zinsdeelproef

Vandaag
Je weet hoe de zinsdeelproef werkt.
Herhaling
uitleg
zelfstandig aan het werk
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vandaag
Je weet hoe de zinsdeelproef werkt.
Herhaling
uitleg
zelfstandig aan het werk

Slide 1 - Tekstslide

Hoe gaat het met je?
A
Hoe
B
gaat
C
het
D
met je

Slide 2 - Quizvraag

Schrijf hier een open vraag.

Slide 3 - Open vraag

Wat is het kenmerk van een gesloten vraag?

Slide 4 - Woordweb

Zinsdelen
Een zin | bestaat | uit zinsdelen.


Alles wat voor de persoonsvorm staat is 
één zinsdeel

Slide 5 - Tekstslide

Zinsdeelproef

Slide 6 - Tekstslide

Zinsdeelproef 
Onderstreep de persoonsvorm  
Met mijn laatste krachten rende ik over de finish tijdens de marathon van Rotterdam. 
Zet strepen voor en na de persoonsvorm
Met mijn laatste krachten rende | ik over de finish tijdens de marathon van Rotterdam. 
Kijk welke woorden je voor de persoonsvorm kunt zetten om er een kloppende zin van te maken. 
> Ik rende | met mijn laatste krachten over de finish tijdens de marathon van Rotterdam.
> Over de finish | rende | ik met mijn laatste krachten tijdens de marathon van Rotterdam . 
> Tijdens de marathon van Rotterdam | rende | ik met mijn laatste krachten over de finish. 
Zet zinsdeelstrepen voor en na elk zinsdeel dat je hebt gevonden. 
Met mijn laatste krachten | rende | ik | over de finish | tijdens de marathon van Rotterdam. 

Slide 7 - Tekstslide

Zet de zinsdelen tussen strepen.
Overmorgen ga ik naar Brussel.

Slide 8 - Open vraag

Maak zinsdelen.
De aardige buurman gaat elke dag hardlopen.

Slide 9 - Open vraag

aan het werk
grammatica 1.7 (1K, 1L) Opdrachten persoonsvorm en opdrachten 4, 5 en 6
2.7 (1W) opdrachten zinsdelen

Slide 10 - Tekstslide