Ik kan aan de formule zien of de bijbehorende parabool een dalparabool of een bergparabool is
Begrippen:
Dalparabool, bergparabool
Slide 2 - Tekstslide
1. Herhalen
Als het goed is beheers je deze doelen nu. Nog niet (helemaal)? Extra oefenen en/of extra vragen stellen
Slide 3 - Tekstslide
1. Herhalen
Als het goed is beheers je deze doelen nu. Nog niet (helemaal)? Extra oefenen en/of extra vragen stellen
Slide 4 - Tekstslide
1. Herhalen
a. x=-1 en x=1 b. x=-3 en x=3 c.
Slide 5 - Tekstslide
1. Herhalen
c.
d. Optie 1. Als je de manier van c gebruikt: er kan geen negatief getal onder een wortel staan.
Optie 2. Als je naar de grafiek kijkt: de top van de bergparabool ligt lager dan 8, dus geen oplossingen. (Optie twee is alleen goed als je het woord 'top' en 'bergparabool' gebuikt om het uit te leggen)
−x2+5=0
−x2=−5
x2=5
x=√5
of
x=−√5
dus x = 2,24 of x = -2,24
Slide 6 - Tekstslide
2. Parabolen
Slide 7 - Tekstslide
2. Parabolen
Maak deze opdracht éérst helemaal zelf. Ga dan door naar de volgende slide.
Slide 8 - Tekstslide
2. Parabolen
Tabel invullen
Vul steeds het getal is op de plek van x.
Let op! als je een negatief getal invult voor x, moet dat hele getal in het kwadraat. Op je rekenmachine gebruik je dus haakjes.
Grafiek tekenen
Let op: Tekenen met potlood
Namen bij de assen
Gelijke stapgrootte
Eerst punten intekenen
Dan een vloeiende lijn door de punten
De lijn gaat verder door dan je getekende punten
Slide 9 - Tekstslide
2. Parabolen
Slide 10 - Tekstslide
3. Oefenen
Vraag?
1. Lees &begrijp de theorie
2. Vraag je docent
Oefenen = leren:
Maken->nakijken->vragen->maken-> totdat je het helemaal zelf kan.
Slide 11 - Tekstslide
4. Samen afsluiten
Heb je alle leerdoelen gehaald? Ja: kies basis + expert Nee: kies instap + basis