Je kan het personage Eva in de film 'Briefgeheim' beschrijven
Slide 2 - Tekstslide
Introduceer het leerdoel van de les aan de studenten.
WAT WEET JE AL OVER HET INLEVEN IN EEN PERSONAGE ?
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
STAP 1: Wie is het personage?
Slide 4 - Tekstslide
Vraag de studenten om aantekeningen te maken van de vragen die ze zichzelf moeten stellen voordat ze zich kunnen verplaatsen in een personage. Bespreek als klas de antwoorden op deze vragen.
Wie is het personage?
Om je goed te kunnen verplaatsen in een personage moet je jezelf de volgende vragen stellen:
Wat zijn de karaktereigenschappen van het personage?
Wat is de achtergrond van het personage?
Welk gedrag zien we van het personage?
Hoe gaat het personage met anderen om?
Slide 5 - Tekstslide
Vraag de studenten om aantekeningen te maken van de vragen die ze zichzelf moeten stellen voordat ze zich kunnen verplaatsen in een personage. Bespreek als klas de antwoorden op deze vragen.
Wat zijn de karaktereigenschappen van het personage?
Karaktereigenschappen zijn de dingen die bepalen hoe iemand zich gedraagt, denkt en voelt.
Vraag de studenten om aantekeningen te maken van de vragen die ze zichzelf moeten stellen voordat ze zich kunnen verplaatsen in een personage. Bespreek als klas de antwoorden op deze vragen.
Wat is de achtergrond van het personage?
De achtergrond van een personage is alles wat te maken heeft met het leven van dat personage vóór het verhaal begint.
Denk aan: familie, opvoeding, school,
belangrijke gebeurtenissen, hobby's
en interesses
timer
2:00
Slide 7 - Tekstslide
Vraag de studenten om aantekeningen te maken van de vragen die ze zichzelf moeten stellen voordat ze zich kunnen verplaatsen in een personage. Bespreek als klas de antwoorden op deze vragen.
Welk gedrag zien we van het personage?
Het gedrag van een personage betekent hoe iemand zich gedraagt in een verhaal.
Voorbeelden: moedig, bang,
agressief, vrolijk
timer
2:00
Slide 8 - Tekstslide
Vraag de studenten om aantekeningen te maken van de vragen die ze zichzelf moeten stellen voordat ze zich kunnen verplaatsen in een personage. Bespreek als klas de antwoorden op deze vragen.
Hoe gaat het personage met anderen om?
De omgang van een personage met anderen gaat over hoe het personage zich gedraagt en reageert als het samen is met andere mensen of personages in een verhaal. Let op gesprekken en acties tussen personages.
Vraag de studenten om aantekeningen te maken van de vragen die ze zichzelf moeten stellen voordat ze zich kunnen verplaatsen in een personage. Bespreek als klas de antwoorden op deze vragen.
STAP 2: Wat zijn de gevoelens van het personage?
Slide 10 - Tekstslide
Vraag de studenten om aantekeningen te maken van de vragen die ze zichzelf moeten stellen voordat ze zich kunnen verplaatsen in een personage. Bespreek als klas de antwoorden op deze vragen.
Gevoelens van het personage
Denk na over de gevoelens van het personage. Wat maakt het personage blij, verdrietig, boos of bang?
timer
2:00
Slide 11 - Tekstslide
Vraag de studenten om in tweetallen te bespreken welke gevoelens het personage kan hebben en waarom. Bespreek als klas de antwoorden op deze vragen.
Inleven in het personage
Nu je weet wie het personage is en wat zijn/haar gevoelens zijn, kun je jezelf verplaatsen in het personage. Probeer jezelf voor te stellen dat jij het personage bent en denk na over hoe jij je zou voelen in verschillende situaties.
timer
2:00
Slide 12 - Tekstslide
Vraag de studenten om individueel te oefenen met het inleven in het personage. Bespreek als klas hoe dit is gegaan en of er nog vragen zijn.
STAP 3: Filmverslag Hoofstuk Personages
Slide 13 - Tekstslide
Vraag de studenten om aantekeningen te maken van de vragen die ze zichzelf moeten stellen voordat ze zich kunnen verplaatsen in een personage. Bespreek als klas de antwoorden op deze vragen.
Inleven in het personage
Personages zijn de personen in de film. In dit hoofdstuk beschrijf je de hoofdpersoon Eva.
Je schrijft iets over:
Karakter (wat zijn haar karaktereigenschappen)
Achtergrond (hoe ziet het leven van Eva eruit als het verhaal begint)
Gedrag (stoer, onzeker, grappig)
Omgang met anderen
Gevoelens van Eva
Slide 14 - Tekstslide
Vraag de studenten om individueel te oefenen met het inleven in het personage. Bespreek als klas hoe dit is gegaan en of er nog vragen zijn.
Leerdoel
Je weet wat een personage is
Je weet hoe jij je kan inleven in een personage
Je kan het personage Eva in de film 'Briefgeheim' beschrijven
Slide 15 - Tekstslide
Introduceer het leerdoel van de les aan de studenten.