IBO 11B+V- Deel 3

IBO 11: Dienstverlenende werkzaamheden
1 / 55
volgende
Slide 1: Tekstslide
DierverzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 55 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

IBO 11: Dienstverlenende werkzaamheden

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VANDAAG
  • De vorige les......
  • Vlogs
  • Van deze beroepsopdracht leer ik.......
  • Leskaart B11.4 en V11.10

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe gaat ie?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet jij nog over het ontkalken van een apparaat?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Apparaat ontkalken
Veel apparaten gebruiken water. Zoals wasmachines, afwasmachines, koffieapparaat, waterkoker. Door het water krijg je kalkaanslag. De machine werkt dan minder goed. Daarom moet je ze af en toe ontkalken. Dit doe je met azijn of speciale middelen.
Azijn is zuur. Of beter gezegd: het heeft een hoge zuurgraad. Dat zuur lost kalk op. Kleine apparaten kun je ontkalken met azijn. Kijk wel op de gebruiksaanwijzing of dit mag. Op natuursteen zoals graniet en marmer moet je het niet gebruiken!




Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een voorbeeld van een dienstverlenende taak is:
A
Lunch serveren in een activiteitencentrum
B
Bingo avond organiseren in het verzorgingstehuis
C
De voorraad van de kapsalon bijvullen
D
Met de hotelgast de overnachting afrekenen

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat kun je met dit soort gereedschap?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent HACCP?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

THT betekent Tenminste Houdbaar Tot. Dit staat op bederfelijke producten.
Juist
Onjuist

Slide 10 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Tenminste Houdbaar Tot: Een THT-datum staat op producten die niet snel bederven. Na de THT-datum kan de kwaliteit van het product achteruit gaan, maar smaakt het meestal nog goed. Je kunt het dan nog wel veilig eten.

Te Gebruiken Tot: Een TGT-datum staat op zeer bederfelijke producten. De TGT-datum is de laatste dag waarop het nog veilig is om het product te eten. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

GIPS Project in de klas



  • Maandag 30 oktober 2023 in de ochtend
  • Aanwezigheid verplicht
  • RESPECT
  • Vrijstelling opdrachten

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

GIPS project
Wanneer je ervoor zorgt dat mensen een reëel beeld hebben van gehandicapten, zal de integratie van mensen met een beperking in de maatschappij beter verlopen. 
Stichting GIPS S&L (Gehandicapten Informatie Project Scholen Spelen & Leren) werkt aan een juiste beeldvorming over gehandicapten bij kinderen & jongeren. 

Gehandicapte vrijwilligers laten jullie spelenderwijs ervaren hoe het is om een beperking te hebben en geven antwoord op jullie vragen. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denken jullie
aan bij het woord 'beperking'?

Slide 14 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Hoe laten we een geïnteresseerde houding zien vandaag?

Slide 15 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan jullie doen vandaag?
  • Praktisch ervaren van een beperking
  • Verkennen welke obstakels mensen tegenkomen
  • Het gesprek aangaan met mensen met een beperking 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
1. Opening, uitleg workshop, voorstellen van de gips- medewerkers.
2. Ervaringsparcours waarin de volgende onderdelen aan bod komen:
  • Rolstoel rijden
  • Blindenstok lopen
  • Simulatiebrillen met verschillende oogziektes (grijze staar, netvliesloslating, kokervisis etc)
  • Ouderdomssimulatie met een pak
  • Parkinson- simulatie
  • Opdracht gebarenspel
  • Daarna in kleine groepjes in gesprek met de medewerkers om vragen te stellen

Slide 17 - Tekstslide

Verschillende beperkingen gehorod, welke zou je verder willen onderzoeken
Zijn er nu al vragen die je zou willen stellen aan de medewerkers?

Slide 18 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Pauze van 8:55- 9:15 uur!





Daarna: GIPS project in de klas!

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reflectie

Jullie krijgen van de docent een formulier om te reflecteren op het GIPS project.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van deze beroepsopdracht leer je...
De assistent dienstverlening verleent uiteenlopende diensten op een werklocatie ter ondersteuning van werken en wonen. Hij kan bijvoorbeeld periodiek onderhoud uitvoeren aan het interieur en/ of sanitair op een werkplek of een woning, kleine mankementen verhelpen aan gebruiksvoorwerpen en hulpmiddelen, eenvoudige facilitaire taken uitvoeren, assisteren in de bediening in een instelling, kapsalon of horecagelegenheid of een collega ondersteunen bij het organiseren van eenvoudige evenementen. Hij vermijdt het om schade of overlast te veroorzaken of beperkt het anders zoveel mogelijk.


In het kwalificatiedossier staat dit bij het werkproces ‘Voert ondersteunende dienstverlenende taken uit in werk-woon- en leefomgeving’.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van deze beroepsopdracht leer je...
Je leert hoe je zelf werkt tijdens dienstverlenende werkzaamheden. In beroepsopdracht B11 heb je hier al een goed begin mee gemaakt.


