T2 BS 4 Cellen M/H

Opening
Je hebt 1 minuut de tijd voor om je boek, schrift  te pakken. 
Dit doe je in alle rust!!!!!!!
timer
1:00
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Opening
Je hebt 1 minuut de tijd voor om je boek, schrift  te pakken. 
Dit doe je in alle rust!!!!!!!
timer
1:00

Slide 1 - Tekstslide

De planning:
- Leerdoelen
-Hoofdstuk lezen
- Uitleg basisstof 4 Cellen
-  Aan de slag!
- Leerdoelen controleren
-

Slide 2 - Tekstslide

5 min lezen Bs4 vanaf blz 110 (H) 95 (M)
Dit doen wij in stilte er wordt niet gesproken.
Klaar!!
Begin alvast met de moeilijke (begrippen) te maken in je schrift

timer
5:00

Slide 3 - Tekstslide

leerdoelen 2.4
1. 

Slide 4 - Tekstslide

Uitleg basisstof 4! Havo
basisstof 3 mavo
Into the cell

Slide 5 - Tekstslide

Een cel
Aangezien elk organisme op aarde gemaakt is van cellen, 
moeten cellen veel taken kunnen uitvoeren.

Maar de cel moet ook voor zichzelf kunnen zorgen om in leven te blijven.
Het kost energie om deze taken uit te voeren.


 

Slide 6 - Tekstslide

Twee soorten
Omdat planten op een andere manier energie krijgen dan dieren, zitten er ook verschillen tussen de cellen.
Er zijn dus plantaardige cellen (van planten), 
en dierlijke cellen (van dieren)

Er zitten verschillen en overeenkomsten tussen deze twee cellen. 

Slide 7 - Tekstslide

Schematische tekening plantencel
Plantencel onder de microscoop

Slide 8 - Tekstslide

Schematische tekening dierlijke cel
Dierlijke cel (wangcel) onder de microscoop

Slide 9 - Tekstslide

Verschillen en overeenkomsten
Er zitten een aantal onderdelen in een cel.
Deze onderdelen noem je: Organellen.

Plantaardige cellen en dierlijke cellen hebben beide organellen.
We bespreken nu eerst de celorganellen die plantaardige en dierlijke cellen beide hebben. 



Slide 10 - Tekstslide

Celmembraan
Een membraan is een dun vliesje.
Celmembraan is dus het dunne vliesje wat aan de buitenkant van de cel zit.
Er zitten kleine poortjes in het celmembraan, waardoor stoffen naar binnen en buiten kunnen. 
Celmembraan is gemaakt van vetten en eiwitten.

Slide 11 - Tekstslide

Cytoplasma
In de cel zit niet gewoon maar water.
Er zit een dikke vloeistof in, waar voedingsstoffen en andere deeltjes in zweven. Dit heet cytoplasma.

Plantaardige cellen en dierlijke cellen hebben beide cytoplasma in hun cel. 

Slide 12 - Tekstslide

Celorganellen
Het belangrijkste organel is de celkern. 
De celkern is het hoofdkwartier in de cel, en het regelt wat de cel moet doen. 
Plantaardige en dierlijke cellen hebben beide een celkern.


Slide 13 - Tekstslide

Kernmembraan
Er zit ook een vliesje om de kern heen, zodat de belangrijke informatie niet beschadigd raakt.
Dit het het kernmembraan.

De vloeistof die in de in celkern zit, heet kernplasma.

Slide 14 - Tekstslide

Verschillen en overeenkomsten

Slide 15 - Tekstslide

Kort aan de slag!
Maken:  Vraag 1 van basisstof 4
MAVO: 
HAVO: Blz. 112

Tijd: 5 minuten
Klaar? Lees de tekst van basisstof 4


Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag!
Lezen: Leren Onderzoeken op blz. 145 en 146
Maken: Vraag 1
HAVO: blz. 112 t/m 114
MAVO: blz 98 t/m 100
Tijd: 15 minuten
Vraag? Overleg met buurpersoon of lees de tekst. 
Klaar? Nakijken of verder lezen van basisstof 4

Slide 17 - Tekstslide

Leerdoelen:
- Je kan uitleggen waarom er verschillen zitten tussen een plantaardige cel en een dierlijke cel.

Slide 18 - Tekstslide

Volgende les

Verder uitleg basisstof 4
cellen
Huiswerk:

Pak Plenda of agenda!

Leren Onderzoeken op blz. 145 en 146
Maken: Vraag 1 en 2 op blz. 147

Slide 19 - Tekstslide

Tot morgen!

Slide 20 - Tekstslide