De ongecompliceerde bevalling

De ongecompliceerde bevalling

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerpleegkundeMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

De ongecompliceerde bevalling

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
- Taken verpleegkundige op verloskamer
- Taken verloskundige/gynaecoloog op verloskamer
- CTG bewaking
- Breken van de vliezen/weeen
- Afnavelen en APGAR
- Zorg voor kraamvrouw en pasgeborene

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Taken van VP in verloskamer

Slide 3 - Woordweb

Voorbereiding: Stel ontvangen, anamnese, partusset klaarleggen, infusen klaarleggen, uitleg over perstechniek en houdingen
Tijdens: opvangen weeen, CTG bewaken, oxytherm klaarzetten, vitale functies meten, bedje baby opwarmen, 
Na: helpen bij borstvoeding, kraamvrouw helpen bij douchen, rapporteren
Stel ontvangen,
 anamnese,
 partusset klaarleggen, 
infusen klaarleggen, 
uitleg over perstechniek en houdingen
Tijdens: opvangen weeen, 
CTG bewaken,
 oxytherm klaarzetten,
 vitale functies meten, 
bedje baby opwarmen,
Na: helpen bij borstvoeding, 
kraamvrouw helpen bij douchen,
kraamvrouw en baby observeren
 rapporteren

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Observaties bij de barende vrouw zijn:

Vruchtwaterverlies. Bij twijfel wordt een varentest gedaan.  
Kleur van het vruchtwater.
Bloedverlies en als er bloedverlies is de hoeveelheid en de kleur.
Of de barende kindsbewegingen voelt.
CTG-gegevens.
Pols-, temperatuur- en bloeddruk.
De manier waarop de barende en haar partner de baring beleven.
Ontwikkeling en intensiteit van de weeën.







Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de taak van de verloskundige/gynaecoloog in de verloskamer?

Slide 6 - Open vraag

Vaginaal toucher
Kunstverlossing door gynaecoloog
Aanvragen pijnstilling
Placenta geboren laten worden
Rapporteren
CTG beoordelen
Nakijken baby en APGAR
Ruptuur hechten
Controle placenta en navelstrengvaten
Taken VK
Vaginaal toucher a 2 uur (POVIAS)
Kunstverlossing door gynaecoloog
Aanvragen pijnstilling
Placenta geboren laten worden
Rapporteren
CTG beoordelen
Nakijken baby en APGAR
Ruptuur hechten
Controle placenta en navelstrengvaten

Slide 7 - Tekstslide

P: de mate van verstrijking van de portio;
O: het aantal centimeters ontsluiting;
V: de toestand van de vliezen;
I: de mate van indaling;
A: de aard van het voorliggend deel;
S: de stand van het voorliggend deel.

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

CTG- Bewaking

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vliezenbreker
Schedel-electrode

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een bevalling start met
A
gebroken vliezen
B
persen
C
weeen
D
bloedverlies

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Pijn tijdens de bevalling

Slide 12 - Tekstslide

pijnstilling
ademhalingsinstructie
houdingen
perstechnieken
beleving van de vrouw
kunstverlossing
naweeen
PIJN

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pijnstilling
 Houdingen
Beleving van de vrouw
Ademhalingstechnieken
Ontspanning / warmte / massage / mentale steun
Epidurale pijnstilling - (infuus - vitale functies- kath - all reactie)
Intramusculaire injectie (Pethidine) - Bij kind - minder variable ctg - ah baby 
Pijnpompje - remifentayl - bevalling al gevorderd - geen overdosering - suf - AH problemen - sat
Bij sectio - spinaal - of algeheel

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Episiotomie
Indicaties

Foetale nood
Premature baring (hersenbloeding
Kans op ruptuur
Kunstverlossing of stuitligging
Totaal ruptuur vorige bevalling

