HP Plus Wondzorg

Bijeenkomst 4
  • Decubitus
  • Laag complexe wonden
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Bijeenkomst 4
  • Decubitus
  • Laag complexe wonden

Slide 1 - Tekstslide

Borst: oncologische wond

Slide 2 - Tekstslide

Een rode wond geneest het best in een vochtig wondklimaat.
Helpende plus mogen rode wonden verzorgen.
Bouw huidlagen

Slide 3 - Tekstslide

Een wond is een verbreking van de continuïteit van weefsel veroorzaakt door een trauma of pathologische aandoening.

Epidermis: Opperhuid (het opperhuidweefsel) bestaat uit een vijftal lagen.
Dermis: Lederhuid geeft de huid zijn stevigheid. Deze laag bestaat uit dicht bindweefsel, verdeeld over twee lagen. In de dermis komen ook talg- en zweetklieren, haarwortels en zenuwen voor. Ook zijn er bloedvaten in deze huidlaag.
Subcutis: De subcutis is onderhuids weefsel dat voornamelijk dient voor vetopslag.

Slide 4 - Tekstslide

Zie boek blz. 142 en 143
Copie geven
ontstaanswijze van wonden
  • Mechanisch
  • chemisch
  • thermisch
  • elektriciteit
  • straling
  • circulatiestoornis, (zie plaatje voet)
  • oncologisch

Slide 5 - Tekstslide

Ontstaanwijze; zie boek blz.142
Een mechanische wond is veroorzaakt door:
A
Elektriciteit
B
Straling
C
Chemische stoffen
D
Fysiek trauma

Slide 6 - Quizvraag

Wonden die veroorzaakt zijn door een scherp of stomp geweld van buitenaf, zoals steek-, snij-, schaaf-, schot-, scheur- en kneuswonden of chirurgische wonden
Gele wond
Rode wond
Zwarte wond

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wondclassificatiesystemen






Wordt gebruikt om structuur aan te brengen in een wondbehandeling
  • WCS model (blz. 143)
  • TIME model (blz. 152)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Time model
  • Er wordt naar factoren gekeken die een rol spelen bij het genezingsproces van een wond
  • Kan gebruikt worden bij het diagnosticeren van een wond en bepalen en evalueren van een wondbehandeling.

Slide 9 - Tekstslide

Time plan: zie boek blz. 152
TIME
  • T = Tissue, weefsel Wat is de kleur?
  • I = Infectie ; is er sprake van een infectie?
  • M = moisture = vocht; produceert de wond veel vocht?
  • E = edge = wondranden ; wat is de toestand van de rand?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WCS - classificatiemodel

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Hoe verzorg je een wond
Welke kleur volgens WCS heeft een granulerende wond?
A
zwart
B
geel
C
rood

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rode wond

Een rode wond bestaat uit granulatieweefsel en bevindt zich in de regeneratiefase. In deze fase wordt weefsel dat verloren is gegaan, vervangen door nieuw weefsel (epithelialisatie). Granulatieweefsel is vaatrijk en korrelig bindweefsel dat zich vormt op de bodem van een wond. Deze bodem is gezond.

Slide 14 - Tekstslide

In de granulatiefase wordt de beschadigde huid (dermis) vervangen door nieuw weefsel dat granulatieweefsel heet. In deze fase ziet de wond er vaak helderrood uit.

Een gele wond bevindt zich in de reactiefase. Het lichaam reageert op de wond door te starten met stolling, vaatvernauwing en afsluiting van de wond. Dit ziet eruit als een gelig beslag op de wond. Vaak wordt ook exsudaat (wondvocht) gevormd, bestaande uit celresten en samengeklonterde eiwitten.

Gele wond

Slide 15 - Tekstslide

Reactiefase (ontstekingsfase) in deze fase ruimt het lichaam weefsel op, zoals oud bloed en bacteriën. Er zit wondvocht in de wond. Een wond is in deze fase altijd wat rood, gezwollen en pijnlijk.
Zwarte wond

Een zwarte wond dankt zijn kleur aan het afgestorven weefsel (necrose/débris) waar de wond uit bestaat. Dit weefsel is een voedingsbodem voor bacteriën. De kleur kan ook bruin-grijs-gelig zijn. Er zijn twee vormen van necrose: harde necrose (korst) en natte necrose.

 

zwarte wond

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Decubituswonden

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

IAD: incontinentie geassocieerde dermatitis

Slide 25 - Tekstslide

decubitus: lokale beschadiging van de huid, gevolg van druk of druk in samenhang met schuifkracht.
Vochtletsel: huidletsel veroorzaakt door vocht, transpiratie, urine of fecale incontinentie.
Smetten: oppervlakkige huidaandoening in grote plooien.

Slide 26 - Tekstslide

Moeilijk van elkaar te onderscheiden, decubitus of vochtletsel?

Slide 27 - Tekstslide

Decubitus: vermindering van druk en schuifkracht, wisselligging, AD-matras.
Incontinentie: mictietraining, huidzorg, huidbescherming, inco-materiaal, evt katheter. 
Diffuus= onregelmatig, geen duidelijke begrenzing.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Zie boek blz. 147

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Video

Video toedienen oogdruppels.

Traanbuis dichthouden>> parenterale toediening.  Complicatie kan zijn, verstoring van de hartslag wanneer het een enterale toediening wordt.

Data op flesje bij opening, maand houdbaar.

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Tekstslide

Xylometazoline: niet langer dan 7 dagen gebruiken. Bij langer gebruik kan juist tot verdikking van het neusslijmvlies leiden.

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 47 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 48 - Tekstslide

Zetpil en microlax

Slide 49 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 50 - Link

Het toedienen van een microlax

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies