Speciale kruisingen

Speciale Kruisingen
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologySecondary Education

In deze les zitten 32 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Speciale Kruisingen

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Intermediaire genen
  • Multiple allelen
  • Letale factor
  • X-chromosomale aandoeningen
  • Oefenen 

Slide 2 - Tekstslide

Intermediaire genen
Intermediaire genen zijn eigenschappen die samen tot uiting kunnen komen in het fenotype.

dit noemen wij ook wel "onvolledig dominant"

het resultaat noemen wij mengvormen

Slide 3 - Tekstslide

Intermediaire genen
Intermediaire genen zijn eigenschappen die samen tot uiting kunnen komen in het fenotype.

Dit noemen wij mengvormen.
Het allel K codeert de kleur.
Witte tulpen zijn dominant voor wit. Hun genotype noteren wij zo:

Kw Kw

De "w" staat voor wit.
Het allel K codeert de kleur.
Rode tulpen zijn dominant voor rood. Hun genotype noteren 
wij zo:

Kr Kr

De "r" staat voor rood.


Slide 4 - Tekstslide

Intermediaire genen
Intermediaire genen zijn eigenschappen die samen tot uiting kunnen komen in het fenotype.

Dit noemen wij mengvormen.
Kruisen wij beide genotypes komt er een mengvorm tot uiting. 
We noemen dit "onvolledig dominant" omdat beide kleuren maar een beetje tot uiting komen, dus niet volledig.

Slide 5 - Tekstslide

Kw
Kw
Kr
KrKw
KrKw
Kr
KrKw
KrKw
Genotypisch is deze bloem dus nog stééds Homozygoot dominant. 

Máár omdat het intermediare genen zijn veranderd het fenotype.

Slide 6 - Tekstslide

Intermediaire genen
Intermediaire genen zijn eigenschappen die samen tot uiting kunnen komen in het fenotype.

Dit noemen wij mengvormen.
Kw Kw
Kr Kr
Kr Kw

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Oefening
De kleur van de veren van kippen is een intermediaire eigenschap. Kippen kunnen wit (Aw Aw)  of zwart (Az Az) zijn óf intermediaire grijs. 
Bepaal de percentages van de fenotypes wanneer twee grijze kippen met elkaar voortplanten.

Slide 9 - Tekstslide

Oefening
De kleur van de veren van kippen is een intermediaire eigenschap. Kippen kunnen wit (Aw Aw)  of zwart (Az Az) zijn óf intermediaire grijs. 
Bepaal de percentages van de fenotypes wanneer twee grijze kippen met elkaar voortplanten.
De kleur grijs is intermediaire. Dat betekend dat beide kippen het allel voor zowel wit áls zwart hebben. 
De mogelijk gameten zijn dan:
Aw Az (Kip)
Aw Az (Haan) 
Aw
Az
Aw
AwAw
AwAz
Az
AwAz
AzAz

Slide 10 - Tekstslide

Oefening
De kleur van de veren van kippen is een intermediaire eigenschap. Kippen kunnen wit (Aw Aw)  of zwart (Az Az) zijn óf intermediaire grijs. 
Bepaal de percentages van de fenotypes wanneer twee grijze kippen met elkaar voortplanten.
De percentages voor de fenotypes zijn als volgt:

25% zwart (AzAz)
25% wit      (AwAw)
50% grijs    (AwAz)
Aw
Az
Aw
AwAw
AwAz
Az
AwAz
AzAz

Slide 11 - Tekstslide

Multiple Allelen
Soms heeft één eigenschap meer dan mogelijke twee allelen.

Dit geld bijvoorbeeld voor het gen die de bloedgroep bepaald.
Dit gen heeft drie mogelijke allelen.

Slide 12 - Tekstslide

Multiple Allelen
Bij multiple allelen heb je dus niet de keuze tussen A en B, maar tussen A, B en C.

Dit geld eigenlijk voor de mééste genen. Ga maar na: 
Er bestaan bruine ogen, maar ook blauwe én groene.
Er bestaat bruin haar, maar ook blond én rood. 
etc.

Slide 13 - Tekstslide

Bloedgroepen
Y = dominant
y = recessief 
a = bloedgroep a
b = bloedgroep b
Mogelijke allelen:

Ya, Yb en y

Slide 14 - Tekstslide

Bloedgroepen
Ya en Ya 
Bloedgroep A
Ya en y
Bloedgroep A
Ya en Yb
Bloedgroep AB
Yb en Yb
Bloedgroep B
Yb en y
Bloedgroep b
y en y
Bloedgroep 0

Slide 15 - Tekstslide

Letale factor
Letale factor is een allelenpaar die in homozygote samenstelling niet levensvatbaar is.

Dit wordt altijd benoemd in de vraag en of de factor Dominant óf recessief is.

Dit veranderd echter niks aan de kruisingstabel!

Slide 16 - Tekstslide

Stel..
Er zijn twee typen Kanaries, Kuifkopkanaries en gladkopkanaries. 
Het gen voor een kuif (K) is dominant over het niet hebben van een kuif (k). Homozygote kuifkopkanaries (KK) zijn niet levensvatbaar.

