Havo 4, Onderzoeksvaardigheden (6.2)

Hallo allemaal
A
Hallo meneer
B
Hoi meester
C
Yo!
D
Sup?
1 / 30
volgende
Slide 1: Quizvraag
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Hallo allemaal
A
Hallo meneer
B
Hoi meester
C
Yo!
D
Sup?

Slide 1 - Quizvraag

Waar waren we gebleven?

Slide 2 - Open vraag

Geen toets -> wat dan nu?
Combinatie maken van afsluiting hoofdstuk 4 (Krachten) en 6.2 Onderzoeksvaardigheden.
*Oorzaak is verlengde lockdown, geen fraude-vrije manier van digitaal toetsen.
*Gevolg is de keuze voor een praktische opdracht met een verslag om het hoofdstuk 'Krachten' af te sluiten.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

6.2 Onderzoeksvaardigheden

Bij natuurkunde voer je vaak experimenten en onderzoeken uit. Dat begint met eenvoudige proefjes, maar uiteindelijk moet je zelf een onderzoek
(of PWS) kunnen bedenken. Om dat goed te kunnen doen, heb je enkele onderzoeksvaardigheden nodig.

Slide 5 - Tekstslide

Paragraaf vraag

Hoe zet je een onderzoek op en hoe werk je het uit?

Slide 6 - Tekstslide

Hoe zet je een onderzoek op en hoe werk je het uit?

Slide 7 - Open vraag

Vandaag:
- De onderzoeksvraag formuleren

- Een hypothese opstellen

- Een onderzoeksplan opstellen

- Hoe kun je metingen doen

Slide 8 - Tekstslide

De onderzoeksvraag 
De onderzoeksvraag formuleren

- de onderzoeksvraag staat centraal bij het opzetten en uitvoeren van een onderzoek
- bij natuurkunde gaat de onderzoeksvraag vaan over het verband tussen twee (of meer) grootheden.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

De onderzoeksvraag
De onderzoeksvraag formuleren:
- Is het 1 vraag?
- Is de vraag helder en duidelijk?
- Is de vraag afgebakend?
- Is het onderzoek haalbaar?
- Is de onderzoeksvraag niet 'google-baar'?

Slide 11 - Tekstslide

De onderzoeksvraag
Twee voorbeelden:
- Welke invloed heeft de ruwheid van drie verschillende ondergronden op het wrijvingskracht van een (lego)blokje op een schuine ondergrond?
- Wat is het verband tussen de hellingshoek en de versnelling van een (lego)autootje wanneer de helling afrijdt?

Slide 12 - Tekstslide

De hypothese
Bij een onderzoeksvraag hoort ook een van te voren beredeneerde verwachting van de uitkomst van het onderzoek.

Zo'n verwachting heeft een hypothese.

Slide 13 - Tekstslide

De hypothese
Een hypothese is nooit zomaar ene gok.

De hypothese moet gebaseerd zijn op een stuk(je) theorie.

Bijvoorbeeld: De ruwheid van de ondergrond is bepalend voor de wrijfingskracht. De wrijfingskracht is evenredig met de vergroting van de hoek.

Slide 14 - Tekstslide

De hypothese
Je kunt de hypothese ook als een diagram schetsen, het gaat dan om de vorm van de grafiek.
Is deze: stijgend of dalend, krom of recht, wel of niet door de oorsprong.


Slide 15 - Tekstslide

Het onderzoeksplan

Slide 16 - Tekstslide

Het onderzoeksplan
Bij de voorbereiding van een onderzoek schrijf je een onderzoeksplan. Dit is bedoelt om vooraf te bedenken waar bij de uitvoering allemaal op gelet moet worden.

Slide 17 - Tekstslide

Het onderzoeksplan
Meestal bestaat zo'n plan uit de volgende onderdelen:

- Inleiding
- Onderzoeksvraag
- Hypothese
- Meetopstelling
- Uitvoering
- Verwerking
- Bronnen

Slide 18 - Tekstslide

Metingen doen

Slide 19 - Tekstslide

Metingen doen
Meetresultaten van een onderzoek zet je altijd in een tabel.

Meestal zet je de oorzaak in de eerst kolom, en het gevolg in de tweede kolom.

Slide 20 - Tekstslide

Metingen doen
Bijvoorbeeld de hellingshoek in de eerste kolom, en de benodigde tijd in de tweede kolom.

Je gaat dan van klein naar groot, dit heet het meetbereik.

De stappen die je daartussen kiest/neemt geven de spreiding aan.

Slide 21 - Tekstslide

Metingen doen
Metingen zijn meestal niet exact. Door metingen te herhalen wordt de nauwkeurigheid van de metingen groter.
Bovendien laat je zo zien dat metingen reproduceerbaar zijn.
Dat verhoogt de betrouwbaarheid van je onderzoek.

Gebruik ook een goede meetmethode en nauwkeurige meetapparatuur.


Slide 22 - Tekstslide

Metingen doen
Vaak is het handig om eerst wat proefmetingen te doen.

Zo kun je uitproberen hoe groot je meetbereik kan zijn en hoe vaak je een meting moet herhalen om een betrouwbaar gemiddelde per meting te krijgen.

Zorg dat alle andere grootheden constant zijn.

Slide 23 - Tekstslide

Kan ik nu (met hulp):
- Een onderzoeksvraag formuleren

- Een hypothese opstellen

- Een onderzoeksplan opstellen

- Bedenken hoe je metingen kan doen

Slide 24 - Tekstslide

Een onderzoeksvraag formuleren
010

Slide 25 - Poll

Een hypothese opstellen
010

Slide 26 - Poll

Een onderzoeksplan opstellen
010

Slide 27 - Poll

Bedenken hoe je metingen kan doen
010

Slide 28 - Poll

Als laatste:
Weet ik nu wat er van mij verwacht wordt
010

Slide 29 - Poll

Huiswerk
6.2 Onderzoeksvaardigheden

Opgave:
19 t/m 23

Volgende les -> tweede deel van de paragraaf

Slide 30 - Tekstslide