begeleidende vaardigheden p 1 les 2 2020

Begeleidende Vaardigheden 
Les 2 
Theorie  Zorgpad: 1. Communiceren
4. Wie ben ik 
t/m
5.5 Interpreteren
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
bvMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Begeleidende Vaardigheden 
Les 2 
Theorie  Zorgpad: 1. Communiceren
4. Wie ben ik 
t/m
5.5 Interpreteren

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdoel: Je kunt aan op een professionele manier communiceren met de zorgvrager en collega's
Aan het einde van deze les heb je kennisgemaakt met de termen
Bedoeling, 
Observeren
en
De factoren die invloed hebben op de observatie en interpreteren. 

Slide 3 - Tekstslide

Interpreteren
Intepreteren is het uitleggen van iemand anders zijn gedrag en bedoeling. 
Voorbeeld: een student geeft de docent de hele tijd complimentjes.
Hoe kan je zijn/ haar gedrag interpreteren?

Slide 4 - Tekstslide

Geef een voorbeeld hoe jij het gedrag van de student kan uitleggen...

Slide 5 - Woordweb

Interpreteren
Iedereen neemt selectief waar. Als jij net een scooter hebt gekocht zie je opeens overal een  soort gelijke scooter rijden.  Je krijgt 2 filmpjes te zien. Wat zie jij?

Slide 6 - Tekstslide

1

Slide 7 - Video

00:53
Hoeveel veranderingen heb jij gezien in het filmpje? Schrijf ze op

Slide 8 - Woordweb

2

Slide 9 - Video

00:35
Hoeveel blauwe ballonnen heb jij gezien?

Slide 10 - Woordweb

00:36
Wie heeft de clown gezien?
A
Ja, meteen
B
Geen idee was er een clown?
C
Ik denk dat ik hem gezien heb
D
Wat een onzin. Er zat geen clown in het filmpje

Slide 11 - Quizvraag

Wat zie jij op de volgende dia?
Een heks of een mooie vrouw?
Misschien wel allebei, maar kan je ze ook tegelijkertijd zien?

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

(Ver)oordelen
We oordelen vaak snel en hebben overal een mening over. Maar soms is het net een beetje anders. Kijk maar....

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Objectief Observeren = doelgericht en bewust waarnemen om gegevens te verzamelen.
Van belang is dat je daarbij aandacht hebt voor :
- de waarden en normen en ideeën die je interpretatie beïnvloeden. 
- het onderscheid tussen meningen, feiten en subjectieve factoren,.
- Wat je ziet, hoort en ruikt

Slide 16 - Tekstslide

Je zegt tegen je collega: ‘Meneer Verheij heeft een rustige nacht gehad.’
deze uitspraak is:
A
objectief
B
een eigen mening
C
een interpretatie
D
concreet gedrag

Slide 17 - Quizvraag

Wat observeer je in de zorg?

Slide 18 - Open vraag

tijd: 26.44 
Je krijg een stukje van een quiz te zien waarbij vooroordelen, observeren en interpreteren centraal staan. 
Hoeveel heb jij er goed?

Slide 19 - Tekstslide

Even checken:
Aan het einde van deze les heb je kennisgemaakt met de termen: 
Bedoeling, 
Observeren,  
Interpreteren
Factoren die invloed hebben op de observatie en interpreteren. 

Slide 20 - Tekstslide