Taalproject les 3 brugklas mavo 22/23 kopie

Taalproject

Hé mattie, fa waka? Mag ik die kapot lauwe patas van je lenen? Ik ga chillen met m´n matties en dan kan ik niet met kapot gare aankomen. Schiet ff op, anders krijg je baffoes op je noso (nossoe). Ik ga namelijk zo loesoe en dan blaas ik em op mijn scooba, zodat ik nog een beetje op tijd ben. Wat balhaar, mag ik je patas alleen lenen als ik je shagga geef? Fa2 (fattoe) zeker. Dat is skeer, bander, je hebt zeker geen doekoe om zelf shagga te regelen.
Lees deze tekst. 
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Taalproject

Hé mattie, fa waka? Mag ik die kapot lauwe patas van je lenen? Ik ga chillen met m´n matties en dan kan ik niet met kapot gare aankomen. Schiet ff op, anders krijg je baffoes op je noso (nossoe). Ik ga namelijk zo loesoe en dan blaas ik em op mijn scooba, zodat ik nog een beetje op tijd ben. Wat balhaar, mag ik je patas alleen lenen als ik je shagga geef? Fa2 (fattoe) zeker. Dat is skeer, bander, je hebt zeker geen doekoe om zelf shagga te regelen.
Lees deze tekst. 

Slide 1 - Tekstslide

Planning

  • Terugblik vorige les
  • Instructie/quiz
  • Werken 
  • Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les:
  • weet je hoe talen kunnen veranderen
  • weet je hoe een kunsttaal ontstaat
  • heb je nagedacht over je eigen kunsttaal

Slide 3 - Tekstslide

Noem drie dingen die je van
de vorige les hebt onthouden.

Slide 4 - Woordweb

Door woorden uit verschillende talen met elkaar te vergelijken, kunnen vroegere vormen ontdekt worden.

Slide 5 - Tekstslide

Nieuwe lesstof

Slide 6 - Tekstslide

Verwant 
  • Heel grote families, zoals de Indo-Europese, komen bijna niet voor. 
  • Er zijn ook een hoop talen die, voor zover we weten, aan geen enkele andere taal verwant zijn. 
  • Op de kaart op de volgende dia is globaal te zien hoe de verschillende taalfamilies over de wereld zijn verspreid.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Hoe evolueren talen?

  • Talenfamilies gaan na verloop van tijd vaak steeds meer van elkaar verschillen. 'Je wordt besmet met wie je omgaat.'
  • Die grote verschillen ontstaan doordat talen                              constant aan het veranderen zijn. Leenwoorden, straattaalwoorden, welke woorden passen bij de omgeving enz.
  • Dat gebeurt op alle niveaus, van klanken tot woorden, uitdrukkingen en grammatica.

Slide 10 - Tekstslide

Contact met andere talen zorgt vaak voor taalverandering.
  • Ook in het Nederlands. 
  • Veel invloeden uit het Marokkaans-Arabisch en het Surinaamse Sranan Tongo te herkennen in straattaal.
  • Woorden als ewa (hallo), doekoe (geld), faka (hoe gaat het?), fissa (feest) en tfoe (lelijk/gadver) lijken steeds meer hun                         weg te vinden naar het Standaardnederlands.

Slide 11 - Tekstslide

Straattaal
Hé mattie, fa waka? Mag ik die kapot lauwe patas van je lenen? Ik ga chillen met m´n matties en dan kan ik niet met kapot gare aankomen. Schiet ff op, anders krijg je baffoes op je noso (nossoe). Ik ga namelijk zo loesoe en dan blaas ik em op mijn scooba, zodat ik nog een beetje op tijd ben. Wat balhaar, mag ik je patas alleen lenen als ik je shagga geef? Fa2 (fattoe) zeker. Dat is skeer, bander, je hebt zeker geen doekoe om zelf shagga te regelen.
Hé gozer, hoe gaat het? Mag ik die supergave schoenen van je lenen? Ik heb met m’n vrienden afgesproken en dan kan ik niet met superlelijke aankomen. Schiet even op, anders sla ik je op je neus. Ik ga er namelijk zo vandoor en dan rijd ik flink door op mijn scooter, zodat ik nog een beetje op tijd ben. Wat sukkel, mag ik je schoenen alleen lenen als ik shag geef? Grapje, zeker. Dat is armoedig, sukkel, je hebt zeker geen geld om zelf shag te regelen.

Slide 12 - Tekstslide

Nieuws in straattaal

Loretta Schrijver 
Nieuwslezer bij RTL van 1989 tot 2007

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Wat vertelde Loretta?
Welke woorden herkende je?

Slide 15 - Woordweb

Die fissa was tantoe hard, door al die dope pokoes!
A
Dat feest duurde tot zo laat, door al die dure drankjes!
B
Dat feest was heel leuk, door al die gave nummers!
C
Dat festival liep zo uit de hand, door al die drugs!

Slide 16 - Quizvraag

Natuurlijke talen en kunsttalen
Natuurlijke taal: 
Door de eeuwen heen ontstaan en gegroeid, bijvoorbeeld Nederlands

Kunsttaal: 
Bedacht door mensen, bijvoorbeeld Esperanto

Slide 17 - Tekstslide

Waarom denk je dat mensen kunsttalen bedenken?

Slide 18 - Woordweb

Esperanto
  • Veel van de talen die bedacht zijn, worden niet gesproken. Esperanto wel. 
  • Esperanto is in 1887 bedacht en wordt door ongeveer 100.000 mensen gesproken. 
  • Tegenwoordig zijn er mensen die Esperanto vanaf hun geboorte zijn opgegroeid met Esperanto.

Slide 19 - Tekstslide

Waarom kunsttalen?
Al honderden jaren bedenken mensen zelf talen...

  • ... om problemen met internationale communicatie op te lossen.
  • ... omdat sommige natuurlijke talen zijn moeilijk om te leren.
  • ... om volken dichter bij elkaar te brengen.

Slide 20 - Tekstslide

Waarom wordt Esperanto wel door veel mensen gesproken?
Het Esperanto is superregelmatig en combineert kenmerken van bijna alle Europese talen. 

Saluton! – Hallo!                          Bonan tagon! - Goedendag!
Lijkt op Frans 'salut'                     Bon: Frans * Tag: Duits

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Je eigen taal!
  • Jullie gaan in tweetallen een 
eigen taal bedenken.
  • Daar schrijven een kort verhaaltje in jullie nieuwe taal
  • Je schrijft er ook een vertaling bij, zodat we het allemaal 
kunnen begrijpen).

Slide 23 - Tekstslide

Jouw eigen kunsttaal: 

Dingen die je vooraf moet bepalen:
     - Voor wie is de taal bedoeld?
     - Wat wil je bereiken met jouw eigen taal?
     - Lijkt de taal op een bestaande taal of bedenk je hem helemaal zelf?

Let op: Bedenk een eenvoudige oplossing om:
1. meervoud aan te geven (in Esperanto was dit een 'j')
2. een tegenstelling te maken (in Esperanto kwam er 'gal' voor het woord)
3. verleden tijd aan te geven


timer
15:00

Slide 24 - Tekstslide