In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Wat weet je al van BTW?
Slide 1 - Tekstslide
Wat is de betekening van de afkorting BTW?
A
Belasting tegenvallende woning
B
Belasting toegevoegde waarde
C
Belasting tegenover waarde
D
Bepaling toegevoegde waarde
Slide 2 - Quizvraag
Waarvoor geldt het lage belastingtarief (9%)?
A
B
C
D
Slide 3 - Quizvraag
Wat verstaan we onder een indirecte belasting?
Slide 4 - Open vraag
Een product kost € 1.295,50 inclusief 21% BTW. Bereken het BTW bedrag
Slide 5 - Open vraag
De consumentenprijs is altijd exclusief BTW
A
goed
B
fout
Slide 6 - Quizvraag
De consument betaalt uiteindelijk de omzetbelasting
A
goed
B
fout
Slide 7 - Quizvraag
De prijs van een stofzuiger is excl. 21% btw €107,42. Hoeveel is de prijs inclusief btw?
Slide 8 - Open vraag
De verkoopprijs van frambozen is € 13,68/kg. Het btw % is 9%. Bereken de consumentenprijs per kg?
Slide 9 - Open vraag
De consumentenprijs van een paar sportschoenen is €102,85. Sportschoenen vallen onder het hoge BTW tarief. Wat is het btw bedrag over de schoenen? Rond het bedrag af op twee decimalen
A
5,82
B
17,85
C
85,00
D
97,03
Slide 10 - Quizvraag
Jens werkt in een groentewinkel. Hij heeft een bestelling binnengekregen van 10 kilo sinaasappels. Jens moet een btw-bon schrijven voor de bestelling. Sinaasappels vallen onder het lage btw-tarief (9%). De verkoopprijs van de sinaasappels is €1,30 per kilo. Welke consumentenprijs moet Jens op de btw-bon schrijven?