Spelling en formuleren H4

Spelling en formuleren H4

Nieuw Nederlands 5de editie

1vwo

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Spelling en formuleren H4

Nieuw Nederlands 5de editie

1vwo

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen Spelling en formuleren H3 en H4
  1. Meervouden op -en, -ee en -ie
  2. Persoonsvorm tegenwoordige tijd
  3. Trappen van vergelijking
  4. Meervouden op -s
  5. Voltooid en onvoltooid deelwoord
  6. Verwijswoorden


    
      
      
        
      
        

        
      
   

   
   
     
       
          Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.
       
     
   

   
     
       
          Differentiëer
       
     
     

       
         
            Differentiëer
         
         
         

         
            Instellingen
         
       
     
   


   
   
 
   
   
   

   
   
   
     
       
       
     
   
 

   
   

   
   
     
       Het schrijven van getallen
     
   

   
   
      In teksten schrijf je getallen soms in cijfers en soms in letters. De regels die je daarbij moet hanteren zijn helder, maar het zijn er veel. Leer ze niet allemaal uit je hoofd, maar probeer een logica te vinden. Twijfel je bij het schrijven van een officieel document: zoek de regel dan op!
   

 
 
 
   
     
       
       
       
 
   
   
    Slide
 
 
       
       
     
   
 
   
   
   
   
   
   
 
 

Slide 2 - Tekstslide

Bestudeer nu de theorie bij Spelling H4

Slide 3 - Tekstslide

1. Meervouden op -s

Sommige meervouden eindigen op een -s. Dat levert geen probleem op bij de woorden bureaus, injecties en gnoes. Bij andere woorden kan er een uitspraakprobleem ontstaan als je er zomaar een -s achter plaatst. Dat is bijvoorbeeld het geval bij agenda, accu en mini.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is het meervoud van accu?

Slide 5 - Tekstslide

En van Mini?

Slide 6 - Tekstslide

Welk woord is niet correct gespeld?
A
F16's
B
café's
C
mp3's
D
bars

Slide 7 - Quizvraag

Welk woord is niet correct gespeld?
A
bugs
B
buggys
C
essays
D
milieus

Slide 8 - Quizvraag

Welk woord is correct gespeld?
A
dictee's
B
faraos
C
mango's
D
menuus

Slide 9 - Quizvraag

2. Voltooid en onvoltooid deelwoord

In de meeste zinnen zitten één of meerdere persoonsvormen. Daarnaast kan je in een zin een infinitief of heel werkwoord aantreffen. De overige werkwoorden in een zin zijn voltooid of onvoltooid deelwoorden.


Let op! In een zin staat dus nooit alleen een voltooid deelwoord! 

Slide 10 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
elimineren

Slide 11 - Woordweb

Hoe kan je erachter komen of een voltooid deelwoord eindigt op een -t of een -d?

Slide 12 - Open vraag

Mijn moeder heeft haar hand ... (verbranden).
A
verbrand
B
verbrandt

Slide 13 - Quizvraag

De jongen heeft die robot goed ... (programmeren).
A
geprogrammeert
B
geprogrammeerd

Slide 14 - Quizvraag

Deze zin heeft een persoonsvorm en een voltooid deelwoord.
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Bestudeer nu de theorie bij Formuleren H4

Slide 16 - Tekstslide

Verwijswoorden
Verwijswoorden hebben een belangrijke functie in de zin. Ze voorkomen het onnodig herhalen van woorden en zorgen voor samenhang in een tekst. Je hebt mannelijke, vrouwelijke en onzijdige verwijswoorden. Het is niet altijd duidelijk wat het geslacht van een woord is.

Slide 17 - Tekstslide

De geit gaf melk aan ... welpen.
A
zijn
B
haar

Slide 18 - Quizvraag

De overheid vaardigde een wet uit waarmee ... de criminaliteit hoopt terug te dringen.
A
hij
B
zij (enkelvoud)
C
hun
D
zij (meervoud)

Slide 19 - Quizvraag

Toen zij die sport op televisie zagen, wilden zij ... meteen uitproberen.
A
hem
B
haar
C
het
D
hun

Slide 20 - Quizvraag

Eerst gingen we een stuk fietsen en daarna heb ik met ... gebarbecued.
A
hen
B
hun
C
ons
D
zij

Slide 21 - Quizvraag

Heb je nog vragen? Stel ze hier!

Slide 22 - Open vraag

Aan het werk
  • Maken opdracht 'Extra' van Spelling H4 van NNO.
  • Score <75%? Maak dan opdracht 'Test' van Spelling H3.
  • Maken opdracht 'Extra' van Formuleren H4 van NNO.
  • Score <75%? Maak dan opdracht 'Test' van Formuleren H3.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Kan jij dit al?

Slide 25 - Tekstslide