3V - Beeldspraak en stijlfiguren

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Was zoo de zee [O]? Neen, neen een stad geleek
Ze, pleinen en straten in de kermisweek, Boerinne' en boeren, en muziek en dans
In de herbergen en in lichten krans
Om elke markt de snuisterijenkramen.
A
Vergelijking met als
B
Asyndetische vergelijking
C
Homerische vergelijking
D
Synesthesie

Slide 2 - Quizvraag

Hij zegt dat hij op het mooiste plekje van Nederland woont.
A
tegenstelling
B
overdrijving
C
tautologie
D
pleonasme

Slide 3 - Quizvraag

Hij is altijd en eeuwig te laat.
A
tegenstelling
B
overdrijving
C
pleonasme
D
tautologie

Slide 4 - Quizvraag

Die roze frambozen zien er lekker uit.
A
tegenstelling
B
overdrijving
C
herhaling
D
pleonasme

Slide 5 - Quizvraag

Nu is het nog droog, maar straks krijgen we beslist regen.
A
tegenstelling
B
overdrijving
C
herhaling
D
pleonasme

Slide 6 - Quizvraag

We hebben onze hond laten inslapen.
A
understatement
B
eufemisme
C
litotes

Slide 7 - Quizvraag

Wis en waarachtig ga ik vanavond op de tv die wedstrijd bekijken.
A
understatement
B
eufemisme
C
litotes
D
tautologie

Slide 8 - Quizvraag

Het lijkt mij geen slecht idee om volgende week lekker uit eten te gaan.
A
understatement
B
eufemisme
C
litotes
D
tautologie

Slide 9 - Quizvraag

Hij is altijd en eeuwig te laat.
A
tegenstelling
B
overdrijving
C
pleonasme
D
tautologie

Slide 10 - Quizvraag

Na een geweldige gitaarsolo zei mijn vriend: 'Die gitarist kan wel een aardig deuntje spelen, nietwaar?'
A
understatement
B
eufemisme
C
litotes

Slide 11 - Quizvraag

Als kapper is hij de geknipte persoon om de zaak over te nemen.
A
understatement
B
eufemisme
C
litotes

Slide 12 - Quizvraag

Na het besluit om de subsidie te halveren stond de hele club op zijn kop.
A
understatement
B
eufemisme
C
overdrijving

Slide 13 - Quizvraag

Joris was blij, nee, opgetogen, zelfs uitzinnig van vreugde met het cadeau.
A
Tegenstelling
B
Omgekeerde climax
C
Climax
D
Herhaling

Slide 14 - Quizvraag

Koning, keizer, admiraal. Ik ken ze allemaal.
A
Tegenstelling
B
Drieslag
C
Herhaling
D
climax

Slide 15 - Quizvraag

Niemand die je helpt en niemand die je ziet. Nee, niemand die je ziet.
A
Tegenstelling
B
Opsomming
C
Herhaling
D
Climax

Slide 16 - Quizvraag

"Kunnen we zo een sanitaire stop maken? Ik moet even iets wegbrengen."
A
hyperbool
B
understatement
C
litotes
D
eufemisme

Slide 17 - Quizvraag

Dat deze man binnenkort weer in de gevangenis belandt, lijkt mij niet onwaarschijnlijk.
A
hyperbool
B
understatement
C
litotes
D
eufemisme

Slide 18 - Quizvraag

De familie Meiland heeft een leuk optrekje in Hengelo gekocht.
A
hyperbool
B
understatement
C
litotes
D
eufemisme

Slide 19 - Quizvraag

Franka heeft haar vriendje Tom, die trouwe hond, volledig in haar macht.
A
asyndetische vergelijking
B
homerische vergelijking
C
synesthesie
D
metafoor

Slide 20 - Quizvraag

Siewert, die sluwe vos, heeft flink veel geld aan de overheid verdiend.
A
Vergelijking
B
Asyndetische vergelijking
C
Metafoor
D
Spreekwoord

Slide 21 - Quizvraag

Janna is een ster.
A
Vergelijking
B
Asyndetische vergelijking
C
Metafoor
D
Spreekwoord

Slide 22 - Quizvraag