8.1 Duurzaam leven op aarde

Planning tot einde van het jaar
We hebben nog 4 lessen. 
Nog 1 toets over HF8 = toets week 

Vandaag 8.1
Woensdag 8.2
Maandag 8.2
Woensdag 8.2 
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Planning tot einde van het jaar
We hebben nog 4 lessen. 
Nog 1 toets over HF8 = toets week 

Vandaag 8.1
Woensdag 8.2
Maandag 8.2
Woensdag 8.2 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8.1 Duurzaam leven op aarde

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Je weet aan het einde van de les:
  • waardoor leven op aarde mogelijk is
  • wat er wordt bedoeld met duurzaam leven op aarde
  • de ecologische voetafdruk van personen, landen en werelddelen kunnen vergelijken

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5 factoren voor leven op aarde
  1. Noodzakelijke gassen in de dampkring. BV: zuurstof en koolstofdioxide (CO₂)

Mensen en dieren hebben zuurstof nodig om te kunnen ademen.
Planten en bomen hebben CO2 nodig om te groeien (fotosynthese)

-> 21% zuurstof in de lucht


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5 factoren voor leven op aarde
     2. Het natuurlijke broeikaseffect:                                  broeikasgassen zoals methaan en                          waterdamp

  • +15 °C in plaats van –18 °C
  • Zonder de broeikasgassen in de dampkring zoals methaan, lachgas, waterdamp en koolstofdioxide = onbewoonbaar

(Niet door extra uitstoot)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

B142 Versterkt broeikaseffect

Het natuurlijk broeikaseffect = het vasthouden van de zonnewarmte door de dampkring. -> broeikasgassen als koolstofdioxide (CO₂)

Zonder het natuurlijk broeikaseffect: te koud om op aarde te leven. Maar: versterkt broeikaseffect
Door de uitstoot van CO₂. Vooral door de verbranding van: fossiele brandstoffen / energiebronnen.


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5 factoren voor leven op aarde
     3. Zwaartekracht                              

-> Gassen uit de dampkring verdwijnen niet de ruimte in + voorwerpen blijven op de grond 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5 factoren voor leven op aarde
     4. Aanwezigheid van water

Zonder water is er geen leven mogelijk.

97% = zout water, maar 3% = zoet 

Bijna al het zoet: opgeslagen in ijs of aquifers Slechts een klein deel in rivieren en meren.
Aquifer

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5 factoren voor leven op aarde
     5. Voedsel: noodzakelijke natuurlijke                          hulpbron

         = product uit de natuur dat mensen goed           kunnen gebruiken.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

B125 Duurzaamheid


Duurzaamheid: niet meer natuurlijke hulpbronnen gebruiken dan dat er bijkomen, zodat de mensen er ook in de toekomst nog gebruik van kunnen maken.

Theorie van de 3 P's: 
  • People (mensen)
  • Profit (winst)
  • Planet (aarde)
    -> balans moet in evenwicht zijn.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag:
Wat?
§8.1 Opdrachten: 1 t/m 4 (2c t/m 2e niet)
        + herhaling 3A
Waar?
Learnbeat (via magister -> leermiddelen) 
Hulp?
- Theorie (                = bovenin links)
- Atlas 
- Docent 
Klaar?
Herhaling / samenvatting maken 
Niet af?
Huiswerk voor volgende les
Oefenen met de leerstof

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenstelling van de atmosfeer
Stikstof
Koolstofdioxide 
Zuurstof

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zonder het natuurlijke broeikaseffect zou het op aarde veel
A
Kouder zijn
B
Warmer zijn

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke 5e factor voor het leven op aarde ontbreekt?
Noodzakelijke gassen, natuurlijk broeikaseffect, zwaartekracht, aanwezigheid van water, ........

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De 3 P's van duurzaamheid staan voor:
People, planet en .....

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Duurzaam leven
Duurzaam gebruik van de aarde: niet meer  natuurlijke hulpbronnen gebruiken dan er bij komen.

Ecologische voetafdruk = de hoeveelheid ruimte op aarde die wordt gebruikt door één persoon, een heel land of een werelddeel.

Goede manier om de duurzaamheid te meten. VB: de productie van je voedsel en kleding kosten ruimte op aarde

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Duurzaam leven
Berekening hectares: alleen voor de mens bruikbare delen tellen.
-> Akkers, weilanden, bossen, visgronden

De natuur vult aan = aanvullend vermogen
Maar  verschilt per gebied: zie de rode lijn in figuur 4

In koude en droge gebieden: laag
In warme, vochtige gebieden: hoog.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Duurzaam leven
De grootte van je ecologische voetafdruk hangt af van je levensstijl:
- wat je eet, welke spullen je koopt, hoe je reist, enz.

