Woordenschat paragraaf 1,2,3

Goedemiddag klas 4
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Goedemiddag klas 4

Slide 1 - Tekstslide

Planning:
- Voorstellen
- Inhoud van de les
- Verandering van taal
- Aan het werk
- Bespreken van de opdracht
- Afronding

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht:
Je maakt aantekeningen en m.b.v. die aantekeningen schrijf je een korte informatieve tekst. De tekst moet aan de volgende eisen voldoen:

- 200 woorden (je mag 10% afwijken) 
- Goede inhoudelijke weergave van de inhoud v.d. les (verandering v.d. taal, mens en rol van grammatica) 
- Begrijpelijk voor iemand die de les niet heeft bijgewoond

Slide 3 - Tekstslide

Even voorstellen
André Enserink

Slide 4 - Tekstslide

Aanpassingen van de mens

Slide 5 - Tekstslide

Aanpassingen van de taal

Slide 6 - Tekstslide

Verandering van taal
Ned. - Duits - Engels
Huis - haus - house
school - schule - school
kaas - käse - cheese
Een mooi huis (lw, bn, zn)
Ein schönes Haus (lw, bn, zn)
Une belle maison (lw, bn, zn)

Slide 7 - Tekstslide

Wat staat hier eigenlijk?
De van zin toepast je blijkt grammatica als pas de regels niet grammaticale.

Slide 8 - Open vraag

De van zin toepast je blijkt grammatica als pas de regels niet grammaticale.

De zin van grammatica blijkt pas als je de grammaticale regels  niet toepast. 

Slide 9 - Tekstslide

Wat zegt het jou als iemand die het Nederlands als tweede of derde taal spreekt een vreemde woordvolgorde hanteert?

Slide 10 - Open vraag

Hoe zijn Griekse, Latijnse en Franse woorden in onze taal terechtgekomen?

Slide 11 - Open vraag

Romeinse Rijk

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Welke taal zag je op de vorige slide?

Slide 14 - Open vraag

Hoe is de Nederlandse taal zo zichtbaar geworden in Zuid-Afrika?

Slide 15 - Open vraag

Opdracht:
Je maakt aantekeningen en m.b.v. die aantekeningen schrijf je een korte informatieve tekst. De tekst moet aan de volgende eisen voldoen:

- 200 woorden (je mag 10% afwijken) 
- Goede inhoudelijke weergave van de inhoud v.d. les (verandering v.d. taal, mens en rol van grammatica) 
- Begrijpelijk voor iemand die de les niet heeft bijgewoond

Slide 16 - Tekstslide

Kopieer in het onderstaande vak de informatieve tekst.

Slide 17 - Open vraag

Vervolg:
Herschrijven van de tekst door te kijken naar de genrekenmerken en de uitwerking van de alinea's. 


Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht troublespeech
Zoek minstens drie andere woorden die in het nederlands, engels en duits op elkaar lijken. 
je ziet in ZA nog stukjes Nederlands terug. Is het aannemelijk dat het Nederlands wint aan gebruik in ZA. Waarom is dat zo? 
Zoek de overeenkomsten tussen de ZA'se tekst en de Nederlandse tekst 

Slide 20 - Tekstslide

onderzoek de teksten
volgorde van de woordsoorten (lw, bn, zn, ww enz.) 
spelling
verschil in schrijfwijze
conclusie 
waarom leren wij vrij eenvoudig een andere taal?
Filmpje Van Gaal? Nederlandsachtig Engels

Slide 21 - Tekstslide

Quiz

Wel of niet geleend uit het Latijn/Grieks?

Slide 22 - Tekstslide

Wel of niet geleend uit het Latijn/ Grieks: veto
A
Wel
B
Niet

Slide 23 - Quizvraag

Wel of niet geleend uit het Latijn/ Grieks: tomaat
A
Wel
B
Niet

Slide 24 - Quizvraag

Wel of niet geleend uit het Latijn/ Grieks: chocola
A
Wel
B
Niet

Slide 25 - Quizvraag

Wel of niet geleend uit het Latijn/ Grieks: ad rem
A
Wel
B
Niet

Slide 26 - Quizvraag

Wel of niet geleend uit het Grieks/Latijn: pro forma
A
Wel
B
Niet

Slide 27 - Quizvraag

Uitdrukkingen 
paragraaf 10 formuleren

Slide 28 - Tekstslide

Met argusogen bekijken
uitleg uitdrukking
verhaal erachter/ontstaan
mythe? etc.

Slide 29 - Tekstslide

Doen:
Maken van een (korte) presentatie
 5 uitdrukkingen per persoon
Maximaal 3 personen
https://vechtdalcollege.sharepoint.com/:w:/r/sites/TC1_Oh4d.netl/Lesmateriaal/Uitdrukkingen.docx?d=w32318523ea554093a2e3395398549b2e&csf=1&web=1&e=jtEkcT

Slide 30 - Tekstslide