Cursus 6.4


Wat is een wapenwedloop?
A
Een weddenschap die gaat over wapens
B
Een hardloopwedstrijd waar je wapens mag gebruiken
C
Een soort wedstrijd waar landen betere wapens willen als de ander
D
Een wedstrijd die uitloopt in een oorlog
1 / 30
volgende
Slide 1: Quizvraag
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les


Wat is een wapenwedloop?
A
Een weddenschap die gaat over wapens
B
Een hardloopwedstrijd waar je wapens mag gebruiken
C
Een soort wedstrijd waar landen betere wapens willen als de ander
D
Een wedstrijd die uitloopt in een oorlog

Slide 1 - Quizvraag


Hoe meet je de bevolkingsdichtheid?
A
Het aantal mensen
B
De grootte van het land
C
Het aantal mensen gedeeld door de grootte van het land
D
Het aantal mensen gedeeld door het aantal woonplaatsen

Slide 2 - Quizvraag

Tot 200 m boven NAP
200m tot 500m boven NAP
1500m en hoger boven NAP
500m tot 1000m boven NAP
Laagland 
Heuvelland 
Middelgebergte 
Hooggebergte 

Slide 3 - Sleepvraag


Wat heeft de EU niet?
A
Een parlement
B
Een leger
C
Een eigen munt
D
Open grenzen

Slide 4 - Quizvraag

Oost-Duitsland
West-Duitsland
Communisme
Kapitalisme
Oostblok
Westblok
Sovjet-Unie
Verenigde Staten
Nederland

Slide 5 - Sleepvraag

Sleep de blauwe hokjes naar de goede rode hokjes.
EEG
EU
Open binnengrenzen
Europees Parlement
Europese Commissie

Meer migratie en samenwerking

Economische samenwerking met vrij verkeer van mensen en goederen

Word door burgers gekozen en controleert de wetten

Samenwerking over veel verschillende onderwerpen

Bestuurt de EU en bedenkt wetten

Slide 6 - Sleepvraag

Deze les:
Economie in Europa
blz 116

- Na deze les weet je hoe en vrije markteconomie werkt
- Na deze les kun je het verschil tussen een vrije markteconomie en een planeconomie uitleggen.
- Na deze les weet je hoe de economie in Europa werkt.

Slide 7 - Tekstslide

Markt
Als jij iets wilt kopen      -> Vraag


Iets kopen uit een ander land                   -> Import (Invoer)
Alle geïmporteerde producten samen ->  Invoerwaarde


Slide 8 - Tekstslide

Markt
- Als jij iets wilt verkopen      -> Aanbod


- Iets verkopen naar een ander land     -> Export (Uitvoer)
Alle geexporteerde producten samen -> Uitvoerwaarde

Slide 9 - Tekstslide

Markt
Elke plek waar je dingen koopt en verkoopt = Verhandelen
- Een supermarkt
- Een markt
- Een winkelcentrum
- Een website (marktplaats.nl)
- Een veiling
- Internationale markt (uit een ander land)

Slide 10 - Tekstslide

De EU
Binnen de EU hoef je niet extra te betalen voor import of export
Buiten de EU wel.

Handelen in de EU is dus erg makkelijk.

Door de open grenzen kan je makkelijk in een ander land werken, of een bedrijf beginnen.

Slide 11 - Tekstslide

Stel: Jij wilt een frikandellenbroodje kopen.
Dit is een voorbeeld van....
A
Aanbod
B
Export
C
Import
D
Vraag

Slide 12 - Quizvraag

De Jumbo verkoopt frikandellenbroodjes.
Dit is een voorbeeld van .....
A
Aanbod
B
Export
C
Import
D
Vraag

Slide 13 - Quizvraag

Moet Jumbo extra betalen om de curry te importeren?
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quizvraag

De frikandel is in Nederland te krijgen, maar de curry wordt uit Duitsland gehaald. Dit is een voorbeeld van ....
A
Aanbod
B
Export
C
Import
D
Vraag

Slide 15 - Quizvraag

De waarde van alle curry die naar Nederland worden geïmporteerd bij elkaar is de ....
A
Uitvoerwaarde
B
Invoerwaarde

Slide 16 - Quizvraag

In de VS is vraag naar frikandellenbroodjes, maar ze hebben geen curry en geen frikandellen. De Jumbo verkoopt deze aan de VS. Hier is sprake van.....
A
Aanbod
B
Export
C
Import
D
Vraag

Slide 17 - Quizvraag

Moet de Amerikaanse winkels extra betalen om de frikandellenbroodjes te importeren?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quizvraag

De waarde van alle frikandellenbroodjes die naar de VS worden geëxporteerd bij elkaar is de ....
A
Uitvoerwaarde
B
Invoerwaarde

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Video

Noem 3 producten die
Nederland exporteert.

Slide 21 - Woordweb

Wonen en werken in Europa
Sinds 1985 mogen mensen binnen de EU vrij reizen, wonen en handelen. Jij kan hierdoor bijvoorbeeld werken in Frankrijk. Ook zijn er hierdoor Nederlandse campings in bijvoorbeeld Spanje. 

Slide 22 - Tekstslide

Arme gebieden worden geholpen
  • Binnen de EU
  •  Economische problemen
  • Regionaal beleid

Slide 23 - Tekstslide

Vrije markteconomie
Een markt die werkt met vraag en aanbod
Bedrijven produceren producten waar vraag naar is.

Past bij kapitalisme (Westblok)

Slide 24 - Tekstslide

Planeconomie
Een markt waar de overheid de baas is
Bedrijven produceren wat de overheid wilt.

Past bij het communisme (Oostblok)

Slide 25 - Tekstslide

Iedereen loopt in dezelfde trui, omdat elke winkel alleen die trui verkoopt
A
Vrije markteconomie
B
Planeconomie

Slide 26 - Quizvraag

Iedereen loopt in een trui van Daily Paper, omdat dat merk erg populair is.
A
Vrije markteconomie
B
Planeconomie

Slide 27 - Quizvraag

De Chinese overheid laat 300.000 namaak-iPhones produceren.
A
Vrije markteconomie
B
Planeconomie

Slide 28 - Quizvraag

De iPhone is er populair onder jongeren. Telefoonwinkels importeren veel iPhones.
A
Vrije markteconomie
B
Planeconomie

Slide 29 - Quizvraag

Deze les:
Economie in Europa

- Na deze les weet je hoe en vrije markteconomie werkt
- Na deze les kun je het verschil tussen een vrije markteconomie en een planeconomie uitleggen.
- Na deze les weet je hoe de economie in Europa werkt.

Slide 30 - Tekstslide