager?
Hoe stel je de prioriteiten?

Slide 10 - Tekstslide

Stap 5: Klinisch verloop
Wat is het gewenste verloop van de casus op korte en lange termijn?

Wat is het ongewenste verloop van deze casus op korte en lange termijn?

Welke risico's en complicaties kunnen er optreden?

Slide 11 - Tekstslide

Stap 6: Nabeschouwing
Hoe ga je evalueren?

Wat ga je evalueren?
Wie betrek je bij de evaluatie?

 En waarom?

Slide 12 - Tekstslide