Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Present Simple questions & negations brugklas`+ vocab atheneum
Questions & Negations
1 / 37
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
In deze les zitten
37 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Questions & Negations
Slide 1 - Tekstslide
Wat betekent present simple?
Slide 2 - Open vraag
Wat weet je nog over de present simple?
Slide 3 - Woordweb
Revision:
De present simple = de tegenwoordige tijd
De belangrijkste regel is de SHIT-rule:
Bij She, He en IT komt er een -s achter het werkwoord.
I work at this school.
Mrs Gielkens work
s
at this school too.
Slide 4 - Tekstslide
Revision:
Bij werkwoorden die eindigen op een -y kijk je naar de letter die voor de -y staat:
Play --> He play
s
football every week.
Enjoy --> She enjoy
s
watching movies.
Marry --> She marr
ies
him because she loves him.
study --> He stud
ies
for the testweek every night.
Slide 5 - Tekstslide
Revision:
Als een woord eindigt op een sisklank (s, sh, ch, x, z) zet je er -es achter:
Miss --> He miss
es
his best friend.
Match --> This shirt match
es
my jeans.
Relax --> After school, he relax
es
at home.
Slide 6 - Tekstslide
Grammar 4: Questions
Er zijn 2 manieren om vragen te maken:
1. Bij een auxiliary verb zet je het werwoord vooraan in de zin
He is my friend. --> Is he my friend?
I can go to the party. --> Can I go to the party?
There will be a lot of people. --> Will there be a lot of people?
Slide 7 - Tekstslide
Grammar 4: Questions
2. Bij alle andere werkwoorden begin je de vraag met
Do
of
Does
. Does gebruik je alleen bij She, He en IT (SHIT-rule!)
You
like
watching series. -->
Do
you
like
watching series?
He
plays
football. -->
Does
he
play
football?
Suzy
hates
cooking. -->
Does
Suzy
hate
cooking?
Slide 8 - Tekstslide
Grammar 4: Questions
Let op: Het werkwoord to have!
You
have
a car. -->
Do
you
have
a car?
You
have got
a car -->
Have
you
got
a car?
She
has
a sister. -->
Does
she
have
a sister?
She
has got
a sister. -->
Has
she
got
a sister?
Slide 9 - Tekstslide
Grammar 4: Questions
Remember:
Na do of does komt het hele w.w. zonder -s!!!
Een vraag eindigt altijd met een ?
Slide 10 - Tekstslide
Grammar 5: Negations
Negation = ontkenning --> Not
2 manieren:
1. met auxiliary verb
2. zonder auxiliary verb
Slide 11 - Tekstslide
Grammar 5: Negations
1. Met auxiliary verb: Zet het woordje not achter het werkwoord. Je mag ook een short form gebruiken. (to be - can - will - may)
He is my brother. --> He is not my brother./ He isn't my brother.
You may borrow my pen. --> You may not borrow my pen.
I will help you. --> I will not help you. / I won't help you.
Slide 12 - Tekstslide
Short forms
is not = isn't
are not = aren't
can not = can't /cannot
will not = won't
Slide 13 - Tekstslide
Grammar 5: Negations
1. Zonder auxiliary verb: gebruik
don't
of
doesn't
+ hele w.w.
Doesn't gebruik je alleen bij She, He, It.
He
likes
playing games. --> He
doesn't like
playing games.
They
practice
every week. --> They
don't practice
every week.
It
works
. --> It
doesn't work
.
Slide 14 - Tekstslide
Let's practice
Slide 15 - Tekstslide
Does he studies a lot?
Deze vraag is...
A
Goed
B
fout
Slide 16 - Quizvraag
We can not come to your party tonight.
Deze ontkenning is...
A
goed
B
fout
Slide 17 - Quizvraag
She doesn't is too late.
Deze ontkenning is...
A
goed
B
fout
Slide 18 - Quizvraag
Which sentence is not right?
A
My dad doesn't work here.
B
Kevin doesn't have got a dog.
C
I don't like geography.
D
He can't play the guitar.
Slide 19 - Quizvraag
Translate the question in English:
Vind jij Engels leuk?
Slide 20 - Open vraag
Translate in English, use a short form:
John is niet mijn oom.
Slide 21 - Open vraag
Translate in English:
Hij weet het antwoord niet.
Slide 22 - Open vraag
Fill in the present simple:
Turn this sentence into a question:
He always walks to school.
A
Is he always walking to school?
B
Does he always walk to school?
C
Doesn't he always walk school?
D
He was always walking to school.
Slide 23 - Quizvraag
Choose the right verbs in the present simple(negative).
Sara ... (watch) the news. She thinks it's boring.
timer
0:30
A
doesn't watch
B
doesn't watches
C
don't watch
D
not watches
Slide 24 - Quizvraag
Choose the right verbs in the present simple(negative).
They ... (look) happy today. I wonder if something is going on.
timer
0:30
A
not look
B
don't looking
C
don't look
D
doesn't look
Slide 25 - Quizvraag
Which sentence is in the present simple negative.
A
We liked that dog.
B
We haven't liked that dog.
C
We're liking that dog so much.
D
We don't like that dog so much.
Slide 26 - Quizvraag
The end
Slide 27 - Tekstslide
Translate:
Lesprogramma
Slide 28 - Open vraag
Translate:
toevoegen
Slide 29 - Open vraag
Translate:
Hoofdstad
Slide 30 - Open vraag
Translate:
opgeven
Slide 31 - Open vraag
Translate:
terwijl
Slide 32 - Open vraag
Translate:
belangrijk
Slide 33 - Open vraag
Translate:
aardrijkskunde
Slide 34 - Open vraag
Translate:
agenda
Slide 35 - Open vraag
Translate:
bereikbaar
Slide 36 - Open vraag
Translate:
vervangen
Slide 37 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
Present Simple questions & negations
Oktober 2024
- Les met
29 slides
Engels
Voortgezet speciaal onderwijs
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerroute VT
Leerroute H
Leerroute V
Leerjaar 1
Present Simple questions & negations brugklas
December 2023
- Les met
27 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Week 5 O17 les 1 Present simple Impact F. Unit 2 p. 46-49
Januari 2023
- Les met
51 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Nakijken weektaak
Januari 2024
- Les met
27 slides
Engels
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
Week 7 O16 les 1 | Present simple hh en negations
Februari 2023
- Les met
17 slides
TH en HA1 - Week 1 les 2 (lockdown) - hh grammar
December 2020
- Les met
24 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1,2
3H questions & Negations
September 2022
- Les met
12 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
Herhaling grammar Ch2 07/01/21
November 2023
- Les met
25 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1