4.3 Permutaties

Hoofdstuk 4


Invoegen plattegrond op niveau
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4


Invoegen plattegrond op niveau

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning van de les
  • Terugkijken leerdoelen vorige les
  • Uitleg leerdoelen deze les
  • Zelfstandig werk
  • Afsluiting - exit ticket

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk 4
Vorige les:





Leerdoel 3, 4, 5 en 6.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Laat met een berekening zien hoeveel 5 faculteit is.

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Denk aan de berekening!

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk 4
4.3 Permutaties:



Leerdoel 1 

Je kunt het aantal permutaties uitrekenen.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk 4
4.3 Permutaties:



Leerdoel 1 +
Je kunt het aantal permutaties uitrekenen, dus het aantal volgorden of rangschikkingen.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.3 Permutaties
Bij permutaties rekenen je dus uit hoeveel verschillende volgorden of rangschikkingen je kunt maken.
Hierbij is dus de volgorde van belang.
Herhaling, dus iets dubbel doen, mag niet.

Voorbeeld: Een kunstenaar heeft 9 werken gemaakt en mag er 6 tentoonstellen. Op hoeveel manieren kan hij zijn expositie inrichten?  


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op hoeveel manieren kan je uit een groepje van 6 een voorzitter, secretaris en penningmeester kiezen?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

4.3 Permutaties
Op hoeveel manieren kan je uit een groepje van 6 een voorzitter, secretaris en penningmeester kiezen?

Voor de eerste functie kan je kiezen uit 6 personen, voor de tweede functie uit 5 en voor de derde en laatste functie uit 4 overgebleven personen.
Dus 6 x 5 x 4 = 120 mogelijke permutaties/manieren/samenstellingen.


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.3 Permutaties
Op hoeveel manieren kan je uit een groepje van 6 een voorzitter, secretaris en penningmeester kiezen?
Dus 6 x 5 x 4 = 120 mogelijke permutaties/manieren/samenstellingen.

Je kunt dit ook uitreken met een speciale knop op de GR. 
                                                                                                                                                                                                                                   
                                                                                                                       
                                                                                                                   

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Aantekening 4.3 Permutaties
Permutaties uitrekenen = aantal mogelijke volgorden of rangschikkingen berekenen.
Bijvoorbeeld:


De volgorde is dus van belang en herhaling is niet mogelijk. 
Berekening:


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Nederlandse schilder Piet Mondriaan (1874-1944) was een van de eerste kunstenaars die abstracte werken maakte. 
Je ziet een tegel in de stijl van Mondriaan: 
horizontalen en verticale zwarte lijnen 
die de tegel in een aantal vakjes 
verdelen. Een aantal van deze 
vakjes wordt ingekleurd; de andere 
blijven wit. Alleen de kleuren rood, 
geel, blauw en zwart worden gebruikt.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bereken het aantal mogelijke manieren waarop de vier driehoekige vlakjes met de vier verschillende kleuren ingekleurd kunnen worden.
A
256
B
16
C
24
D
8

Slide 15 - Quizvraag

A: 4^4
B: 4x4
C: 4!
D: 4+4
Bereken het aantal mogelijke manieren waarop vier van de acht vakjes met verschillende kleuren ingekleurd kunnen worden.
A
32
B
4096
C
1680
D
40320

Slide 16 - Quizvraag

A: 8x4
B: 8^4
C: 8P4
D: 8!

Aan de slag
Maak opdrachten: 18, 19 en 21 pagina 144

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan een schaatswedstrijd doen 10 spelers mee. Op hoeveel manieren kunnen de gouden, zilveren en bronzen medailles worden verdeeld? (berekening!)

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies