Overzicht Hoofdstuk 6 - Media

Hoofdstuk 6 - Media
Thema's Maatschappijleer
Overzicht Hoofdstuk 6
VMBO TL 3e klas
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 6 - Media
Thema's Maatschappijleer
Overzicht Hoofdstuk 6
VMBO TL 3e klas

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel


Overzicht krijgen over toetstof Hoofdstuk 6 Media. 

Spoedcursus - Media!

Slide 2 - Tekstslide

Indeling
1. Media en communicatie

2. Soorten media

3. Nieuws

4. De invloed van de media

Slide 3 - Tekstslide

Media en communicatie


We onderscheiden drie verschillende manieren van communiceren:
  1. non-verbaal of verbaal, 
  2. eenzijdig of tweezijdig
  3. persoonlijk of massaal

Slide 4 - Tekstslide

Bij het journaal is sprake van ...?
A
eenzijdige persoonlijke communicatie
B
eenzijdige massa communicatie
C
tweezijdige persoonlijke communicatie
D
tweezijdige massa communicatie

Slide 5 - Quizvraag

Whatsappen is welke vorm van communicatie?
A
eenzijdig en non verbaal
B
tweezijdig en non verbaal
C
eenzijdig en verbaal
D
tweezijdig en verbaal

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een belangrijk kenmerk van massacommunicatie?

A
Het gaat om tweezijdige communicatie.
B
De informatie is voor iedereen bedoeld.
C
Een (medium) middel is niet noodzakelijk.
D
Het gaat om verbale communicatie.

Slide 7 - Quizvraag

Je fiets naar school en je ziet een verkeersbord. Hier is sprake van:
A
Meerzijdige communicatie
B
Verbale communicatie
C
Indirecte communicatie
D
Eenzijdige communicatie

Slide 8 - Quizvraag

Soorten media


We onderscheiden verschillende massamedia:
  1. TV & radio omroepen
  2. Internet & sociale media
  3. Kranten & tijdschriften

Slide 9 - Tekstslide

Televisie en radio 
Commerciële omroep: 
Heeft als doel zoveel mogelijk geld te verdienen met programma's en reclame. De inkomsten komen van adverteerders en programmamaker obv. kijk & luistercijfers.
Publieke omroep: 
Krijgen subsidie van de overheid en moeten zich daardoor houden aan de mediawet. Ze moeten programma's maken voor hun leden en doelgroep. Ze zorgen voor pluriformiteit/diversiteit op de tv en radio. 

Slide 10 - Tekstslide


Kranten 
Populaire kranten: 
Richten zich op sensationeel nieuws. Geven veel aandacht aan sport, reclame, beroemdheden en cirminaliteit. 

Kwaliteitskranten: 
Geven vaak uitgebreide (achtergrond en onderzoek en bron) informatie bij het politieke of economische nieuws.


Slide 11 - Tekstslide

Tijdschriften
Populaire tijdschriften
Gaan vaak over één hobby/interresse  of onderwerp (bijv. mode, autos of roddels).

Opinietijdschriften Behandelen dezelfde nieuwsonderwerpen als kranten, maar met nog meer achtergrond,onderzoek of bronnen informatie. Ze behandelen een onderwerp vaak vanuit een bepaalde politieke opnie/kleur.

Slide 12 - Tekstslide


Krijgen geen geld van de overheid
A
Commerciële zender of omroep
B
Publieke zender of omroep
C
Beide

Slide 13 - Quizvraag


Daar kun je lid van worden
A
Commerciële zender of omroep
B
Publieke zender of omroep
C
Beide

Slide 14 - Quizvraag


Krijgen inkomsten uit reclamegelden
A
Commerciële zender of omroep
B
Publieke zender of omroep
C
Beide

Slide 15 - Quizvraag


Maken winst
A
Commerciële zender of omroep
B
Publieke zender of omroep
C
Beide

Slide 16 - Quizvraag


Waarom zijn er publieke omroepen?
A
Door reclames uit te zenden verdienen ze veel geld
B
Omdat de overheid wilt dat er ook informatieve programma's zijn
C
Publieke omroepen zijn gekoppeld aan politieke partijen
D
Publieke omroepen zijn ook gericht op een ouder publiek

Slide 17 - Quizvraag

Jongerenzender
Familiezender
Mannenzender
Vrouwenzender
3 op reis
Ladies Night
Hart van Nederland
Stop! Politie

Slide 18 - Sleepvraag

Volwassen en senioren
Vrouwen
Volwassenen
Volwassen en kinderen
Jinek
The big bang theory
Say yes to the dress
De wereld draait door

Slide 19 - Sleepvraag

Nieuws
In het ournaal gaat het om een actuele en bijzondere gebeurtenissen. Het gaat over belangrijke of bekende personen.

De gebeurtenis moeten interessant zijn voor de doelgroep. Is de gebeurtenis belangrijk voor de samenleving?

Het nieuws moet betrouwbaar zijn en duidelijk zijn over haar bronnen!

Slide 20 - Tekstslide

Journalist
Een journalist voor televisie, krant of internet doet zelf onderzoek, neemt interviews af bij alle betrokkenen/partijen (hoor en wederhoor) en controleert meningen, feiten en bronnen (fact check). Een nieuwszender, krant en journalist wordt afgerekend op betrouwbaarheid en bronnen.

Slide 21 - Tekstslide

Pers
Journalisten en omroepen werken vaak samen om nieuws van over de hele wereld aan te bieden. Ze werken bijvoorbeeld samen met wereldomroepen en persbureaus 

(Het ANP = Algemeen Nederlands Persbureau). 

Slide 22 - Tekstslide

Online nieuws is sneller en actueler dan nieuws in een papieren krant
A
akkoord
B
niet akkoord

Slide 23 - Quizvraag

Je vindt ……………. vaak in een kwaliteitskrant, maar minder vaak in een populaire krant.

Welk nieuws is hier weggelaten?
A
sportnieuws.
B
nieuws over criminaliteit.
C
politiek nieuws.
D
amusementsnieuws.

Slide 24 - Quizvraag

Wat zie je vaak op een
Publieke Omroep?
A
Entertainment
B
Nieuws

Slide 25 - Quizvraag

Iemand die stukken schrijft over het
nieuws
A
auteur
B
schrijver
C
journaal
D
journalist

Slide 26 - Quizvraag

Welke hoort er niet bij? Journalisten komen aan informatie door:
A
Persbureaus
B
Personen of organisatie
C
Eigen fantasie
D
Zoeken zelf naar nieuws

Slide 27 - Quizvraag

Invloed van de media

Slide 28 - Tekstslide

Pers
Journalisten, omroepen en sociale media zorgen voor beeldvorming. Het beeld of de informatie is niet altijd betrouwbaar/compleet. Op internet is informatie vaak selectief
Jij, de omroep, de overheid of de computer kiest wat jij wilt/mag zien of horen. 

Slide 29 - Tekstslide

Belangrijke functies van media
Informatieve functie
vrije toegang tot informatie 
(geen censuur/manipulatie/ indoctrinatie).
Controle of waakhondfunctie
controleren van de politiek
Socialiserende functie
normen, waarden, samenhang, wij-gevoel, sociale cohesie. 

Slide 30 - Tekstslide

FAKE NEWS
Trump beschuldigt de media regelmatig van Fake news. De vraag is of dit ook daadwerkelijk fake news is. Het gevaar van Fake news is er wel degelijk er zijn hele bedrijven bezig met het maken van Fake news.
Onder Fake News verstaan we informatie die niet gebaseerd is op feiten maar wel als zodanig wordt gebracht.
Vooral gerenommeerde kranten als de Washington Post en de New York times en de zender CNN worden als fake news bestempeld door Trump. Door als president de media steeds te beschuldigen van fake news als hem het bericht niet aanstaat, ondermijnt Trump de democratie.

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Reageer op de stelling:
''Jongeren zijn slecht geïnformeerd omdat ze geen kranten lezen''

Slide 33 - Open vraag

Slide 34 - Video

DE GROTE NEPNIEUWS QUIZ

Ga naar google en zoek naar: 

Volkskrant Nepnieuws quiz

Klik op start en geef antwoord op de 13 'echt of nep' vragen! 

Slide 35 - Tekstslide