Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Meander thema 4 - vervoer
Meander thema 4 - vervoer
1 / 17
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Aardrijkskunde
Basisschool
Groep 4
In deze les zitten
17 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslide
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Meander thema 4 - vervoer
Slide 1 - Tekstslide
Wat is een ander woord voor vervoer
Slide 2 - Open vraag
Je gaat een verre reis maken, je wilt er zo snel mogelijk zijn. Welk vervoersmiddel kies je?
A
de auto
B
de trein
C
het vliegtuig
D
de boot
Slide 3 - Quizvraag
vliegtuig
je hebt een vliegveld nodig
Snel
kan niet overal komen
lange afstanden
kan heel veel in
voordeel
nadeel
Slide 4 - Sleepvraag
De afstand in een rechte lijn is de .............. afstand
A
absolute
B
relatieve
Slide 5 - Quizvraag
De steden Utrecht en Leeuwarden liggen 160 kilometer uit elkaar.
A
dit is de relatieve afstand
B
dit is de absolute afstand
Slide 6 - Quizvraag
Tom fiets 20 minuten van huis naar school.
A
dit is de relatieve afstand
B
dit is de absolute afstand
Slide 7 - Quizvraag
Kees staat elke door wegwerkzaamheden elke dag in de file. Wat is er nu verandert?
A
de relatieve afstand want hij doet er alleen langer over
B
De absolute afstand want hij maakt nu meer kilometers.
Slide 8 - Quizvraag
Welke vervoersmiddel kies je:
Een grote lading grind waar geen haast mee is.
A
de boot
B
de trein
C
het vliegtuig
D
de vrachtwagen
Slide 9 - Quizvraag
Welke vervoersmiddel kies je:
Zakken aardappelen voor de supermarkt.
A
de boot
B
de trein
C
het vliegtuig
D
de vrachtwagen
Slide 10 - Quizvraag
boot
je hebt een haven nodig
langzaam
kan niet overal komen
lange afstanden
kan heel veel in
voordeel
nadeel
Slide 11 - Sleepvraag
Welke vervoersmiddel kies je:
Kisten met planten die snel naar het buitenland moeten.
A
de boot
B
de trein
C
het vliegtuig
D
de vrachtwagen
Slide 12 - Quizvraag
Goed of fout
De haven van Rotterdam is vooral bedoeld voor het vervoeren van mensen
A
goed
B
fout
Slide 13 - Quizvraag
Goed of fout
het overladen van goederen van het ene vervoersmiddel op het andere heet overslaan
A
goed
B
fout
Slide 14 - Quizvraag
Op welk plaatje worden goederen overgeslagen?
Slide 15 - Sleepvraag
Goed of fout
op Schiphol worden mensen en goederen vervoerd.
A
goed
B
fout
Slide 16 - Quizvraag
Goed of fout
Veel bedrijven zitten op Schiphol omdat het een verkeersknooppunt is.
A
goed
B
fout
Slide 17 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Herhalingsquiz Hoofdstuk 1: Made in the netherlands
November 2021
- Les met
17 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
08 Herhalingsles H6 Nederland in de Wereld
Juni 2018
- Les met
13 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Oefentoets H1 Made in the Netherlands
September 2023
- Les met
27 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
H6.3 Mainport Schiphol
Mei 2020
- Les met
19 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
GF3 - Logistiek - Les 6 Hoofdstuk 2 herhaling + Hoofdstuk 3
Mei 2024
- Les met
18 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
1.4 Bronnen: Verkeer en vervoer in Nederland
Juli 2024
- Les met
10 slides
1.4 Bronnen: Verkeer en vervoer in Nederland
September 2024
- Les met
10 slides
1.4 Bronnen: Verkeer en vervoer in Nederland
September 2024
- Les met
15 slides
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2