Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
TH1_woordsoorten_werkw_voornaamw
Welkom
TH1A
1 / 19
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
In deze les zitten
19 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welkom
TH1A
Slide 1 - Tekstslide
timer
10:00
Slide 2 - Tekstslide
Today's planning:
De planning van vandaag:
- 10 minuten lezen
- Uitleg woordsoorten
TL
Werkwoorden
Slide 3 - Tekstslide
Wat zijn woordsoorten? Weet je er al iets van?
Slide 4 - Open vraag
Werkwoorden (ww)
Een
werkwoord
is een
woordsoort
.
De afkorting van werkwoord is
ww
.
In een zin staat ten minste één werkwoord.
Er zijn ook zinnen met meer dan één werkwoord.
Een werkwoord zegt wat iets of iemand
doet,
wat iets of iemand
overkomt
of
wat er is gebeurd
.
Slide 5 - Tekstslide
Kun je een voorbeeld noemen van een werkwoord?
Slide 6 - Open vraag
Maar wat is een werkwoord precies?
Een werkwoord is:
A
Een ander woord voor het onderwerp
B
Een doe-woord
C
Een woord dat aangeeft welk werk iemand doet
D
Een woord dat je weg kan laten uit een zin
Slide 7 - Quizvraag
Kies het werkwoord of de werkwoorden.
A
kopen
B
lachen
C
onder
Slide 8 - Quizvraag
Kies het werkwoord of de werkwoorden.
A
rappen
B
smiley
C
verhuizen
D
zwemmen
Slide 9 - Quizvraag
Werkwoordenalfabetspel
We gaan met de hele klas het alfabet af.
Om de beurt noemen we een
heel
werkwoord (wij-vorm).
Slide 10 - Tekstslide
Werkwoorden (ww)
Een werkwoord kun je
vervoegen.
Je maakt er dan een verschillende vorm van (ander getal of andere tijd).
Bijvoorbeeld:
Hele werkwoord = de wij-vorm = krijgen:
krijg, krijgt, krijgen, kreeg, kregen, gekregen
Slide 11 - Tekstslide
Weektaak vmbo-t
Maak opdracht G1 - werkwoorden - blz 200 - opdracht 1 t/m 8
Slide 12 - Tekstslide
Zelfstandig werkwoord:
A
worden
B
wandelen
Slide 13 - Quizvraag
Ik heb tegen de bal geschopt
Het zelfstandig werkwoord is:
A
geschopt
B
tegen
C
ik
D
heb
Slide 14 - Quizvraag
Aanwijzend voornaamwoord
Het woord zegt het al; het aanwijzend voornaamwoord wijst (bijna) letterlijk iets of iemand aan.
Voorbeelden
van een aanwijzend voornaamwoord: die, dit, dat, deze.
Slide 15 - Tekstslide
Vragend voornaamwoord
Slide 16 - Tekstslide
vragend
voornaamwoord
aanwijzend voornaamwoord
Wat
heb
je
met
deze
boeken
gedaan?
Slide 17 - Sleepvraag
vragend
voornaamwoord
aanwijzend voornaamwoord
Van
wie
is
die
mooie
sjaal?
Slide 18 - Sleepvraag
Weektaak havo
Zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord
(H3 - grammatica)
en
Aanwijzend en vragend voornaamwoord
(H4 - grammatica)
Slide 19 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
TH1_woordsoorten_werkw_voornaamw
Februari 2023
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Les 24 - grammatica woordsoorten
December 2021
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Woordsoorten
April 2024
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1
1d/1f- woordsoorten h3&h4
Januari 2020
- Les met
31 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Woordsoorten herh. aanw. + vr.vnw + vz
Februari 2023
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Herhaling woordsoorten
Juni 2024
- Les met
38 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
P1 Woordsoorten
Augustus 2024
- Les met
11 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Werkwoorden
September 2024
- Les met
11 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1,2