Slide 15 - Tekstslide

Indicaties voor een episiotomie zijn onder meer:
Het kind moet snel worden geboren, omdat het in foetale nood verkeert. Door de bekkenbodem te verwijden, wordt de geboorte versneld. Voorwaarde is wel dat de schedel op de bekkenbodem staat en alleen die weerstand nog moet worden overwonnen.
Bij een kind dat te vroeg wordt geboren, zet de verloskundige of gynaecoloog altijd een primaire episiotomie. Deze kijkt dan niet eerst of de geboorte van het hoofd problemen oplevert. De reden is dat een te vroeg geboren kind eerder kans heeft op een hersenbloeding en er dus niet zo veel druk op het hoofd mag komen te staan.
De bekkenbodem kan niet voldoende rekken en het gevaar bestaat dat het perineum inscheurt. We spreken in zo’n geval van een ruptuur. Naarmate de huid van het perineum strakker gespannen is, wordt het risico van een ruptuur groter. Doorgaans is een kleine ruptuur te prefereren boven een episiotomie. Een ruptuur geneest meestal goed en geeft weinig klachten bij de genezing.
Er is sprake van een kunstverlossing of een stuitligging. Hierbij wordt vrijwel altijd een episiotomie gemaakt, omdat de bekkenbodem geen kans krijgt om geleidelijk op te rekken en dus eerder inscheurt.
Er is sprake van een totaalruptuur bij een vorige bevalling. Ook al is deze ruptuur mooi genezen, het littekenweefsel is stug en rekt slecht op. Het risico dat de sluitspier nogmaals inscheurt, is groot. Dit wordt een primaire episiotomie genoemd.
Wat wordt er bedoeld met het hoofdje staat?
A
baby is geboren en houdt het hoofd omhoog
B
hoofdje van de baby is geboren
C
baby zit vast in het geboortekanaal
D
hoofdje dreigt geboren te worden, vagina staat op spanning

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let op volgende afbeelding kan als schokkend worden ervaren

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

afnavelen
afklemmen met klemmetje
Als navelstreng niet meer klopt, kan deze doorgeknipt worden
navelstrengstompje valt af na 1 week
blijft een litteken over

Slide 22 - Tekstslide

hechting
huid op huid contact
borstvoeding op gang brengen

Slide 23 - Tekstslide

placenta check op bloedvaten en of het intact is
Binnen half uur na geboorte kind moet placenta geboren zijn
Achtergebleven placentaresten kunnen tot nabloeding of infectie leiden
blijven er restjes over dan curretage
injectie of drukken op de buik om placenta geboren te laten worden
na geboorte begraven, opeten, bakken of indrogen
Afname Astrup
PH waarde meten
Lagen dan 7.10 dan is baby verzuurd (mogelijk zuurstof tekort gehad tijdens bevalling. Bloed 7,34 – 7,45 (ideaal = 7,41)
De navelstreng bevat één navelstrengader en twee navelstrengslagaders!!!!! 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reflexen
Grijpreflex: als je met een vinger de handpalm van de baby aanraakt, pakt hij de vinger vast.
Babinski-reflex: als je over de voetzool strijkt, spreiden de tenen zich 
Moro-reflex: de baby reageert met het strekken van zijn armen, als hij het gevoel heeft te vallen 
Opstap- en loopreflex: de baby wordt rechtop vastgehouden en maakt een loopbeweging, als zijn voet een ondergrond raakt. Hij trekt dan zijn been op.
Zoekreflex: als je het gezicht van de baby in de buurt van de mond aanraakt, draait hij zijn hoofd, op zoek naar de tepel.
Hap- en slikreflex: als de tepel van de kraamvrouw in contact komt met de mond van de baby, doet hij zijn mond open. Hij gaat zuigen en slikt de melk door.
 ruggenwervels gesloten zijn en of het gehemelte gesloten is.







Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feliciteren, pas als placenta is geboren
Pas als placenta is geboren

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe lang duurt de kraamtijd?
A
1 week
B
6 weken
C
1 maand
D
6 maanden

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar let een kraamverzorgende op in de kraamweek bij de baby?

Slide 28 - Open vraag

Hoe ziet het kindje eruit
Hoe gaat de voeding
Voldoende plas-, poepluiers, darmkrampen
Kleur, temperatuur, gewicht,
     uitscheiding

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar let de kraamverzorgende op in de kraamweek bij de kraamvrouw?

Slide 30 - Woordweb

Observatie van de kraamvrouw:
De 6 B’s: borsten, buik, baarmoeder, benen, blaas, beleving
Lochia/vloeien, perineum, anusgebied (temperatuur) baarmoederstand

Borstvoeding en houdingen

Slide 31 - Tekstslide

verschil met flesvoeding
voordelen borstvoeding voor moeder en kind
lactatiekundige
houdingen
hoeveelheid voedingen en complicaties
Hoe heb je inhoudt van deze les ervaren?
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Volgende les
De gecompliceerde zwangerschap

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bedankt voor jullie aandacht!
Zijn er nog vragen?

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies