é = accent aigu ( uitspraak: ee: comité, café en René)
è = accent grave ( uitspraak: korte e: fin de siècle, carrière en caissière)
Slide 12 - Tekstslide
accent circonflexe (ê)
- je plaatst het accent circonflexe e en de i van in oorsprong Franse woorden
--> crêpe, maître, moment suprême
Slide 13 - Tekstslide
Umlaut: ü, ö en ä
Komen we tegen in leenwoorden en eigennamen: knäckebröd en überhaupt
Slide 14 - Tekstslide
Kringeltje onder de c: ç = cedille
Als achter de c een a,o of u staat en de c als s moet worden uitgesproken: reçu, François
Slide 15 - Tekstslide
Diakritische tekens spel
Vorm duo's
Elk duo krijgt een envelop met kaartjes
Je vindt 5 hoofdkaarten met de 5 diakritische tekens, deze leg je apart van elkaar neer.
Je gaat nu de resterende kaartjes bij de juiste hoofdkaart neerleggen
Als je dit hebt neergelegd schrijf je het woord over op het blaadje en spel je het woord met het juiste teken
Slide 16 - Tekstslide
Op de volgende slide vind je een lijst met woorden waar een diakritisch teken ontbreekt. Noteer op een blaadje de woorden met op de juiste plaats het diakritische teken.