In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Fictie
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
wat is fictie en non-fictie;
wat hoofdpersonen en bijfiguren zijn;
wat karaktereigenschappen zijn.
Slide 2 - Tekstslide
Start
Pagina 9 boek A
Opdracht 2 en 3
Slide 3 - Tekstslide
Fictie
Alles wat verzonnen is noemen we fictie.
Bijvoorbeeld: leesboeken, stripverhalen, films, series, toneelstukken en gedichten.
Fictie lees je vooral voor je plezier.
Slide 4 - Tekstslide
Non-fictie
Alles wat niet verzonnen is, noemen we non-fictie.
Bijvoorbeeld: Schoolboeken, nieuwsberichten, kookboeken, handleidingen, krantenberichten, een informatie boek, het journaal, een documentaire of reality-programma.
Non-fictie lees en bekijk je vooral om iets te leren.
Minder belangrijke personen in het verhaal noem je bijfiguren.
Je leert hen minder goed kennen dan de hoofdpersonen.
Slide 18 - Tekstslide
Inleven
Als je een tekst leest, probeer dan of je je kunt invoelen in de hoofdpersoon. Je stelt je dan voor hoe het is als jij hem of haar was en hetzelfde beleefde.
Minder belangrijke personen in het verhaal noem je bijfiguren.
Je leert hen minder goed kennen dan de hoofdpersonen.
Slide 19 - Tekstslide
Bijfiguren spelen een grotere rol in het boek dan hoofdpersonen. Waar of niet waar?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 20 - Quizvraag
hoofdpersoon
bijfiguur
bijfiguur
bijfiguur
Slide 21 - Sleepvraag
6. Karaktereigenschap
Hoe iemand is.
Bijvoorbeeld: vrolijk, slordig, grappig, lui of rustig.
Slide 22 - Tekstslide
Als je het over iemands karakter hebt, dan heb je het over iemands...
A
Uiterlijk
B
Innerlijk
Slide 23 - Quizvraag
5. Uiterlijke kenmerken
Hoe iemand eruitziet.
Bijvoorbeeld: lang, slank, bruine ogen en blond haar.
Slide 24 - Tekstslide
Pagina 19 boek A
In groepjes van 4 opdracht 9 (hoofdpersonen, bijfiguren)
opdracht 12 (feedback geven)
Wees aardig en eerlijk.
Tips EN Tops
Slide 25 - Tekstslide
Ik weet wat het verschil is tussen fictie en non-fictie?
A
ja
B
nee
Slide 26 - Quizvraag
Ik weet wat een hoofdpersoon en een bijfiguur is?
A
ja
B
nee
Slide 27 - Quizvraag
Ik weet wat een karaktereigenschap is?
A
ja
B
nee
Slide 28 - Quizvraag
Ik weet hoe ik feedback moet geven? Aardig & eerlijk Tips & Tops