Revolutie Frankrijk

Revolutie Frankrijk
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Revolutie Frankrijk

Slide 1 - Tekstslide

Herhalen
Wat is de aanleiding van de Amerikaanse Revolutie?
Welke partijen strijden tegen elkaar in de Amerikaanse Revolutie?
Hoe verklaren de Amerikaanse Staten zichzelf onafhankelijk?
Wat kom er in de Amerikaanse grondwet te staan?
Wat houdt 'de scheiding der machten' in?
Hoe verliep de mislukte Nederlandse revolutie?

Slide 2 - Tekstslide

Bastille
In 1789 veroverd het Franse volk de Bastille. Dit was een oud kasteel, nu gebruikt als gevangenis waar de koning willekeurig gevangenen in had gezet. Een teken van de absolute macht. De verovering was de aanleiding van de Franse Revolutie. 
Er ontstond een opstand tegen de Franse koning.

Slide 3 - Tekstslide

Staten-Generaal
Veel Fransen waren ontevreden over koning Lodewijk XVI. Hij bleef belastingen verhogen, voor zijn eigen geldgebrek. In 1788 kwam er een financiële crisis: de staatskas was leeg. 
Om belastingen te verhogen moest de Staten-Generaal bijeenkomen. Deze Staten legde dan eisen op t.o.v. de hogere belastingen. 
De Franse koningen hadden deze Staten daarom al sinds 1614 niet bijeengeroepen, maar nu moest de Franse koning wel. 

Slide 4 - Tekstslide

Nationale Vergadering
In mei 1789 eisten de derde stand dat er rekening gehouden werd met hun rechten en vrijheden. De koning gaf niet toe, en de derde stand verliet de vergadering. Deze derde stand, samen met een aantal leden van de tweede stand, vormden nu samen de Nationale Vergadering. Deze vergadering was van het volk, niet alleen van de standen. 
De Nationale Vergadering bleef net zo lang bijeen tot de koning bereid was burgers inspraak te geven in het bestuur. Ook zouden ze een grondwet maken, waar de koning mee in moest stemmen. 

Slide 5 - Tekstslide

Verklaring
De Nationale Vergadering maakt ook: De verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger. Alle burgers waren gelijk, en behoorden niet tot standen. Iedere burger had godsdienstvrijheid, meningsvrijheid en vrijheid van drukpers. De rechtspraak moest verlopen via regels van de wet. 
De Verklaring was een keerpunt: met het absolutisme was het afgelopen. 
Vanaf nu kwamen er meer vrijheden en kwam de democratie op gang. 

Slide 6 - Tekstslide

Scheiding der machten
Er werd ook een grondwet gemaakt. Er zouden voortaan verkiezingen gehouden worden. Ook kwam er een scheiding der machten. De koning met zijn ministers kregen een uitvoerende macht, de door het volk gekozen Nationale Vergadering kreeg de wetgevende macht en er kwamen onafhankelijke rechters. 

Slide 7 - Tekstslide

Einde koninkrijk
Lodewijk XVI werd eerst met rust gelaten in zijn paleis. Door de grondwet had hij toch weinig te zeggen. Na een paar jaar probeert de koning naar het buitenland te vluchten. Net voor de grens werd hij opgepakt en naar Parijs teruggebracht. De koning werd afgezet. Doordat hij hulp had willen zoeken in het buitenland, werd hij gezien als 'vijand van het volk' en werd ter dood veroordeeld. Frankrijk werd een republiek. 

Slide 8 - Tekstslide

Terreur
Op een groot plein in Parijs werd de koning in 1793 onthoofd door een guillotine. Vele edelen en aanhangers van de koning ondergingen hetzelfde lot. Er ontstond een schrikbewind: de Terreur

In de Nationale Vergadering nam Robespiere de macht over. Overal zal hij vijanden en velen werden ter dood veroordeeld. Robespierre werd uiteindelijk zelf afgezet en onthoofd. 

Slide 9 - Tekstslide

Napoleon
Het bleef onrustig in Frankrijk, wie was nu de baas? 
In deze onrustige tijd greep een legeraanvoerder de macht: Napoleon Bonaparte. 
Met zijn soldaten pleegde hij een staatsgreep. De democratie was weer verdwenen. Er kwam wel weer rust en orde in Frankrijk. 
Napoleon veroverde grote delen van Europa. 

Slide 10 - Tekstslide

Nederland
Nederland werd in 1795 bezet door het Franse leger. Met steun van de Fransen kwamen de Nederlandse patriotten aan de macht. Zij voerden democratie in. De Fransen lieten de Nederlanders zelf het land besturen, maar hielden er wel troepen. 

Onder Napoleon werd de democratie weer afgeschaft. In 1806 benoemde hij Lodewijk Napoleon tot 'koning van Holland'. Vier jaar later voegt hij Nederland geheel toe aan Frankrijk. 

Slide 11 - Tekstslide

Huiswerk
Maak opdracht 19 t/m 26 

Slide 12 - Tekstslide