optelen aftrekken

Thema 1 optellen en aftrekken met decimale getallen
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Thema 1 optellen en aftrekken met decimale getallen

Slide 1 - Tekstslide

Zorg altijd voor kladpapier en een pen/potlood!

Slide 2 - Tekstslide

LESDOELEN:

  • Je weet wat decimale getallen zijn
  • Je kent de opbouw van decimale getallen
  • Je kunt optellen en aftrekken met decimale getallen





Slide 3 - Tekstslide

Decimale getallen
Een decimaal getal is een getal waar een komma in staat. 
De cijfers achter de komma noem je decimalen.

Slide 4 - Tekstslide

Vergelijken
Als je getallen vergelijkt, kun je de tekens >, < en = gebruiken.

> betekent is groter dan
< betekent is kleiner dan
= betekent is even groot als

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

0,65 + 0,34 =

Slide 7 - Open vraag

Decimale getallen optellen en aftrekken
Je kunt bij het optellen van decimale getallen de manieren van handig rekenen gebruiken.
Je kunt rijgen door in een optelling alleen het tweede getal te splitsen.

Slide 8 - Tekstslide

3,08 + 2,99 =

Slide 9 - Open vraag

Decimale getallen optellen en aftrekken
Je kunt splitsen door in een optelling zowel het eerste als het tweede getal te splitsen.

Slide 10 - Tekstslide

9,63 - 2,5 =

Slide 11 - Open vraag

Decimale getallen optellen en aftrekken
Je kunt decimale getallen optellen en aftrekken door te cijferen.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Bereken de som.

Slide 14 - Open vraag

Truus loopt een wedstrijd van 31,08 kilometer. Ze heeft al 8,5 kilometer gelopen. Hoeveel kilometer moet Truus nog lopen?

Slide 15 - Open vraag

Maken

Slide 16 - Tekstslide