Esperanto + een nieuwe taal maken

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 135 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Kunsttaal - waarom en hoe?
LEERDOELEN

In deze les:
1. leer je het verschil tussen natuurlijke talen en kunsttalen
2. denk je na over wat belangrijk is bij het maken van een kunsttaal
3. Probeer je zelf een nieuwe taal te maken

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Welke taal?
Kun je verstaan wat de vader tegen de baby zegt?
Welke taal denk je dat de vader spreekt?
Welke woordjes herken je? Op welke letter eindigen de meeste woorden?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Tekstslide

Natuurlijke talen en kunsttalen
Natuurlijke taal: 
Door de eeuwen heen ontstaan en gegroeid, bijvoorbeeld Nederlands

Kunsttaal: 
Bedacht door mensen, bijvoorbeeld Esperanto

Slide 7 - Tekstslide

Probeer te bedenken waarom mensen kunsttalen proberen te maken.

Slide 8 - Open vraag

Waarom kunsttalen?
Al honderden jaren bedenken mensen zelf talen.

- om problemen met internationale communicatie op te lossen
- sommige natuurlijke talen zijn moeilijk om te leren
- om volken dichter bij elkaar te brengen

Slide 9 - Tekstslide

Esperanto
Veel van de talen die bedacht zijn, worden niet gesproken. Esperanto wel. Esperanto is in 1887 bedacht en wordt door ongeveer 100.000 mensen gesproken. Tegenwoordig zijn er mensen die Esperanto vanaf hun geboorte zijn opgegroeid met Esperanto.

Slide 10 - Tekstslide

Waarom wordt Esperanto wel door veel mensen gesproken?

Het Esperanto is superregelmatig en combineert kenmerken van bijna alle Europese talen. 

Saluton! – Hallo!                               Bonan tagon! - Goedendag!
Lijkt op Frans 'salut'                        Bon: Frans * Tag: Duits

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Ga op onderzoek uit. Vind je de grammatica van het Esperanto makkelijk, en waarom (niet) ? Geef minimaal 3 voorbeelden in je antwoord.
Ga op onderzoek uit.

Slide 13 - Open vraag

Uit welke talen heeft het Esperanto (elementen) van woorden gebruikt?
Geef minimaal vijf voorbeelden van woorden die je herkent.

Slide 14 - Open vraag

Een taal bedenken

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Je eigen taal!
In de volgende les gaan jullie in tweetallen een eigen taal bedenken. In deze les ga je alvast nadenken over de jullie taal.

- Voor wie is de taal bedoeld?
- Wat wil je bereiken met jouw eigen taal?
- Lijkt de taal op een bestaande taal, of bedenk je hem helemaal zelf?

Slide 17 - Tekstslide

Je eigen taal
Nu gaan we een stap verder. Je hebt geleerd dat je met een taal dingen duidelijk kunt maken. Dat doe je met woorden, maar ook met grammatica.
Jouw kunsttaal heeft dus eigen woorden nodig, maar je moet ook nadenken welke grammaticaregels er voor jouw taal gelden. Denk bijvoorbeeld aan enkelvoud/meervoud, ontkenningen, vragen en werkwoordvormen.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide