Les 1 BTW

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Hoeveel zou een fles Wodka van €12 kosten zonder BTW en accijns?
A
€2
B
€4
C
€6
D
€8

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Welke BTW percentages zijn er?

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Wat is de betekening van de
afkorting BTW?
A
Belasting tegenvallende woning
B
Belasting toegevoegde waarde
C
Belasting tegenover waarde
D
Bepaling toegevoegde waarde

Slide 16 - Quizvraag

Waarvoor geldt het lage belastingtarief (9%)?
A
B
C
D

Slide 17 - Quizvraag

Wat verstaan we onder een indirecte belasting?

Slide 18 - Open vraag

Een product kost € 1.295,50 inclusief 21% BTW. Bereken het BTW bedrag

Slide 19 - Open vraag

De consumentenprijs is altijd
exclusief BTW
A
goed
B
fout

Slide 20 - Quizvraag

De consument betaalt uiteindelijk
de omzetbelasting
A
goed
B
fout

Slide 21 - Quizvraag

De prijs van een stofzuiger is excl. 21% btw €107,42. Hoeveel is de prijs inclusief btw?

Slide 22 - Open vraag

De verkoopprijs van frambozen is
€ 13,68/kg. Het btw % is 9%.
Bereken de consumentenprijs per kg?

Slide 23 - Open vraag

Hoe noemen we de specificatie van de gekochte artikelen/diensten met een aparte vermelding van het door de klant betaalde btw-bedrag?
A
inkoopfactuurprijs
B
omzetbelasting
C
btw-bon
D
te verrekenen btw

Slide 24 - Quizvraag

De consumentenprijs van een paar sportschoenen is €102,85. Sportschoenen vallen onder het hoge BTW tarief. Wat is het btw bedrag over de schoenen? Rond het bedrag af op twee decimalen
A
5,82
B
17,85
C
85,00
D
97,03

Slide 25 - Quizvraag

Jens werkt in een groentewinkel. Hij heeft een bestelling binnengekregen van 10 kilo sinaasappels. Jens moet een btw-bon schrijven voor de bestelling. Sinaasappels vallen onder het lage btw-tarief (9%).
De verkoopprijs van de sinaasappels is €1,30 per kilo.
Welke consumentenprijs moet Jens op de btw-bon schrijven?

Slide 26 - Open vraag

Uit te administratie van een winkel blijken de volgende getallen:
Verschuldigde btw over het afgelopen kwartaal: € 7.968,23
Te vorderen btw over het afgelopen kwartaal: € 8.754,59
Welk btw-bedrag moet de winkelier aan de Belastingdienst betalen of welk btw-bedrag krijgt de winkelier terug van de Belastingdienst?
A
De winkelier krijgt € 16.722,82 terug van de Belastingdienst.
B
De winkelier krijgt € 786,36 terug van de Belastingdienst.
C
De winkelier moet € 16.722,82 aan de Belastingdienst betalen.
D
De winkelier moet € 786,36 aan de Belastingdienst betalen.

Slide 27 - Quizvraag