Je hebt geleerd over:
Uiteenlopende diensten uit te voeren op een werklocatie ter ondersteuning van werken en wonen. Hij kan bijvoorbeeld periodiek onderhoud uitvoeren aan het interieur en/of sanitair op een werkplek of een woning, kleine mankementen verhelpen aan gebruiksvoorwerpen en hulpmiddelen, eenvoudige facilitaire taken uitvoeren, assisteren in de bediening in een instelling, kapsalon of horecagelegenheid of een collega ondersteunen bij het organiseren van eenvoudige evenementen. Hij vermijdt het om schade of overlast te veroorzaken of beperkt het anders zoveel mogelijk.

In beroepsopdracht 11V gaan we zelf aan de slag. Je maakt een werkplan en organiseert activiteiten en voert dienstverlenende werkzaamheden uit.


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkprocessen

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weten, kunnen, gedrag
  Wat moet ik weten? 

  Wat moet ik kunnen?

           Welk gedrag hoort daarbij?


Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbereiden - uitvoeren - afronden
Het is belangrijk dat je je werk in een bepaalde volgorde doet. 

Eerst bereid je je werk voor. Dan ga je je werk uitvoeren. En aan het einde rond je je werk goed af.

Tijdens de proeve van bekwaamheid worden jullie ook beoordeeld op deze drie stappen. 

Slide 25 - Tekstslide

Binnen het kwalificatiedossier wordt er gewerkt met de stappen: voorbereiden- uitvoeren en afronden. Hoe zien deze stappen er voor deze opdracht uit? (Even kort).... Hier op letten! Bij voorbereiding hoort ook het maken van een werkplanning.
Aan het einde van deze les...

  • Ik weet waar producten bewaard dienen te worden;
  • Ik weet wat de houdbaarheidsdatum van een product is;
  • Ik weet hoe ik moet serveren;
  • Ik weet wat de taken van een assistent dienstverlener zijn bij een buffet;
  • Ik kan een tafel indekken;
  • Ik weet hoe ik koffie en thee klaar moet maken;
  • Ik weet hoe ik koffie en thee moet serveren.


Slide 26 - Tekstslide

Aan het einde van deze les kan ik een ruimte gebruiksklaar maken met mijn collega's volgens een werkopdracht. Dat is het hoofddoel.

Dan zijn er ook nog een paar kleinere doelen..... (oplezen).
Leerdoelen V-leskaarten: 
1. Ik kan op een juiste wijze met een kassa werken;
2.Ik kan koffie en thee op een juiste wijze presenteren en serveren.




Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je zult het misschien nu al doen, boodschappen. Voor jezelf, je gezin of misschien wel voor je stage. In de dienstverlening zie je dat je dit ook voor je stage, bedrijf, klanten moet doen. Sommige mensen kunnen dit niet meer zelf doen of je moet meehelpen om de boodschappen op te ruimen op de juiste plek.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Boodschappen doen?

Houd deze volgorde aan:
1. Boodschappenlijst maken. Controleer voorraad en schrijf op hoeveel je nodig hebt
2. Budget bepalen. Hoeveel geld neem je mee, schrijf dit op!
3. Boodschappen doen. Houd je aan je lijstje en neem de kassabon mee!
4. Boodschappen controleren als je thuis bent. Kijk het kassabonnetje na en het wisselgeld. Geef de kassabon en het wisselgeld meteen terug.




Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Boodschappen opruimen

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In de winkel:
Zorg dat producten uit de vriezer, als laatste in je winkelwagen gaan. Zo kunnen ze het minst hard ontdooien.

Waar ruim je de spullen thuis op?
Ingevroren producten gaan in de vriezer.
Droge spullen die niet bederven, kunnen in een keukenkast of voorraadkast
Bederfelijke spullen gaan in de koelkast. Wat je in de koelkast legt moet je goed afdekken. Je kunt hier huishoudfolie, plastic bakje of plastic zakje voor gebruiken. Dit is hygiënisch en het zo bederft het niet


Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

B-studenten:
Werk samen met een andere student. Maak opdrachten 16 tot en met 20

Vul de woordenlijst in.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leskaart V 11.10 Boodschappen en met Geld rekenen
WERKEN MET DE KASSA

Werken met de kassa betekent werken met geld. 
Een klant kan pinnen of contant betalen (=cash).

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar moet je aan denken bij
het werken met een kassa?

