MMA3 - 2.3 In beweging

Paragraaf 2.3 In beweging
LessonUp: 
JA!
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 2.3 In beweging
LessonUp: 
JA!

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Botverbindingen;

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Teken na 
Bouw van een gewricht

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

kogelgewricht

Slide 12 - Tekstslide

Scharniergewricht


Scharniergewricht

  • Beweging in 1 richting
  • Elleboog
  • Knie
  • Vingers

Slide 13 - Tekstslide

rolgewricht

Slide 14 - Tekstslide


Door welk deel van het gewricht wordt gewrichtssmeer gemaakt?
A
gewrichtssmeer
B
gewrichtskapsel
C
gewrichtsband
D
kraakbeenlaagje

Slide 15 - Quizvraag

Wat zit er om een gewricht heen om het gewricht op zijn plek te houden?
A
Gewrichtssmeer
B
Gewrichtskogel
C
gewrichtskapsel
D
kraakbeenlaagje

Slide 16 - Quizvraag


 In de afbeelding is een gewricht getekend.
 Welk gewricht?

A
Een heupgewricht.
B
Een kniegewricht.
C
Een schoudergewricht.
D
Een enkelgewricht.

Slide 17 - Quizvraag


Rechts zie je een voorbeeld van een gewricht.

Welk type gewricht is dit?



A
kogelgewricht
B
scharniergewricht
C
rolgewricht

Slide 18 - Quizvraag

Wat voor gewricht is dit?
A
Kogelgewricht
B
Rolgewricht
C
Scharniergewricht
D
Geen van allen

Slide 19 - Quizvraag


Sommige gewrichten hebben ___________ voor extra stevigheid.
A
gewrichtssmeer
B
gewrichtskapsel
C
gewrichtsbanden
D
kraakbeenlaagje

Slide 20 - Quizvraag

Welke botverbindingen kunnen bewegen?
A
Vergroeid
B
Naad
C
Kraakbeen
D
Gewricht

Slide 21 - Quizvraag

Bij deze botverbinding is er een beetje beweging mogelijk
A
gewrichten
B
naadverbinding
C
vergroeiing
D
kraakbeenverbinding

Slide 22 - Quizvraag

Bij deze botverbinding is er veel beweging mogelijk
A
gewrichten
B
naadverbinding
C
vergroeiing
D
kraakbeenverbinding

Slide 23 - Quizvraag

Dit is geen botverbinding
A
Antagonist
B
Naad
C
Gewricht
D
Kraakbeen

Slide 24 - Quizvraag

Aan de slag
Maak van 2.3 opdracht 1 t/m 10
Kijk na met het nakijkboekje, 2.2 en 2.3 t/m 10
Klaar? start met de rest van de opdrachten van 2.3

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

0

Slide 27 - Video

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Slide 30 - Tekstslide


Als je de armbuigspier samentrekt, wordt de onderarm ..1.. getrokken. De arm wordt dan ..2..
Welke woorden passen op de lege plekken?
A
1=omlaag 2=gestrekt
B
1=omlaag 2=gebogen
C
1=omhoog 2=gebogen
D
1=omhoog 2=gestrekt

Slide 31 - Quizvraag



hoe lang kun jij dit?
De plank is een statische oefening, wat inhoudt dat je je lichaam een tijdje in een bepaalde houding moet houden zonder te bewegen.
Als een spier samentrekt:
A
wordt de spier korter en dunner
B
wordt de spier langer en dikker
C
wordt de spier korter en dikker
D
wordt de spier langer en dunner

Slide 32 - Quizvraag


Als deze spieren aanspannen dan...
A
gaat de pols buigen
B
gaat de pols strekken
C
gebeurt er niets in de pols
D
gaat de pols draaien

Slide 33 - Quizvraag


Beweging ontstaat doordat .... 1 .... kunnen samentrekken.
.... 2 .... kunnen niet samentrekken, maar zorgen voor verbinding met het bot.
A
1: spieren 2: spieren
B
1: pezen 2: pezen
C
1: pezen 2: spieren
D
1: spieren 2: pezen

Slide 34 - Quizvraag


Wat is onderdeel Q?
A
spierschede
B
pees
C
spiervezel

Slide 35 - Quizvraag


Na de warming-up doet Floor wat sprintoefeningen. Trekken er nu meer of minder spiervezels samen dan tijdens de warming-up?
A
meer
B
minder

Slide 36 - Quizvraag

Opdrachten maken

Maken werkboekopdrachten van paragraaf 2.3 en nakijken

Slide 37 - Tekstslide