Wij kruisen twee Kuifkopkanaries!

Slide 17 - Tekstslide

Stel..
De vraag is hoeveel procent levensvatbaar is.
Je weet KK is niet levensvatbaar, dus de ouders moeten Kk en Kk als genotype hebben.

We weten dus dat 25% niet 
levensvatbaar is
m/p
K
k
K
KK
Kk
k
Kk
kk

Slide 18 - Tekstslide

Gekoppelde Overerving
Gekoppelde overerving komt voor wanneer twee eigenschappen zich op één chromosoom bevinden.

Hier is de notatie wat anders.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

X-chromosomale overerving
Zoals je weet heeft een vrouw X X 
Een man heeft X Y
Een dochter krijgt van haar moeder één X en van haar vader één X
Een zoon krijgt van zijn moeder één X en van zijn vader een Y

Slide 22 - Tekstslide

X-chromosomale overerving
Het kan zijn dat een aandoening zich alléén aan de X hecht. Dan heb je dragers en mensen die lijden aan de aandoening. 
Zo een aandoening noem je X-chromosomaal gebonden.
Dit kan recessief zijn óf dominant.

Slide 23 - Tekstslide

Stel...
Mama heeft  de ziekte Hemofilie, dit is een ziekte die de bloedplaatjes aantast waardoor wondjes niet stollen.
Hemofilie is X-chromosomaal gebonden en dominant

dan krijgen wij de volgende kruizingstabel:

Slide 24 - Tekstslide

Stel...
Mama is drager van de ziekte Hemofilie, dit is een ziekte die de bloedplaatjes aantast waardoor wondjes niet stollen.
Hemofilie is X-chromosomaal gebonden en recessief 

dan krijgen wij de volgende kruizingstabel:
m/p
X
Y
Xz
XzX
XzY
X
XX
XY
De aandoening wordt geschreven als Xz. 

De dochter XzX heeft de ziekte en de zoon XzY heeft ook de ziekte. 

Er bestaat dus een 50% kans dat de kinderen van deze ouders de ziekte hebben.

Slide 25 - Tekstslide

Stel...
Als vader de ziekte heeft, ziet de tabel er anders uit.

Slide 26 - Tekstslide

Stel...
Mama is drager van de ziekte Hemofilie, dit is een ziekte die de bloedplaatjes aantast waardoor wondjes niet stollen.
Hemofilie is X-chromosomaal gebonden en recessief 

dan krijgen wij de volgende kruizingstabel:
m/p
Xz
Y
X
XzX
XY
X
XzX
XY
In dit geval geeft de vader het gen altijd door aan de dochters, omdat hij maar één X heeft om uit te delen.

In het geval van dominante ziektes worden de dochters dus altijd ziek.

In het geval van recessieve ziektes zijn de dochters dus altijd draagsters!

Slide 27 - Tekstslide

Stel...
Mama is draagster van de ziekte Hemofilie
Hemofilie is X-chromosomaal gebonden en deze keer recessief

dan krijgen wij de volgende kruizingstabel:

Slide 28 - Tekstslide

Stel...
Mama is drager van de ziekte Hemofilie, dit is een ziekte die de bloedplaatjes aantast waardoor wondjes niet stollen.
Hemofilie is X-chromosomaal gebonden en recessief 

dan krijgen wij de volgende kruizingstabel:
m/p
X
Y
Xz
XzX
XzY
X
XX
XY
De aandoening wordt geschreven als Xz. 

De dochter (XzX) is nu draagster voor de ziekte. Zij kan het doorgeven aan haar kinderen maar lijdt er zelf niet aan.

De zoon (XzY) heeft de ziekte wél

Slide 29 - Tekstslide

Stel...
Mama heeft de ziekte Hemofilie
Hemofilie is X-chromosomaal gebonden en deze keer recessief

dan krijgen wij de volgende kruizingstabel:

Slide 30 - Tekstslide

Stel...
Mama is drager van de ziekte Hemofilie, dit is een ziekte die de bloedplaatjes aantast waardoor wondjes niet stollen.
Hemofilie is X-chromosomaal gebonden en recessief 

dan krijgen wij de volgende kruizingstabel:
m/p
X
Y
Xz
XzX
XzY
Xz
XzX
XzY
Dan hebben de zonen 100% kans op de ziekte.

De dochters zijn altijd draagster.

Slide 31 - Tekstslide

Stel...
Mama is drager van de ziekte Hemofilie, dit is een ziekte die de bloedplaatjes aantast waardoor wondjes niet stollen.
Hemofilie is X-chromosomaal gebonden en recessief 

dan krijgen wij de volgende kruizingstabel:
P
m
Xz
Y
Xz
XzXz
XzY
Xz
XzXz
XzY
P
m
Xz
Y
Xz
XzXz
XzY
X
XzX
XY
Papa én mama hebben de ziekte
Papa is ziek en mama is draagster

Slide 32 - Tekstslide