In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 11 Erfelijkheid
Paragraaf 2 Chromosomen doorgeven
Slide 1 - Tekstslide
Check leerdoelen
Uitleg
Opdrachten
Afsluiting
Leerdoelen 11.2
-Je kunt beschrijven hoe chromosomen doorgegeven worden.
-Je kunt uitleggen wanneer uit een bevruchte eicel een jongen of een meisje ontstaat.
-Je kunt uitleggen waardoor geslachtscellen van een mens 23 chromosomen bevatten.
-Je kunt uitleggen waardoor je lichaamscellen dezelfde chromosomen bevatten.
Slide 2 - Tekstslide
In de afbeelding is schematisch getekend hoe de vorming van geslachtscellen en de bevruchting bij de mens verlopen. Noteer bij elke cel wat voor cel het is en vul in elke cel het juiste aantal chromosomen in.
46
46
46
46
46
46
Lichaamscel
Lichaamscel
Zaadcel
Eicel
Bevruchte eicel
23
23
Slide 3 - Sleepvraag
Iris kijkt naar een karyogram (chromosomenkaart) en ziet bij nr 23 twee dezelfde chromosomen. Is het een meisje of een jongen?
A
Meisje
B
Jongen
C
Kan je niet zeggen
D
Beide
Slide 4 - Quizvraag
Wat is mitose ?
A
Celdeling voor nieuwe lichaamscellen
B
Mitose komt voor bij planten alleen
C
Mitose is een verbrandingsproces
D
Celdeling voor geslachtscellen
Slide 5 - Quizvraag
Wat is een ander woord voor Meiose? Wat ontstaat bij Meiose?
A
Gewone celdeling, er ontstaan gewone cellen
B
Gewone celdeling, er ontstaan eicellen en zaadcellen
C
Reductiedeling, er ontstaan gewone cellen
D
Reductiedeling, er ontstaan eicellen en zaadcellen
Slide 6 - Quizvraag
Mitose
Waar vindt geen mitose plaats?
A
Het ontstaan van een huidcel in de huid van een olifant.
B
Het ontstaan van een bastcel in de stengel van een klimop.
C
De celdeling van een bevruchte eicel.
D
Het ontstaan van een stuifmeelkorrel.
Slide 7 - Quizvraag
Mitose
Meiose
gewone celdeling
reductiedeling
46 --> 46 + 46
46 --> 23 + 23
in de geslachtscellen
in alle andere cellen
chromosomen verdubbelen
Slide 8 - Sleepvraag
Ze je in de afbeelding hiernaast de meiose of mitose?
Ze je in de afbeelding hiernaast de meiose of mitose?
A
Meiose
B
Mitose
C
Beiden
D
Niet te zeggen
Slide 9 - Quizvraag
Bevruchting
Bij bevruchting smelten de geslachtcellen samen
Een bevruchte eicel heeft dus gewoon weer 46 chromosomen
Na de bevruchting treedt er gewoon weer normale celdeling op
Slide 10 - Tekstslide
Jongen of meisje?
Het 23e chromosoom bepaald je geslacht, dit kan een X of een Y zijn
Een eicel heeft altijd een X (vrouwen hebben namelijk XX)
Een zaadcel kan of een X meekrijgen of een Y (mannen hebben XY)
Slide 11 - Tekstslide
Mitose (gewone celdeling)
&
Meiose (vorming geslachtscellen)
Zaadcellen
of eicellen
Slide 12 - Tekstslide
Normale celdeling= mitose
Een menselijke cel heeft 46 chromosomen
bij celdeling wordt het DNA eerst gekopieerd en heb je een tijdje dubbele chromosomen
De dubbele chromosomen worden uit elkaar gehaald.
Je maakt 2 cellen met 46 chromosomen.
Slide 13 - Tekstslide
MITOSE
Slide 14 - Tekstslide
Ontstaan geslachtcellen=
Meiose
Bij geslachtcellen worden cellen gevormd met 23 chromosomen
De 23 chromosomenparen worden opgesplitst
Van ieder paar komt 1 chromosoom terecht in de geslachtcel
Slide 15 - Tekstslide
Sleep de getallen naar de juiste plek
23
23
23
23
46
46
46
46
46
46
Slide 16 - Sleepvraag
11.2
Maken opdrachten:
4, 5, 6, 7, 8, 9, 11, 13, 14, 16
Nakijken.
Hoe zorg je dat je de stof voor de toets bijhoudt?
Pak de leerdoelen erbij
Kun je ze uitleggen?
Na de opdrachten:
Keuze mogelijkheden om te werken aan leerdoelen:
Samenvatting boek gebruiken/ zelf een samenvatting maken
Kijk goed naar de bronnen!!
Leren, hoe? begrippen opschrijven?
Aantekeningen leren
Oefenen met test jezelf/ oefentoets/ (examentraining). In je boek/online.
werkboekvragen doornemen, welke vond je moeilijk? Snap je ze nu?
LessonUp lessen doornemen
??
timer
1:00
Slide 17 - Tekstslide
Bespreken
Bespreken opdracht 7, 8 en 16
Slide 18 - Tekstslide
0
Slide 19 - Video
ST H9, H10, H11.1 en 11.2
Hoe zorg je dat je de stof voor de toets kent?
Pak de leerdoelen erbij
Kun je ze uitleggen?
Na de opdrachten:
Keuze mogelijkheden om te werken aan leerdoelen:
Samenvatting boek gebruiken/ zelf een samenvatting maken
Kijk goed naar de bronnen!!
Leren, hoe? begrippen opschrijven?
Aantekeningen leren
Oefenen met test jezelf/ oefentoets/ (examentraining). In je boek/online.
werkboekvragen doornemen, welke vond je moeilijk? Snap je ze nu?