Gemiddeld is 1,8 hectare per persoon beschikbaar
Gemiddeld gebruiken we 2,7 hectare
We leven dus niet duurzaam: we zijn de natuurlijke hulpbronnen aan het opmaken.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

B127 Ecologische voetafdruk

Belangrijkste elementen voetafdruk:
  • Gebruik van fossiele brandstoffen
  • Benodigde ruimte akkerbouw en veeteelt

In het algemeen geldt:
Hoe meer welvaart, hoe groter de ecologische voetafdruk.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

B127 Ecologische voetafdruk

Overshoot day = dag in het jaar waarop de mens alle natuurlijke hulpbronnen heeft verbruikt die de aarde in een jaar kan produceren.

Vaak hoe meer welvaart = hoe eerder
Hoe meer bevolkingsgroei = hoe eerder

Hoe zit het in Nederland?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag:
Wat?
§8.1 Opdrachten: 1 t/m 6 (van 1 alleen 1a t/m c)
  Opdr. 4 en 5 belangrijk!      
Waar?
Learnbeat (via magister -> leermiddelen) 
Hulp?
- Theorie (                = bovenin links)
- Atlas 
- Docent 
Klaar?
Herhaling
Niet af?
Huiswerk voor volgende les
Oefenen met de leerstof

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag:
Wat?
§8.1 Opdrachten: 5 en 6
        
Waar?
Learnbeat (via magister -> leermiddelen) 
Hulp?
- Theorie (                = bovenin links)
- Docent 
Klaar?
§8.1 Opdrachten: 7 en 8 = huiswerk
Oefenen met de leerstof
timer
10:00

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten bespreken
5c: Waarom hebben de VS en Nederland een veel grotere voetafdruk dan India?
  • De VS en Nederland zijn welvarender dan India en verbruiken daardoor meer natuurlijke hulpbronnen
  • Extra vraag: wat hebben aantal inwoners nog te maken met overshoot day?
  • Een land kan eerder door de hulpbronnen heen zijn, maar toch minder gebruiken per jaar (Welk land?). Vroege overshoot day = niet altijd minder duurzaam. 

Slide 26 - Tekstslide

De Verenigde Staten hebben veel meer inwoners dan Luxemburg. Dus die zullen na die datum samen veel meer hulpbronnen opmaken in andere landen dan Luxemburg. Ook al moet Luxemburg dus eerder ruimte van andere landen gebruiken, het land heeft weinig inwoners. Die impact is veel minder.
Opdrachten bespreken
5g: Waarom is het meest duurzame land uit vraag F (Qatar) niet het meest duurzame land ter wereld?
  • Niet ieder land heeft een overshoot day - als je minder gebruikt dan je zou mogen.


Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten bespreken 
6b: Wat is schadelijker voor de aarde: een lang dun staafje zoals dat van Noord-Amerika, of een korte, brede staaf zoals die van Azië? Leg je antwoord uit.
  • De lange dunne staaf van Noord-Amerika is schadelijker, omdat die inwoners per persoon wel heel veel hectares gebruiken.
    of De korte brede staaf van Oost-, Zuid- en Zuidoost-Azië is schadelijker, omdat in die regio veel meer mensen wonen, zodat die regio in totaal meer hectares gebruikt.

6d: Leg met de rode lijn in de afbeelding uit waarom landen als de VS en China honderdduizenden hectaren landbouwgrond in Zuid-Amerikaanse landen opkopen.
  • In Zuid-Amerikaanse landen is nog meer landbouw mogelijk, omdat het vermogen van de natuur om te voorzien in de behoefte van de mens daar nog niet wordt overschreden (en in Noord-Amerika (VS) en Oost-Azië (China) wel).

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten bespreken 
6d: Leg met de rode lijn in de afbeelding uit waarom landen als de VS en China honderdduizenden hectaren landbouwgrond in Zuid-Amerikaanse landen opkopen.
  • In Zuid-Amerikaanse landen is nog meer landbouw mogelijk, omdat het vermogen van de natuur om te voorzien in de behoefte van de mens daar nog niet wordt overschreden (en in Noord-Amerika (VS) en Oost-Azië (China) wel).

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag:
Wat?
§8.1 Opdrachten: 7 en 8
        
Waar?
Learnbeat (via magister -> leermiddelen) 
Hulp?
- Theorie (                = bovenin links)
- Atlas 
- Docent 
Klaar?
Herhaling
Niet af?
Huiswerk voor volgende les
Oefenen met de leerstof

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies