Leçon 20

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Programme 
pour la leçon 20
        Aujourd'hui (=vandaag) :
- Apprendre Aimer + bepaald lidwoord
- Quizlet live voca 3-1 FR => NL 
- D’accord > Chapitre 3 > 3.2 > 2 + 3 + 4 + 5 + 6



jeudi 14 avril

Slide 2 - Tekstslide

Aimer + le / la / l' / les + zelfstandig naamwoord

Slide 3 - Tekstslide

Wat betekent "aimer"?

Slide 4 - Woordweb

Maak het rijtje van "aimer":
Typ in j'.... , tu...., il/elle/on...., nous..., vous..., ils/elles...

Slide 5 - Open vraag

Hoe zeg je "dol zijn op" in het Frans?

Slide 6 - Open vraag

Maak het rijtje van "adorer":
Typ in j'.... , tu...., il/elle/on...., nous..., vous..., ils/elles...

Slide 7 - Open vraag

Denk je dat het woord "détester" positief of negatief is?
A
positief
B
negatief

Slide 8 - Quizvraag

Français
Néerlandais
aimer
houden van  
adorer
dol zijn op, gek zijn op
préférer
liever hebben, meer houden van
détester
een hekel hebben aan, haten

Slide 9 - Tekstslide

Aimer, adorer, détester, préférer
Na aimer, adorer, détester, préférer => le / la / l' / les 
Na deze werkwoorden komt dus geen van.
  • J'aime le chocolat : Ik hou van chocolade
  • J'adore la musique : Ik ben dol op muziek
  • Je préfère le foot : Ik houd meer van tennis
  • Marie déteste les devoirs : Marie heeft een hekel aan huiswerk

Slide 10 - Tekstslide

Préférer

Je préfère
Tu préfères
Il/Elle/On préfère
Nous préférons
Vous préférez
Ils/Elles préfèrent
Détester

Je déteste
Tu détestes
Il/Elle/On déteste
Nous détestons
Vous détestez 
Ils/Elles détestent

Slide 11 - Tekstslide

Hoe weet je dat een woord meervoud is in het Frans?

Slide 12 - Woordweb

Meervoud (le pluriel)
In het Frans voegen we een -s of een -x toe aan het meervoud:

La soeur =>  Les soeurs
Le jeu      =>   Les jeux


Slide 13 - Tekstslide

Supplément
  1. Lire (=lees) la page 35
  2. Faire l'exercice A page 36

Slide 14 - Tekstslide

Quizlet live 3-1

Slide 15 - Tekstslide

D'accord : compréhension orale
(=luisteroefening)
Chapitre 3 > 3.2 > 2 + 3 + 4 + 5 + 6

Slide 16 - Tekstslide


Les devoirs mercredi 20 avril :
Apprendre/Leren:
  • Quizlet voca 3-2 NL => FR
  • Supplément, p. 35+36 : apprendre 1. Aimer + le / la / les + zelfstandig naamwoord 
Faire/Maken:
  • Supplément, p. 36: faire exercice B (vertaling)
  • D’accord > Chapitre 3 > 3.3 > opdrachten 3 + 4 (Geef de Franse namen met het lidwoord)

Slide 17 - Tekstslide