Slide 34 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Werken met de kassa doe je zo:
• Je mag geen geld kwijtraken, precies werken
• Klantvriendelijk zijn: Kijk de klant aan als je praat. Vraag door als je iets niet begrijpt
• Als wisselgeld teruggeeft: tel terug. Bijvoorbeeld: Iets kost € 3, 80 en de klant betaalt met 10 euro. Je zegt dan: ‘3 euro 80. Met 20 cent maakt 4 euro. 1 euro maakt 5 euro. En 5 euro maakt 10 euro.
• Geef zo min mogelijk munten en briefjes terug.
• Als de klant papiergeld geeft leg het biljet apart in de lade, zodat je weet welk geld de klant gaf. Je ruimt pas op als de klant het wisselgeld heeft.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

V-studenten
Maak de opdrachten 50 tot en met 53.
Vul de woordenlijst in.

Let op: lees de teksten bij de opdrachten goed door!

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waar moet je ook alweer
op letten als je
gasten ontvangt?

Slide 38 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Eten bereiden en serveren
Als assistent dienstverlening en zorg wil je ervoor zorgen dat anderen op een fijne manier kunnen leven en werken. Hier hoort het bereiden en serveren van eten en drinken ook bij. Zoals je eerder al hebt geleerd wordt er bij een vergadering of bijeenkomst vaak koffie en thee geschonken. Jullie gaan meer leren over het bereiden en serveren van eten.

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eten serveren
Bij het serveren van eten overleg je met de leidinggevende wanneer alles klaar moet zijn. Het serveren kan op verschillende manieren. 

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een buffet
Bij grote groepen wordt eten en drinken vaak aangeboden in de vorm van een buffet. Dat is een manier om aan gasten eten en drinken aan te bieden. Gasten kunnen zelf eten en drinken pakken. Het is bij een buffet lastig inschatten hoeveel eten en drinken je nodig hebt. Doordat mensen zelf kunnen opscheppen, pakken ze vaak meer dan ze uiteindelijk op kunnen. Hierdoor kan het zijn dat andere mispakken. Het serveren van een buffet is wel makkelijker. Er hoeven geen tafels bediend te worden, waardoor er minder personeel nodig is.

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jouw taken bij een buffet
  • Je helpt gasten bij het opscheppen van eten 
  • Je weet welke gerechten er geserveerd worden
  • Je kunt uitleg geven over het eten
  • Zodra het eten op dreigt te raken, vul je het aan
  • Je ruimt tussendoor op
  • Je zorgt ervoor dat het buffet er netjes uit blijft zien

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan tafel serveren
In verschillende horecagelegenheden wordt eten aan tafel geserveerd. Denk maar eens aan een lunchroom of een verzorgingshuis. Voordat je het eten kunt serveren, moet je bestek indekken.

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het 'indekken' van een tafel?

Slide 44 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Indekken
Indekken is het neerleggen van alle materialen die de gast gaat gebruiken bij het eten van de maaltijd. Ook glazen en het servet horen daarbij. Je legt het volgende tafelservies klaar bij het indekken. 
  • Een grote vork
  • Een groot mes
  • Een grote lepel
  • Een servet
  • Een wijnglas
  • Eventueel een bord

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indekken
Als je het bestek gaat indekken leg je de benodigdheden klaar op een bord. Je draagt het bestek dus niet met de hand. Je pakt een groot plat bord en legt er een servet op. Daar bovenop leg je het bestek. 



Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

B-studenten:
Werk samen met een andere student. Maak opdrachten 21, 22, 23, 24 en 27.

Vul de woordenlijst in.

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Jullie gaan in groepjes voor één persoon een tafel indekken zoals jullie denken dat dit moet. Je mag internet gebruiken om informatie op te zoeken. Jullie maken gebruik van wat er in de keukenkastjes ligt. 



Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 50 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Serveren
Zodra het eten klaar is serveer je het zo snel mogelijk. Je serveert het gerecht aan de rechterkant van de gast. Bij het serveren let je erop dat je de borden recht houdt. Je zorgt ervoor dat de borden er netjes uitzien, zoals jij ze hebt meegekregen van de keuken. Voor warme borden kun je eventueel een theedoek gebruiken. Als een bord netjes is opgemaakt let je op:

- Geen verschoven eten
- Geen vingerafdrukken
- Geen andere vlekken op het bord


Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koffie/thee serveren
Soms krijgen klanten een kopje koffie of thee. Daar zorg jij voor. Hoe doe je dat?
  • Vraag of de gast een kop koffie of thee wilt;
  • Je kunt eventueel vragen of de gast suiker en melk wilt of welk soort thee
  • Soms wordt er ook wel eens een kistje op tafel gezet met verschillende soorten thee
  • Herhaal voor de zekerheid de bestelling van de gasten

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 54 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht koffie/thee serveren
Jullie gaan koffie en thee serveren aan de klas. Zoek in het groepje op welke regels er zijn voor het serveren van koffie/thee. Schrijf deze regels op. Zoek een afbeelding van een kopje koffie/thee zoals dit geserveerd moet worden. 

Daarna gaan we oefenen met het serveren van koffie/thee.

Slide 55 - Tekstslide

cafeine vrije koffie